-22- 13. VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN DE 54E WIJZIGING VAN DE GEMEENTE- BEGROTING 1983 7 (DIVERSE POSTEN De voorzitterDe eerste post volgnummer 223.00 betreft een tech nische zaak, omdat onderwijsvergoedingen niet apart op het hoofd stuk onderwijs staan vermeld maar via de algemene uitkering uit het gemeentefonds worden vergoed. Dat is dus een technische zaak. Wenst iemand daarover het woord? Het eerste onderdeel is aan de orde. Het lid RoosenboomDit is een stuk wat ik meermalen heb gelezen, maar eigenlijk niet goed heb begrepen. Op een gegeven moment zie ik dat er een post van 82.586, De voorzitter: Nee, ik heb het nu over volgnummer 223.00. Dat is een apart stuk. Het lid Roosenboom: En dat heeft niets met elkaar te maken? De voorzitter: Dat heeft niets met volgnummer 638.00 te maken. ■Het lid RoosenboomDan zit daar mijn moeilijkheid. De voorzitter: Maar dan is het toch goed dat wethouder van der Weegen daar nog even iets over zegt. Zijn er meer vragen over deze eerste post? Niet. Dan geef ik even het woord aan wethou der van der Weegen. Het is goed dat U exact weet waarover het gaat Wethouder van der Weegen: Het is zo dat in de begroting 1983, de uitkering aan de gemeente in het kader van lager onderwijs, ver antwoord is in het hoofdstuk waarin ook de uitkering uit het ge meentefonds stond. Dus er was een groot tekort op- het hoofdstuk onderwijs. Die moest je eigenlijk kompenseren met een groot be drag, -ik dacht 1,2 miljoen gulden-, wat stond bij de algemene uitkering gemeentefonds. Die post wordt nu overgeboekt en dat is konform een besluit van 18 april 1983 van de Staatssekreta- tis. Die post moet voortaan verantwoord worden en met ingang van 1983 op het hoofdstuk onderwijs. Dat is hetgeen wat hier gebeurt. Verder gebeurt er dus niets. De voorzitter: Wenst iemand stemming over dat eerste onderdeel? Niet Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten konform het voorstel van burgemeester en wethouders. De voorzitter: Dan is nu het tweede onderdeel aan de orde. Dat is post 638.00. Wie wenst daarover het woord? Het lid MouwsIk heb het idee dat hier een beetje aan de nood rem getrokken wordt, aangezien de post onvoorzien geheel aange wend is. Normaliter komt dit soort voorstellen bij de slotwij- ziging. Ik dacht dat als die post onvoorzien inderdaad op is, dat er dan een aanvullend krediet moet komen. Of is dit een andere mogelijkheid. Dat je zegt van, nu ja daar hadden we toe vallig wat-over, we hebben er eentje uitgezocht om dat op die manier een beetje glad te laten lopen? Wethouder van der Weegen: Ik denk dat de heer Mouws bedoelt te zeggen, de post onvoorzien is op. Dat had destijds gesignaleerd moeten worden. Dat is bij de laatste voorstellen in het jaar 1983 gedaan. Ik dMik bijvoorbeeld aan de post van de beuken op de Beek. Daar is dat toch wel in het voorstel meegenomen. Daar is wel gezegd dat de post onvoorzien op wasDit is een nieuwe voeding van de post onvoorzien, die we wellicht beter eerder in het jaar 1983 hadden kunnen nemen. Toen die rente inderdaad veel lager werd dan in de begroting 1983 aangenomen was. De meeste gemeenten hebben ook in de loop van het jaar die post naar voren gebracht. Die hebben ze verlaagd en die hebben ze toegevoegd aan onvoorzien. Wij doen dat omdat het toch wat netter overkomt. Ui teraard wordt die post opnieuw in aanmerking genomen bij de slot- wijziging. Dan beginnen we dus bij het saldo wat er nu is op de post onvoorzien. Dat is dus het bedrag van 82.000,minus. Ik dacht dat het een aantal duizenden guldens was die we overschreden had den. Maar er zal een bedrag van rond de 70.000,over zijn op de post onvoorzien. Daar beginnen we dan straks bij de slotwij— ziging mee. Het is overigens niet zo dat nu al werkelijke uitge geven rente in aanmerking genomen wordt. U leest uit het voorstel dat dat waarschijnlijk een nog lager bedrag zal zijn. Wij betalen aan kasgeld en betalen uiteindelijk in dit ka3«§r op het moment, en ook denk ik gemiddeld over 1983, aanzienlijk minder dan acht procent Het lid Mouws: Wij hebben in 1983 overschotten in onze pot gro te werkerT~gëstopt.Zijn we daar niet te haastig mee en moeten we dit soort zaken niet beter in de gaten houden. Ik kan me niet voorstellen dat dit soort greep, noodrem, sprong nodig is. Die pot daar moet iets inzitten. Wethouder van der Weegen: Ik denk dat we nu een paar zaken door elkaar gaan halen. Het fonds grote werken wat U noemt is denk ik het prioriteitenfonds. Daar hebben we een groot deel van het overschot van 1982 wat bij de slotwijziging naar voren is geko men ingestopt. De slotwijziging had je ook kunnen bestemmen naar de saldi-reserve toe. We hebben altijd nog een saldi-reserve van dacht ik op dit moment 1,7 miljoen gulden, die in principe be schikbaar is om tekorten op de rekening op te vangen. Dus zou er in 1983 een tekort zijn in zijn totaliteit, dan moet dat ten laste gebracht worden van de saldi-reserve. Niet ten laste van. het pi'ioriteitenfonds vrij te besteden. Maar dat is op dit moment zeker nog niet aan de orde. Ik heb er hoop op dat we ook in 1983 nog iets overhouden. En niet dat we tekort komen. Het lid MouwsHet voorbarig bestemmen, dat wil ik aantonen, heeft toch een zeker gevaar. Wethouder van der Weegen: Je moet het overschot van 1982 natuur lijk los zien van de begroting 1983. En voor de saldi-reserve worden door de provincie bepaalde normen gehanteerd, die moeten voldoen aan een bepaalde minimale norm. Daai" voldoet onze saldi- reserve in ieder geval nog ruimschoots aan. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten konform het voorstel van burgemeester en wethouders. 14. VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN DE VERGOEDING INGEVOLGE ARTIKEL IÖ1~DËR LAGER ONDERWIJSWET 1920 VOOR 1984. 8Ë WIJZIGING BEGROTING 1S84) Het lid MouwsIk heb op de eerste plaats waardering voor de zorg vuldigheid waarmee een en ander duidelijk is bekeken en doorgespro ken. Wel moet ik toch een opmerking maken over dat bewuste tientje Ik vind namelijk dat we hier bij voorbaat rendement uit onze in vesteringen halen. Maar of de scholen enig rendement halen uit die voorzieningen, waar we het daarstraks uitvoerig over gehad hebben, dat is maar de vraag. Vooral als het gaat om onderzoeken die zij zelf niet entameren, maar die wij op gang gezet hebben, waarbij U duidelijk bij voorbaat zegt, halen waar halen, maar ons mag dat niets kosten. Het gaat ten kosten van de scholen. Ik had lie ver gezien dat we gezegd zouden hebben, laten we eerst eens kijken wat brengt het aan rendement op als het rendement voor de scholen duidelijk minder is, gaat het misschien wel rechtstreeks ten kos ten van de kwaliteit van het onderwijs, doordat men minder mid delen heeft. Dat denk ik dat van niemand de bedoeling kan zijn.

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1984 | | pagina 12