-24- Het lid Frigge-HogesteegerIk juich het toe dat het kollege haar eerder ingenomen standpunt, dat in de kommissie Welzijn werd ver woord, heeft gewijzigd. Het is van het grootste belang, ondanks de slechte ekonomische tijden, dat schoolbesturen ook in de toe komst in staat kunnen blijven het onderwijs voor onze kinderen op een aanvaardbaar niveau te houden. Met de verhoging van 3% ten opzichte van 1983 kan ik dan ook volledig instemmen. Het lid Helmig-Mathijsen Gerst: Bij de vaststelling van het be drag .per leerling voor 1984 is ons gebleken dat door het dalend aantal leerlingen de kleinere scholen naar verhouding eerder met moeilijkheden te kampen zullen krijgen dan de grote. Met andere woorden, het dalend leerlingenaantal komt harder aan voor een kleinere school dan voor een grotere. Het is namelijk zo, als je een klaslokaal moet verwarmen voor dertig leerlingen of voor twintig, dat is even duur. Maar de school die dus minder leer lingen heeft, ontvangt ook minder vergoeding. Bit geldt ook voor instandhouding, reparatie enzovoorts. Met andere woorden, zou het niet beter zijn om in de toekomst tot een andere samenstelling van het totaalbedrag van de vergoeding per leerling te komen? Ik weet niet hoe d-at bereikt zou moeten worden. Misschien zou de wethouder daarover eens een brief naar Den Haag kunnen schrijven. Wethouder van der WeegenMeneer Mouws heeft waardering betuigt voor de wijstee waarop dit voorstel tot stand gekomen is. We zullen dat overbrengen aan degenen die daar toch het meest mee bezig zijn en dat zijn in dit geval toch de ambtenaren. Hij heeft daarnaast ge noemd de investering in voorzieningen en de opbrengst die daar te gen over zou moeten staan uit het laatste gasverbruik. Het is zo dat wij twee of drie raadsvergaderingen geleden met het voorstel in de raad geweest zijn. Daarbij is duidelijk afgesproken dat de kapitaallasten die de gemeente maakt, dat die gedekt zouden moe ten worden uit een verlaging van het bedrag per leerling. We heb ben daar aangetoond dat de prognose uit het- onderzoek aangaf, dat er meer dan voldoende ruimte was om dat inderdaad te doen. Of de prognoses uitkomen, dat is uiteraard afhankelijk van de belang rijkste faktor in het energieverbruik en dat is in ons land het weer. Dat kan van jaar tot jaar sterk verschillen. Maar als we uitgaan van de prognose dan zouden de schoolbesturen in elk geval ook nog een besparing bereiken. Ik denk dat we vooralsnog van die prognose uit moeten gaan. Ik heb geen beter alternatief op dit moment. Als deze winter zich op deze wijze blijft voltrekken, zul len we ook in 1983 daar op geen énkele wijze inzicht in hebben en zullen alleen de scholen gelukkig-weinig energiekosten hebben. Dat juichen we ook van onze kant toe. We zullen beslist na een of twee jaren moeten kijken hoe het effekt is van die investe ringen. Overigens is dat ook toegezegd aan de diverse schoolbe sturen, om dat nauwlettend in de gaten te houden. Mevrouw Frigge heeft geen vragen gesteld. Zij heeft haar instemming betuigd met het voorstel. Ik denk inderdaad dat we met elkaar tot een goed voorstel gekomen zijn. Mevrouw Heimig heeft de daling van het aantal leerlingen bij be paalde scholen aangehaald. Het is inderdaad zo dat zich dat voor doet en dat de .kleinere scholen ook eerder in de problemen komen dan wanneer je een overkoepelende stichting hebt waar een aantal scholen onder zitten. Daar kun je nog het een met het ander kom- penseren. Dan moet je dat in zijn totaliteit; bezien. We hebben vo rig jaar in het voorstel betreffende het bedrag per leerling ook duidelijk gememoreerd dat er op een aantal scholen een verdich ting plaatsgevonden heeft, in de vorm dat daar kleuterscholen in wonend zijn geworden, hetgeen toch een gunstige invloed op de -25- totale exploitatie van die school heeft. In het jaar 1982 heeft dat plaatsgehad in Lepelstraat. Dat is ook duidelijk aan de ex ploitatie te zien. Dat was de school die financieel het moei lijkst draaide. Dat is duidelijk en die heeft in 1982, in tegen stelling tot de jaren 1980 en 1981, een positief resultaat be reikt, terwijl er de jaren daarvoor een tekort was. Terugkomend op, wat kun je daar als gemeente aan doen.Ik denk niet zoveel. De gemeente moet één bedrag per leerling vaststellen. Dat geldt voor alle scholen die in die gemeente staan. Dat houdt in, dat de gemeente een wat algemeen beleid moet voeren naar die school besturen toe. Als een school vindt dat ze in bijzondere omstandig heden verkeert en dat zou ze kunnen komen te verkeren doordat het .aantal leerlingen drastisch terugloopt, dan kan ze een verzoek bij het Ministerie doen om toekenning te krijgen van een hoger bedrag. Dat is bij de lager onderwijswet ook zo geregeld. De bij zondere omstandigheid is ter beoordeling van het ministerie. Die is niet ter beoordeling van de gemeente. De gemeente moet een algemeen beleid voeren, dat gelijk is voor alle scholen. Het lid Helmig-Mathijsen Gerst: Als ik de wethouder goed begre- pen heb, dan is hpt niet mogelijk die normering zo te stellen dat je de vaste lasten voor iedere school loskoppelt van de vergoeding per leerling? Wethouder van der Weegen: Voor zover mij bekend is dat inderdaad niet mogelijk. Je moet een bedrag per leerling vaststellen en dat is voor alle scholen hetzelfde. Het is daarbij nog zo dat, als je openbaar onderwijs hebt, dat dan de kosten die je bij openbaar on derwijs maakt, minimaal bepalend zijn voor het bedrag wat je ook aan andere scholen moet geven. Maar dat speelt in de Halsterse ge meente niet. Overigens is het ook nog vermeldenswaardig in dit ka der,' dat het de bedoeling is dat de financiering van het gehele lager onderwijsgebeurendus eigenlijk van het basisonderwijsge- beuren, straks volledig zal gaan wijzigen in het kader van een nieuwe wet op het basisonderwijs. Als het goed is krijgt dat zijn beslag in de loop van 1985. In augustus 1985 zou dat in moeten gaan. Alleen er is nog niet bekend hoe, wat of waar dat gaat ge beuren. Maar dat zou in augustus 1985 in moeten gaan. Dat er dan misschien een direkte financiering vanuit de rijksoverheid komt, op basis bijvoorbeeld van een exploitatie. Dat zou kunnen. Maar op dit moment is dat niet het geval. De voorzitter: De wethouder zegt voor zover mij bekend is dat met die vaste lasten niet mogelijk'. Dat is zo. Er mag maar één bedrag per leerling per gemeente worden vastgesteld. Alleen als er sprake is van bij zondere omstandigheden kan men een verzoek aan het rijk doen voor een extra bedrag. Dit is dan niet ter beoordeling van de gemeente. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten konform het voorstel van burgemeester en wethouders 15. VOORSTEL TOT HET VERLENEN VAN MEDEWERKING EX ARTIKEL 72 DER L.O.- WÊT 1.920 VOOR HET AAHBKEKGEH "VAK 1HBRAAkMiJE'"'rüIMTEïI IN DIVERSE SCHOLEN.' Het lid UytdewilligenIk heb het vanavond al meer keren gevraagd en ook hier geldt dit eigenlijk weer zo. Wij moeten een principe-besluit nemen en dan over enkele weken komt er weer een aanvraag voor krediet. Waarom gaat dat niet in één keer? Dan heb j.e een beter overzicht en dan hoef je niet twee keer die stukken te gaan bestuderen. Op de tweede plaats, wij gaan wel zover met het voorstel akkoord maar wij zouden er wel graag de aantekening bij hebben dat, als er onverhoopt, nadat die inbraakbeveiliging is aangebracht, toch diefstallen plaats hebben, dat dan alleen de gemeente nog een bijdrage zal leveren als die gestolen apparatuur in die inbraakvrije ruimte stond. Niet dat

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1984 | | pagina 13