-20- sies. Een teruggang van twintig procent. Van honderd naar tach tig. Dat had te maken met het minimum en het maximum, wat de wet ook voorschrijft. De gemeenteraad zelf kan beslissen op welk ni veau men gaat zitten. De kollegaraadsleden hebben toen met enige vreugde kunnen verwijzen naar het rapport van de kommissie Merkx, alsof daar niet de mogelijkheid van tachtig procent in genoemd zou zijn. Dat.is namelijk precies ook wat de kommissie Merkx heeft willen bereiken. Dat de gemeente zelf mag bepalen waar ze gaan zitten tussen die tachtig en die honderd procent. Het verwijzen naar het rapport van de kommissie Merkx is dus niet helemaal terecht, omdat je daar ook precies hetzelfde in te rug kunt vinden. De diskussie over deze zaak hebben we met de begrotingsbehandeling gevoerd, maar nu komt U enkele weken la ter toch alweer met het nieuwe voorstel. Blijkbaar bent U er dus ook wel van overtuigd dat het enige diskussie zal opleveren. Het zal U niet onduidelijk zijn, dat wij zeker tegen deze ver hoging zijn, maar ook liever ware het ons, dat we als Halster- se gemeenteraad konden besluiten twintig procent van onze ver goeding in te leveren. Het lid van Eekelen: Ik begrijp het voorstel eigenlijk niet zo best, of het zou moeten zijn dat de heer Priems gelijk heeft, dat het kollege ook vindt dat er een aanpassing zou moeten plaatsvinden. Dat moeten ze dan maar zeggen, en dat moeten ze dan maar als kollege doen als ze die mening toegedaan zijn. Als ze die mening niet toegedaan zijn, dan hoeven ze niet keer op keer datzelfde stuk naar voren te brengen, Dit is een raadsbesluit waartoe door de overgrote meerderheid van de raad besloten is, dan begrijp ik niet waarom dat dit stuk er is. Ik lees ook hierover "gelet echter op de beraadslagingen die over dit punt in het verleden zijn gevoerd"Dat is nog maar een paar weken geleden. Ik vind het gewoonweg onzin. Of je moet het prachtig vinden dat er een paar stokpaardjes rijden, maar ik zie het nut niet. De voorzitter: De heer van den Kieboom en de heer Priems plei ten allebei voor een tachtig procent van de vergoeding. Had U zich aangemeld meneer Princen? Ik heb U niet genoteerd. De heer van den Kieboom en de heer Priems hebben gepleit om tot tachtig procent terug te gaan. Nu hebben we deze diskus sie bij de begroting ook reeds gevoerd en toen in stemming ge bracht. Dus wij voegen daar als kollege nu niets meer aan toe. Dat is een zaak voor de raad zelf. Destijds heeft de raad uit drukkelijk besloten om de vergoeding op honderd procent te zetten. Dit standpunt wordt door het kollege in principe ge volgd. Daar is dit voorstel ook op geënt. Waarom dit voorstel vraagt de heer van Eekelen. Orndat de aanschrijving die verband houdt met deze vergoeding na het vaststellen van de begroting is binnengekomen bij het kollege. En deze circulaire houdt in cjat .er een begrotingswijziging moet worden vastgesteld ven 1.842, Dit bedrag zit niet in de begroting die is vastgesteld in de cember. Dat is de reden dat wij er nu apart mee terug komen. Niet dat we het zo aardig vinden, dat er elke keer over wordt gediskussieerdLaat daar geen misverstand over bestaan. Maar dit was gewoon noodzakelijk. Dat komt vaker voor dat bedragen in de begroting achteraf weer gewijzigd moeten worden. Wenst iemand in tweede instantie hier het woord over? -21- Het lid Mouws: Ik wou toch nog een nieuwe dimensie aandragen. Dat wil zeggen, de heer Priems haalde het rapport Merkx aan met inderdaad die verschillende mogelijkheden. Dat is zo, maar de heer Priems houdt geen rekening met het feit dat ook in dat rapport Merkx uitdrukkelijk stond, "dit is.eigenlijk geen afge rond geheel". Net als toendertijd een minister Ubink kwam met de normen voor ambtenaren, waarbij hij er duidelijk vanuit ging dat het eigenlijk een hele belachelijke situatie is, dat als je als ambtenaar in een kleinere gemeente gelijkwaardig werk doet, veel minder betaald wordt dan ambtenaren in een grote re gemeente. Ik moet eerlijk zeggen dat we er jaren over gedaan hebben dat het nu eindelijk zover is, dat we tot het idee komen dat dat inderdaad eens een keertje rechtgetrokken wordt. Ik wou duidelijk nog eens een keertje zeggen, voorzitter, ik denk dat het ook erg zinvol is, dat dat ook zou gelden voor met name het raadswerk. Iedereen zal het er toch over eens moeten zijn dat als je in een grotere gemeente zit met frakties van vijftien, zestien mensen,' dat het werk per man of vrouw nadrukkelijk niet meer is. En hetzelfde geluid hoor je ook regelmatig, met name uit onze nabuurgemeente, over- alle mogelijke toestanden, over kommissiegeld of over de vergoeding van dat soort zaken. Uitge rekend krijg je, als je raadslid bent in Bergen op Zoom, wel het drievoudige van hier in Halsteren. Ik betwijfel nog steeds of die inderdaad drie keer zo hard werken. Het lid van den Kieboom: Dat dit stuk in de raad komt in verband met een begrotingswijziging, dat vind ik überhaupt een goede zaak, omdat het wellicht een keer kan voorkomen dat de' meerderheid van de raad verandert. Ik pleit nog altijd voor een verlaging. Dus minder dan het maximum. Eventueel bevriezen ten opzichte van vo rig jaar. De voorzitter: De heer Mouws maakt een vergelijking tussen de Ubinknormen voor ambtenaren van een kleine gemeente, welke*tot doel hebben gezien het werk wat ze doen conform te belonen als de ambtenaren van een grote gemeente. Voor de gemeenteraadsle den maakt hij derzelfde vergelijking. Als dat zo is dan moet er eerst wel een onderzoek worden verrichtzoals dat bij de ambte naren ook is gebeurd om tot deze hogere waardering te komen. Ik doe daar verder nu geen uitspraken over, dat begrijpt U wel. Mijn kollega in Bergen op Zoom verdient bijvoorbeeld ook meer. Maar ik zou er nu niet voor willen pleiten om de salarissen van hern en mij gelijk te trekken. De tijd is daar nu ook zeker niet gunstig voor. De heer van den Kieboom vindt dat het een goede zaak is dat hier nu een apart voorstel voor wordt gedaan. Nu, dat is zijri mening. Ik acht het echter niet mogelijk dat de raad een besluit van december weer in januari zou terugdraaien. Dat zou wel wat vlug zijn. Ik denk ook niet dat U daar op gerekend hebt. Kontinuiteit in het beleid stel ik wel op prijs moet ik zeggen. Maar goed laten we het daar nu verder niet over hebben. Ik heb begrepen dat er stemming wordt verlangd over dit punt. Meneer van den Kieboom heeft dat uitdrukkelijk gevraagd en ik dacht de heer Prierns ook. Dat is juist. Dan gaan wij nu over tot stemming over dit agendapunt. Voor het voorstel stemmen de leden Mouws, Uytdewillig<ÉiHelmig- Mathijsen Gerst, Wiersema-Duprévan Eekelen, van Elzakker, Prin cen Mensvan der Weegen en Sinke Tegen het voorstel stemmen de leden van den' Bos-BeckmannPriems, Frigge-HogesteegerRoosenboom en van den Kieboom. De voorzitter: Het voorstel wordt aanvaard met 10 tegen 5 stemmen.

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1984 | | pagina 11