-18-
Het is zo dat hij ook nog het gevaar aangegeven heeft voor het ontstaan
van vuilnishoopjes. In dat kader zijn er duidelijk voorschriften. Je mag
zoveel uren van te voren de zafi: wegzetten. Dat moet in elk geval spoedig
geregeld worden.
Mereer van Eekelen heeft gevonden dat ik me er wat gemakkelijk van afgemaakt
heb. Dat is zeker niet de bedoeling geweest. Ik dacht dat ik toch nogal wat
zaken beantwoord heb in dat kader. Hij heeft opnieuw gezegd: zonder
opschrift. Ik denk toch dat we op enigerlei wijze een kenmerk op die zakken
zullen moeten aanbrengen en dat dat niet een kenmerk kan zijn wat iedereen
thuis ook kan maken. Dat heb ik daarstraks ook al betoogd. Hij heeft gezegd
als er meer zakken aangeboden worden, waarbij we dan in dit voorstel er:
van uitgegaan wordt van vijftien procent, dan komt er ook rreer opbrengst.
Dat is inderdaad zo. Ik denk toch dat hij dat in relatie most zien tot die
hogere uitvoeringskosten. Hij zegt, stel dat die rneer-opbrengst gehaald zal
worden door het invoeren van zakten, dan zou het voordeel dat in zijn
situatie zou bestaan in het scheiden van huisvuil in relatie tot ons voor-
stel niet rreer opgaan, maar dan zou je praten over viiftien procent meer opbrengs*
van zaW<en. Hij heeft daarstraks in dat kader een bedrag genoemd dacht ik
van negerenzestig duizend gulden. Vijftien procent van negenenzestigduizend
gulden is tienduizend gulden. Ik heb vandaag wat informatie ingewonnen
over die uitvoeringskosten en die zullen toch dat bedrag vrij dicht benadere
Vanuit de dienst Gemeentewerken is aangegeven dat het toch acht tot
negenduizend gulden zou kosten, inklusief die rente. Mè:t betrekking tot die
zakkenprijs denk ik toch ook,- rraar dat heb ik ook in eerste instantie al
gezegd-, dat dat heel slecht overkomt bij de inwoner. Ik ben van mening dat hij
zal zeggen, ik wordt twee keer gepakt. Van de andere kant,-maar dat heeft ook
meneer Mouws tot slot aangegeven-, dat die inwoner ook denkt, ik heb die der
tig gulden betaald, dus ik mag elke plastic zak meegeven.
Het lid van Eekelen;Dat is geen eerlijke vergelijking.
De voorzitter: Meneer van Eekelen ik moet U even korrigeren, Uw opmerking
"niet eerlijk" lijkt mij niet op zijn plaats.
U denkt dat er misschien niet geheel een juiste voorlichting wordt gegeven.
Dat lijkt mij beter geformuleerd. Daar ben ik van overtuigd.
Het lid van Eekelen: Het kan natuurlijk nooit zo zijn dat men nu vijftien
gulden voor de zakken betaalt en in mijn voorstel twaalf.
Wetgouder van der Weeqen: Ik zal het nogmaals verduidelijken. Je moet
het plaatsen in de context waarin je het zegt en dat die inwoner van Halsteren
zich bekocht zal voelen als hij voor een gemeentezak van Halsteren, die
vanuit de gemeente verstrekt wordt, twaalf gulden zal moeten betalen, dat
zijn de veertig cent opslag van meneer van Eekelen en de twintig cent van de
kostprijs van de zak. Ik zal nogmaals zeggen, je moet het plaatsen in de
context. De burger zal zich bekocht voelen, hij wordt niet bekocht*! hij zal
zich bekocht voelen. Ik die zin heb ik het ook daarnet gezegd. Daar blijf ik
toch bij. Als U zegt het kost maar veertig cent meer dan ben ik dat riet U
eens, maar ik plaats het duidelijk in de context, de burger krijgt zakten
aangeboden die twaalf gulden kosten en die zakten komen van de gemeente.
Luister goed, als een zak veertig cent kost en de gemeente moet voor twee
dubbeltjes een zak inkopen dan komt daar maar twee dubbeltjes voordeel
uit om de kosten van de reiniging te dekten. Dan zal meneer van Eekelen geen
honderd vijfenzeventigduizend zakken moeten verkopen maar driehonderdvijftig
duizend om zijn zeventigduizend gulden opbrengst te halen. Daar kunnen we later
eventueel samen nog wel over rekenen, maar ik denk toch dat dat verhaaltje
wel klopt.
Het lid van Eekelen:Honderd negenentwintig duizend gulden in een voorstel zonder
de vijftien procent toename en die honderd negenentwintig duizend gulden is
driedubbel gedekt in ons voorstel.
Wethouder van der Weeqen: Ik zeg U nogmaals dat in mijn optiek die ik naar
de burger vertaal, dat daar een totaal kostprijs uit ontstaat van twintig
cent per zak. De kostprijs die de gemeente betaalt voor de zak en veertig
cent opslag om die reiniging te halen. U heeft daarnet ook aangegeven,
er moest negenenzestig duizend gulden opbrengst uit konen,
-19-
deel dat maar door veertig cent en dan komt er honderd drie en zeventig
duizend zakken uit die nu ook in onze begroting,onze ontwerp-begroting
geraamd zijn. Ik zeg U alleen, als de gemeente die zakken moet kopen
dan zal dat plaatje vanuit de gemeente naar de burger toe komen.
Ik heb niet gezegd dat U veertig cent niet korrekt is. Die is korrekt.
Ik zeg U alleen dat het plaatje naar de burger slecht over zal komen.
In dat kader verwijs ik naar vrat de heer Mouws ook zei. Dat de burger op
basis van die dertig gulden die hij aan kohierheffing betaald heeft zegt,
ik heb die reiniging toch betaald en mag toch dies aanbieden.
Ik denk dat dat veel en veel meer kommunikatieproblemen met die burgers
geeft. Die denken dat die reinigingsdienst daar voor hun rijdt, dat is <®k
waar, maar daar moet ook nog voor betaald worden. Dat probleem wordt alleen
maar groter. In dat kader moet U dat verhaal van mij plaatsen.
Meneer Priems heeft gezegd het voorstel van de Werknemerspartij in eerste
aanleg te steunen en daarna het kollege-voorstel. Ik denk dat ik daar verder
niet op in hoef te gaan.
Mevrouw Wiersema heeft gewezen op niet automatisch vijf procent verhogen.
Ik dacht dat wij dat in eerste aanleg ook duidelijk betoogd hadden dat
is zeker niet onze bedoeling. Overigens zal de raad daar steeds over
te beslissen hebben. Daarnaast geeft zij aan, en dat is denk ik ook terecht,
dat ereen duidelijke voorlichting naar de inwoner zal moeten komen. Als
het voorstel wordt aangenomen zullen we dat ook met spoed zonder meer gaan
doen
Meneer Mouws heeft over een aantal zaken uitgewijd. Daar zaten geen vragen
in die zin bijIk denk dat ik namens wethouder Sinke spreek als ik zeg
dat dat bekend maken naar die inwoners toe niet hoeft te wachten tot we
daar meer duidelijkheid over hebben. Die verhouding ligt nu vast en
wij willen die verhouding kontinueren. Wij zullen dat zo snel mogelijk naar
die inwoners duidelijk maken, voor zover dat nog niet gebeurd zou zijn.
Tot slot denk ik dat ik toch nog even aan moet geven dat als een inwoner
anderhalve zak per week of drie zakken in de twee weken kwijt is dat hij
dan toch zeker niet duurder uit zal zijn. Ik heb er vertrouwen in dat het
gemiddelde gezin voldoet aan de intentie die we nu hebben, dat die straks
zeker niet duurder uit zal zijn. De nadere uitwerking, daar heb ik het
net al over gehad bij mevrouw Wiersema, daar zal toch zeker een soepele
overgang plaats moeten vinden. Je kunt misschien toch wel aan een instelling
denken dat je je vuil in andere zakken aan zou kunnen bieden. Je zou mis
schien daar de maand december voor kunnen gebruiken, want het is niet de
bedoeling dat de mensen op 31 december nog zakken van vijf en zeventig
cent gaan kopen als ze dieop 1 januari niet meer kunnen gebruiken.
Dat is een kwestie van uitvoering en U mag van ons aannemen dat we zullen
proberen dat te regelen.
De voorzitter: Even nog het probleem dat meneer Mouws aansneed. Daar ga
ik nog even op in. Hij zegt reinigingsrechten zijn niet te vergelijken
met een belasting. De heer Uytdewilligen heeft daarstraks ook bij de
legesheffing op gewezen. Belastingen en deze heffing liggen een beetje
in eikaars verlengde. Waar wij de kombinatie leggen, is de druk naar de
burgers toe. U heeft natuurlijk theoretisch gelijk dat een belasting niet
met een reinigingsrecht is te vergelijken, dat is theoretisch niet juist.
Het ging ons echter om de vergelijking in de druk naar de burgers toe.
Dat is een andere benadering. Wat betreft het niet ophalen van het afval
bij een aantal panden is er geen sprake van een wijziging in de bestaande
situatie. Bij die panden werd in het verleden ook geen vuil opgehaald.
Inmiddels hebben we dit echter formeel geregeld door daar een besluit
over te nemen. Maar dat veranderde naar de mensen toe niets. Het is wel
zo dat als er straks wat veranderd bijvoorbeeld als er verzamelplaatsen
voor hen worden ingericht dan moet de burger wel geïnformeerd worden. We
hebben toen zelfs het aantal panden,waar geen vuil wordt opgehaald, verlaagd
door het besluit dat toen is genomen.
4,