-14-
Wat hij aanvoert, de standpuntbepalingen dat hiermee niets bijzonders gebeurt
en dat men over het algemeen zegt, nou ja je moet daar niet over debatteren,
want je hebt verder geen enkele inbreng. Dan roert hij een groot aantal zaken
aan waarbij het anders zou zijn. Daarvan denk ik toch duidelijk dat het niet
waar is. Hij haalt een heleboel zaken.aan en ik wil er één uittillen. Die
baarmoederhalskanker is een kwestie van de rijksoverheid en die zegt, wij
financieren het deel van ons niet mee. Daarmee is het af.Dat betekent dan geen
enkele beslissing of dat onderzoek al of niet verder kan gaan. Degene die dat
verder wel door wil zetten, en dat wilde men o.a. hier in het Streekgewest,
die moet het onderzoek dan zelf betalen. Zo waren er legio zaken die hij in
zijn rijtje opgesomd heeft. Zaken die je hier beslist niet kunt vergelijken. Ik
wil hier beslist niet veel over zeggen. Onze mening is althans duidelijk
bekend. Hij praat zelfs over de grote meerderheid van de bevolking die in Den
Haag aanwezig zou zijn. Wij zijn dan bij die grote meerderheid van de bevol
king in Den Haag niet aanwezig.
Eerst even een konkreet vraagje van mevrouw Wiersema.
Zij konstateerde dat dit ingekomen stuk werd toegezonden. Waar is echter
punt 1 toe en met 23 en 25 en 26, want zo is het dan exact. Het is niet gebruike
lijk dat de ingekomen stukken worden toegezonden aan de raadsleden. Maar deze
brief had betrekking op zaterdag 29 oktober voor het doen van een oproep.
We leven nu echter twee dagen voor zaterdag 29 oktober. In dit geval sturen wé!
zo'n stuk wel vaker aan de raadsleden toe, om de gelegenheid te geven tijdig
tot een standpunt te komen wat men individueel als fraktie wil doen. Dit was
een unaniem kollege-standpunt. Dan verder een aantal opmerkingen die de heer
Priems heeft gemaakt. Ik ga eerst in op zijn vergelijking met zaken waar we wel
protesteren bij de rijksoverheid en in dit geval zouden we dat dan niet doen.
Ik denk, dat de voorbeelden die hij noemt zoals kortingen op het gemeentefonds,
liftsluisbaarmoederhals kankeronderzoek en dat soort zaken heeft te maken
net direkte taken van de gemeente. Als het echter om defensie gaat en een inter
nationale politiek dan.is dat geen direkte taak voor de gemeente. Dat betekent
niet dat de gevolgen van die te voeren internationale politiek niet direkt
onze inwoners raakt. Alleen er is toch duidelijk een nuance verschil met de on
derwerpen die U noemt. U weet dat hier verschillend over wordt gedacht. Ik geef
slechts dit nuance verschil aan. er wordt verschillend over gedacht of daar dan
wel of niet over gesproken moet worden in de raad. We hebben meer van dit soort
onderwerpen in de raad gehad en er een gewoonte van gemaakt, dat is ook een
afspraak in het kollege, omdat wij daar ook niet altijd unaniem in waren, om
dit soort zaken voor kennisgeving aan te nemen. Ik konstateer dat U het
daar niet mee eens bent. Dat kan. Alleen dit is de procedure die ter zake al
lang in deze raad wordt gevolgd. Verder zegt Uw fraktie dat zij die oproep
steunt. Daarvan akte. U wijst op de tweezijdige ontwapening die op die
demonstratie aan de orde wordt gesteld. Verder zegt de heer Mouws uitdrukkelijk
dat dat ondersteunen voor hem niet van toepassing is. Ook daarvan akte.
Ik denk dat ik hier verder nu niet op hoef te antwoorden. Dat zou ook te ver
gaan, om dat nu te doen. Hier zou ik mijn beantwoording in eerste instantie
bij willen laten.
Het Priems:Ik denk dat er sprake is van een misverstand. Ik heb er
eigenlijk alleen maar op willen wijzen dat we zeggen,dit hoort niet in de ge
meenteraad thuis. Dat is het enige wat ik heb willen zeggen door die voor
beelden, en blijkbaar heb ik toch wel sukses gehad, met die beredenering, want
de heer Mouws heeft geheel onvoorbereid het standpunt van het C.D.A. uit de
doeken gedaan. Hij voegt daar aan toe dat het standpunt van het C.D.A. duidelijk
bekend is. Waarschijnlijk is Frans Mouws dan de enige Christen Demokraat in
Nederland die precies weet wat het C.D.A.-standpunt inhoudt.
Het lid Roosenboom: Eigenlijk is deze diskussie al een keer in de raad gevoerd.
Mijn herinneringen laten me ook al een beetje in de steek, maar laat ik maar
gokken, een half jaar, zeven a acht maanden geleden, toen was Woensdrecht nog
niet aan de orde. Maar het doet er niet toe, waar dat tuig komt te staan. Toen
is er hier een motie ter tafel gebracht en toen, meen ik te herinneren, dat er
vijf raadsleden tegen waren en de overgrote meerderheid vond dat niet zo belang
rijk.
Ik denk dat de mening van onze groepering overduidelijk is. Overigens ga ik
niet naar Den Haag toe, maar dat hoeft niet. Ik vind dat eigenlijk zonde
van de tijd om daar te lopen. Maar rret de plaatsing van dat tuig ben ik
het totaal niet eens. Maar als hij dat nog een keer herhaald wil horen
namens onze groepering, dan wil ik dat nog wel een keer bevestigen.
Ik denk dat niemand in onze raadszaal, maar dan ook niemand, ook de heer
Mouws niet, voor kruisraketten is, maar dan over heel de wereld.
Het lid Wiersema-DupréIk waardeer Uw bezorgdheid over het ingelicht zijn
van de raadsleden over aktuele zaken. Maar ik denk niet dat er één Nederlander
is die niet weet dat er zaterdag gedemonstreerd wordt. Raadsleden lopen dus ook
weer niet zo achter,zoals U misschien denkt.
Maar wat is voor Uw kollege de maatstaf' waaraan een brief moet voldoen, behalve
die twee dagen in tijd dan, om behalve ter visie te liggen bij de ingekomen
stukken om ook nog eens extra aan de raadsleden toegezonden te worden, Is dat
een brief die handelt over iets wat over- twee dagen gebeurt of heeft U daar
een andere maatstaf voor.
Het lid Mens: Als Werknemerspartij willen wij hier wat dit betreft ook nog
een verklaring afleggen en de eisen die geformuleerd zijn in: geen nieuwe
kernwapens in Europa, niet in Nederland, noch in enig ander land, Europa
kernwapenvrij en kernwapens de wereld uit; daar staan wij volledig achter.
Dus in het verleden was er de vraag van eenzijdige ontwapening en dat
hebben ze nu achterwege gelaten. Nogmaals, dit is voor ons positief.
De voorzitter: Om even terug te konen op mevrouw WiersemaWant zij ver
trouwt het eigenlijk niet helemaal. Zo moet ik dat althans taxeren.
Het is een brief gericht aan de raad van de gemeente Halsteren. In de laatste
zin van die brief staat: "Wij menen dat ook U daartoe kunt bijdragen door de
inwoners van Uw ge mep rite op te roepen aan de demonstratie deel te nemen en
aan deze oproep ruime bekendheid te geven". Dat ruime bekendheid geven achten
wij ons niet toe geroepen om te doen zonder de raad te raadplegen. Misschien
voelden wij ons wel geroepen, maar wij konden dat niet doen zonder de raad
te raadplegen. Maar wij vonden wel dat U als raadslid dat stuk tijdig in huis
dient te hebben en niet een aantal dagen voor de demonstratie. Op die manier
kon in elk geval aan het verzoek worden voldaan dat aan de raad was gericht.
Dit is niet de eerste keer. Ik kan daar geen exacte gedragslijn voor aan
geven. Maar het komt vaker voor althans een enkele keer dat een ingekomen stuk
bij de overige stukken wordt gevoegd. Dat was de enige reden met name orn
U daar tijdig van op de hoogte te stellen.
Dan meneer Priems....,
Het lid Roose nbooms Neeik weet het zeker, want er zijn wel eens uitnodigingen
voor bijeenkomsten elders in de regio en dan wordt dat vroegtijdig naar
toegestuurd. Dan komt het wel eens voor dat de bijeenkomst achter de rug is
en dan zit het bij de ingekomen stukken en mededelingen, maar het is in elk ge
val niet de eerste keer in mijn periode als raadslid dat mij dit is gebeurd.
De voorzitter: Wij zullen dit blijven doen. Dit is kontinuïteit van beleid in het
verleden. Meneer priems zegt dat er sprake is van een misverstand. Hij kan
het een misverstand noemen. Ik heb alleen het nuance-verschil gegeven tussen
de voorbeelden die- hij noemt en het onderhavige onderwerp met name de gemeen
telijke bemoeienis daarmee. Ik denk toch niet dat dit zo zeer een misverstand
is. Maar ik zal er verder niet op ingaan. Ik heb gewezen op het beleid dat het
kollege sinds een jaar ongeveer ter zake voert. Vooral als het om zaken
gaat die niet direkt de gemeente betreffen, niet direkt het gemeentelijk beleid,
wel de inwonerslaat daar geen enkel misverstand over bestaan, moet je toch
wel een unaniem voorstel kunnen doen. Vooral als het om dit; soort zaken gaat.
Daarom vonden wij het verstandiger U voor te stellen dit soort voorstellen voor
kennisgeving aan te nemen.
Meneer Roosenboom bracht een stukje internationale politiek en heeft daar
duidelijk ook een standpunt bij vertolkt. Ik denk niet dat. hij ter zake ook een
standpunt van mij verwacht. Dit geldt ook voor de heer Mens die ook namens
zijn groepering een verklaring heeft afgelegd. Het voorstel is om het voor ken
nisgeving aan te nemen. Kunt U daarmee akkoord gaan? Wij stellen voor om het
voor kennisgeving aan te nemen. De heer Priems is het daar niet mee eens.
Ik moet aannemen dat.als U tegen het voorstel van het kollege bent, dat dit be-
tekent dat U van mening, bent dat het gemeentebestuur de bevolkinq zou moeten
oproepen tot demonstreren. Dat is hetgeen in de brief staat.