-34- Overigens gaat het orn gewezen wethouders en ook weer niet alle gewezen wethouders. Dit om het ingewikkeld te maken. Het is zo. In 1979/ 1978 was er een zeer slimme ambtenaar die tot de ontdekking kwam dat er in de wetgeving van de AWW,AKW en AWBZ een fout geslopen was, te weten dat er verzuimd was te melden dat deze regelingen die voor ambtenaren van toepassing zijn ook voor politieke ambtenaren gelden. Dat is wel in de A.O.W. geregeld met name dat de premie voor rekening van de werkgever komt..Bij de AKW,AWW en AWBZ is dit echter niet geregeld. Toen is het standpunt ingenomen, de wetgeving luidt nu eenmaal zo er is niet in voorzien, zodat de premies verhaald moeten worden op de wethouders. Ook de wethouders die in funktie zijn. Maar dat had meer betrekking op de full-time wethouders, omdat de wethouders die naast hun wethoudersschap nog een volledige dienstbetrekking hebben die premies al via die dienstbetrekking betalen en daarom niet meer via hun wethoudersschap hoeven te doen. Er is een plafond. Tot een bepaald bedrag moeten die premies betaald worden en dat betalen zij al via hun normale dienstbetrekking buiten het wethouders schap. Nu met betrekking tot twee gewezen wethouders moet dat nog verhaald worden. Dat is in eerste instantie nog niet gebeurd. Gedeputeerde Staten wijst daar ook op. Gedeputeerde Staten heeft dat herhaald bij het vaststellen van de rekening met name dat dat in feite nog wel moet gebeuren. Inmiddels is deze kwestie ook via het V.N.G. aangesleuteld omdat het toch onrechtvaardig is dat dit door de politieke ambtdragers zelf moet worden betaald. Het V.N.G. heeft daar een punt van gemaakt en heeft hier uitvoerig overleg over gehad met het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Besloten is om met ingang van het komende jaar deze onrechtvaardigheid op te lossen. Dit wordt gedaan via een kom— pensatie op het salaris. Neen, het heet geen salaris, maar een extra vergoeding die men als wethouder krijgt. Dus in feite wordt het nog wel ingehouden maar er wordt apart een bedrag voor gefourneerd dat uitbetaald v/ordt aan de politieke ambtsdragers. Nogmaals voor de wet houders die in funktie zijn geldt dit niet. Voor een aantal gewezen wethouders echter wel. Dus met ingang van 1984 hoeft dit niet meer. Dat .is het punt moet je dan die achterliggende jaren, terwijl het toch onrechtvaardig was, alsnog invorderen. Afdeling Financiën is hiervoor te rade gegaan bij de Griffie. Hieruit bleek dat die opmerking zodanig is j formuleerd dat als het niet wordt verhaald er door Gedeputeerde Staten j niet op worden teruggekomen. Er werd alleen op gewezen. Als het niet wordt verhaald, dus alleen voor kennisgeving wordt aangenomen, dan zal de Griffie, gezien de beleidswijziging die inmiddels heeft plaatsgevonden hier niet op terugkomen. Dat is voor ons aanleiding geweest om met name ten aanzien van een aantal gewezen wethouders, want daar gaat het dan om, niet meer tot verhaal over te gaan, omdat we dat in feite een onbillijke zaak vinden. Dat is de toelichting dezerzijds. Het lid PriemsU geeft eigenlijk als enig argument om dat geld niet terug te halen dat Gedeputeerde Staten het in tweede instantie wel door de vingers zal wilen zien. Hetgaat over de rekening van 1979 en per 1 januari 1984 verandert die wetgeving. Dan praten we dus over 1979, 1980,1981,1982,1983. Vijf maal vijfenveertig honderd negentig gulden is ruim tweeëntwintig duizend gulden.Ik vind dit toch belarigrijk genoeg om Uw motivatie duidelijker te maken waarom U dat niet terughaalt en v/aanneer U daar niet in slaagt, dan ben ik van mening dat we als gemeente Halsteren dat geld alsnog terug moeten halen. Ik zal daar dan ook stemming over vragen. Het lid Roosenboom: Meneer Priems rekent verkeert. Hij rekent 1979, 1980,1981. Neen, hij moet terug tellen, 1979,1978,1977. Ik hoor ook tot de gewezen wethoudersen meneer van Elzakker rnoet maar voor zichzelf spreken, maar het raakt mij niet. -35- Het is maar voor de goede orde. Er v/ordt altijd maar overgewezen wethou ders gesproken, maar er zijn er vier. En als ik namens meneer van Elzakker mag spreken, die raakt het ook niet. De voorzitter: Meneer Roosenboom om met U te beginnen, Uw terugtellen is niet juist. Ik denk dat het tellen wat de heer Priems doet juist is. Het geldt voor 1979/1980,1981,1982 en 1983. Wij zullen elk jaar dat standpunt moeten innemen. Dit zal steeds moeten worden herhaald. Dat is duidelijk. Het vooruitstellen is juist, het terugtellen is niet juist. De jaren daarvoor toen gold dat niet. Het lid RoosenboomDe achterliggende jaren is het niet ingehouden. De voorzitter: Voor die achterliggende jaren is het ook inderdaad ten onrechte niet ingehouden, maar toen is er nooit op gewezen en heeft Gedeputeerde Staten daar ook altijd genoegen mee genomen. Omdat ook Gedeputeerde Staten van mening was dat die premies in principe voor reke ning van de gemeente moesten komen. Alleen toen die slimme ambtenaar in Overijssel er achte kwam dat het niet geregeld was in die wet toen moest Gedeputeerde Staten wele en an der standpunt innemen. Wij vindep gezien hetfeit dat in het verleden ook nooit tot inhouding is overgegaan tot en met 1978, omdat toen werd aangenomen dat het voor rekening van de werkgever was, zoals normaal is, voor elke werknemer, verhaal niet juist. Gezien het standpunt van de Griffie is het een billijke zaak niet tot naheffing overte gaan. Maar meer te motiveren dan ik nu doe dat kan ik niet. Dit is de enige motivatie. Meneer Priems wilt U hier nog op reageren? Het lid PriemsIk vind het toch merkwaardig" dat het standpunt van de Griffie in deze belangrijker wordt geacht dan het standpunt van Ge deputeerde Staten. Dat verbaast mij echt. Ik vraag hier stemming over De voorzitter: U verlangt dat wel tot naheffing v/ordt overgegaan? Wat eaxct dat bedrag is dat weet ik niet. U kunt beter, zeggen dat als U dat zo wilt formuleren dat de AKW,de-AWW en de AWBZ voor zover dat nodig is, dat geldt namelijk niet voor elke gewezen wethouder, vanaf 1979 tot op heden wordt verhaald. Laten we daar geen bedrag bij noemen. Het lid RoosenboomDat kan niet, v/ant we praten over de rekening 1979. Ze kunnen niet in het koffiedik kijken. De voorzitter: Dat is een logische konsekwentie als je voor 1979 vind als raad dat dat moet..... Het lid Rooosenboom: Maar dat is toch gebeurd vanaf 1979. De voorzitter: Dan geldt dat ook voor de jaren 1980, 1981 en 1982 en 1983. Want dat is een logische konsekwentie. Het zou vreemd zijn om dat te splitsen. Het lid MouwsHier worden bedragen over tafel gesmeten en zo.... Wethouder van der Weegen: Die staan in de begroting. Het lid MouwsDie staan er niet in. Die afdracht die nodig is, daar staan uitdrukkelijk de huidige bedragen in. De bedragen voor 1984, daar hoef je dus helemaal niet mee in te zitten. Ik vind dus duidelijk dat je dit niet tot een klimax .moet doen leiden en vandaag een beslissing nemen waar niemand eigenlijk exact over na heeft kunnen denken. Dat vind ik altijd slecht van voorstellen die zo onvoorbereid komen. Dan had je daar een brief over moeten sturen. Ik vind duidelijk dat dit alsnog opgenomen moet v/orden voor de volgende vergadering. Ik weiger om hier vanavond een uitspraak over te doen. Het lid Helmig-Mathijsen Gerst: Ik wil graag dat dit naar de kommissie wordt terugverwezen. De voorzitter: Ik heb de motivatie gegeven, daar kan niets aan v/orden toegevoegd mijnerzijds. U kunt stemming verlangen over dit punt. Er ligt ook een voorstel van mevrouw Heimig om het aan te houden en eerst in de kommissie te bespreken, dat kan ook. Dan kan exact worden aangegeven om welke bedragen het gaat en om wie het gaat. Dat zijn twee voorstellen die aan de orde zijn. Het ene voorstel houdt in niet mee te gaan met het voorstel van het kollege.

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1983 | | pagina 73