-3- 3. VOORSTEL TOT HET INSTEMMEN MET EEN AANTAL ASPEKTEN M.B.T. DE TOEKOMST VAN HET WOONWAGENSCHAP WESTELIJK NOORD-BRABANT. Het lid Helmiq-Mathi jsen Gerst:Het is mij niet gelukt om het U nog tele fonisch te vragen, maar ik wou nog graag wat van U weten. U hebt drie^ punten uit de suggestie overgenomen. Maar punt vier, wat betrelt de eind datum, wordt niet in Uw voorstel overgenomen. Kunt U mij vertellen waarom det is? De voorzitter; Inderdaad mevroui/ Heimig dat kan ik U vertellen, want dat zou niet met één van de voorgaande punten in overeenstemming zijn. Daar staat: "nu al een tijdstip noemen is voorbarig, hoogstens ware te spreken over een streefdatum met alle ruimte om dat tijdstip op te schuiven totdat alle gemeente standplaatsen hebben". Als wij dan wel punt 4 over zouden nemen te weten:"het noemen van een duidelijk eindpunt heeft het voordeel enz." dan zou dat met elkaar in tegenspraak zijn. Of het één of het ander. Het kollege heeft die keus gemaakt en stelt dit voor. Bewust is het laatste kriterium wat betreft het noemen van een einddatum dus niet overgenomen. Het lid Helmiq-Flathijsen Gerst: Wat is Uw motivatie dan om geen einddatum te noe me n? Dg voorzitterWe noemen geen einddatum* omdat op die datum de voorwaarden die wij via de eerste drie kriteria hebben gesteld dan waarschijnlijk nog niet vervuld zijn. Als we een duidelijke einddatum noemen maar de krite ria zijn dan nog niet vervuld dan zou het Woonwagenschap worden opgeheven op een moment dat dat nog niet gewenst is. Daarom is het onverstandig om nu een datum te noemen. Er kan wel een streefdatum genoemd worden. Er wordt ook een kommissie ingesteld, die zich ermee bezig gaat houden om langzaam maar zeker tot de gewenste afbouw te komen. Het leek ons onver standig om ons vast te leggen op een datum. Overigens is het niet zo vreemd dat Halsteren dit standpunt inneemt.- U hebt wel gelezen dat ik in de vergadering van het algemeen bestuur van het woonwagenschap dit heel voorzichtig heb gebracht. Ik heb niet het initiatief genomen omdat het natuurlijk niet alleen aan het Woonwagenschap ligt dat het woonwagencentrum bij ons nog niet is gerealiseerd. Ik heb me daarom voorzichtig opgesteld, maar wel duidelijk achter de voorwaarde dat wij het gewenst vinden dat het Woonwagenschap pas wordt opgeheven op een moment dat de benodigde woon wagencentra zijn gerealiseerd, ook in Halsteren. We moeten dus nu geen einddatum noemen, want dat kon dan wel eens problemen geven met name voor onze gemeente. Ik druk mij nu duidelijker uit dan tijdens de vergadering van het Algemeen bestuur van het Woonwagenschap. Daar heb ik het voorzich- tiger gezegd. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten konform het voorstel van burge meester en wethouders 4. VOORSTEL TOT HET VASTSTELLEN VAN EEN GELUIDSZONE T.B.V. HET BESTEMMINGS PLAN "NIEUWMARKT 1981". Het lid Roosenboom:U zegt dat dit een formele goedkeuring van de raad nodig heeft. Wij delen die mening van U bijvoorbeeld niet ten opzichte van de verkeersdrukte in de Nieuwstraat. U zegt, wij verwachten daar binnen tien jaar geen groter aantal voertuigen van 2450. Heel het stuk is koffiedik kijken. Ik kan daar natuurlijk niet voor honderd procent waar maken dat dat wel zal gebeuren. Je kunt ook wel uitgaan van vermoedens en die vermoeden worden dan gebaseerd op het feit dat er in de Vlijt woningbouw gepleegd wordt. Uiteraard ook op de Nieuwmarkt. De mensen die gebruik maken van auto's, die hebben de gewoonte om de vlugste weg, Ook al is dat een beetje om om op een hoofdweg te komen, om die te gebruiken. Wij denken ook al komt die verlengde Beeklaan er, dat de mensen van die kant niet via de verlengde Beeklaan en Dorpsstraat naar de Tholen- seweg zullen rijden. Haar veel eerder door de Kromstraat,Nieuwstraat en Jannelandseweg een betere aansluiting krijgen op de Tholenseweg dan nu het geval is.

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1983 | | pagina 25