Hëfc:is natuurlijk wel zo dat met alle instellingen en vereni gingen - als dat nodig is-, er in elk geval in goed overleg met hun gesproken zal worden wat voor mogelijkheden er zijn. Dit kollege heeft zeker niet de bedoeling om daar met de botte bijl in te gaan hakken van 10% zo en 10% zus. Dat zal dan toch altijd in goed overleg gebeuren. In die zin denk ik dat zij ook het,antwoord van het kollege mogen verwachten. Het is zeker niet zo dat wij dit werk een slecht hart zouden toedragen. Alleen moet je in het kader van een evenwichtige verdeling wel eens even praten met die instellingen over welke bedragen vloeien daar heen. Dat hebben we met deze instellingen in 1983 gedaan. Ze hebben inderdaad een forse bezuiniging weten te bereiken. Op dit moment hebben wij niet de intentie om daar verder op in te gaan. Uiteraard kunnen we niet overzien wat er allemaal nog op ons afkomt. We hebben daarin de nota van aanbieding wel het een en ander over gezegd, mannin dat kader is er landelijk natuurlijk veel onzekerheid. Er kunn® morgen nieuwe maatregelen komen. Mocht dat zo zijn dan zullen we opnieuw, maar niet alleen met deze instelling, met alle instellingen proberen in overleg te komen en nagaan waar eventueel nog bezuinigingen mogelijk kunnen zijn. Nogmaals, dat geldt zeker niet op dit moment voor deze instelling. Vie zullen daar vrij positief op antwoorden. In die zin zo ik het daarnet vertelde. Mevrouw van den Bos die heeft zich afgevraagd wat dat inderdaad betekende. Het is zo, dat deze instelling zich ook wat bezig houdt met bijvoorbeeldinventarisatie van de situatie in het West- Brabantse. Daar zijn ook rapporten over. Dat is een inventarisatie omtrent wat voor een subsidiebedragen er gegeven worden in .allerlei gemeenten. .Hoeveel kinderen er daar deelnemen, enzovoorts. U heeft al aangegeven dat de Halsterse Stichting Peuterspeelzaal daar wei nig gebruik van maakt omdat er een goed overleg is. Ik heb dat net ook aangegeven. Wij proberen met alle instel lingen en verenigingen een goed overleg te voeren. Dus uiteraard ook met deze instelling. De laatste opmerking daar zullen we inderdaad aandacht aan besteden. Het lid Frigge - HogesteegerIk heb inhoudelijk eigen lijk niets aan het woord van de wethouder toe te voegen, maar alleen ter verduidelijking 'nog even te zeggen dat de Federatie Peuterspeelzalen Regio West-Brabant weer een onderdeel vormt van het Brabants Overleg Kindercentra in Tilburg. Die heeft het kinderdagverblijf onder zijn hoede. Het jeugdspeeltuin-gebeurenal het jeugdwerk eigenlijk en daar is het gewoon een onderdeel van. Punt 20: Het lid RoosenboomDeze werkgroep herinnert U aan een onderhoud wat in een eerder stadium is gehouden en waarin U, zoals ik dat uit de brief haal-, toezeggingen heeft gedaan d eigenlijk al gebeuren rondom het Coda-k.omplexinklusief die L.P.G.-tank. Er zijn mensen kennelijk het wachten beu en die hebben dat door middel van éen schrijven naar het kolleg en naar de raad geventileerd. Nu stelt U voor, dit ter af doening in handen te stellen van het kollege via deze koncept-briefIk vind hefvervelend om te zeggen maar die koncept-brief, daar staat ook niets in. Ik denk niet dat die mensen daar nu geweldig blij mee zijn. Vandaar dat ik me als raadslid natuurlijk niet kan verenigen met het antwoord. Deze mensen stelfen duidelijk konkrete vragen en je zou ze dan een antwoord moeten geven wat in overeenstemming is met hun vraag. Misschien dat U zegt, ik kan het niet, maar dit ant woord is de zaak weer op de lange baan schuiven. Het is overbodig om het nog een keer te herhalen wat de groepering Leefbaarheid daar wilt. Die mensen willen zo gauw mogelijk een oplossing heb ben. Dat kun je niet alle dagen en alle weken voor je uit blijven schuiven. Vandaar dat ik niet akkoord ga met de koncept-brief die ter inzage ligt. De voorzitter: Wat betreft die zogenaamde toezeggingen die ik gedaan zou hebben het volgende. Er is een wijkavond geweest destijds in de Rode Schouw. In de aula van de Mavo-school. Er waren toen 40 a 50 mensen aanwezig. Het was een positieve avond. Daar was de Werkgroep Jankenberg ook aanwezig en zij hebben toen die problematiek ook aangesneden. Ik heb toen duidelijk uitge legd dat het een ingewikkelde problematiek betreft. Dat men er niet op moest rekenen dat hier op korte termijn al oplos singen voor gevonden worden. Die avond is drie a vier maan den geleden gehouden. Ik heb de problemen uitgelegd en gezegd dat we waarschijnlijk niet op korte termijn tot oplossingen komen, maar dat er wel een taxatierapport zou worden uit- 'gebracht en dat we daarna dan in onderhandelingen zouden gaan. Voorts dat het onze bedoeling is om daar woningbouw te plegen. Dat dat de eerste optie is. Hier zijn wenu mee bezig. Men stelt nu doelgerichte vragen over dat taxatierapport. ik denk dat het tijdens onderhandelingen onjuist is mededelingen hierover te doen.'Wat we wel getracht hebben te verwoorden is, dat wij ook het belang zien om hier op een zo kort mogelijke termijn tot definitieve besluiten te komen. Dat in elk geval. Dat heb ik overigens straks ook reeds gezegd toen het onderdeel Ruimtelijke Ordening aan de orde was bij de behandeling van.de begroting. Dan nogmaals hun vraag ove~het taxatierapport. Ik heb reeds gezegd dat het in verband met de onderhandelingen onverstandig is om daar nu op te antwoordenWel hebben wij in de brief uitdrukkelijk verwoord dat bij ons de belangen voor de omwonenden ook een belangrijk aspekt is. Wil men hier eventueel een gesprek over hebben met mij, dan kan dat altijd. Dat is geen punt, maar we kunnen niet hebben dat de onderhandelingen doorkruist worden door de '/ragen die nu door de werkgroep Jankenberg worden gesteld. Dat is een kwestie van strategie richting makelaar. Het lid Roosenboom: U reikt nu toch een belangrijke zaak aan. Waarom verwoordt U dat dan niet in de brief, dat deze mensen desgewenst in earpersoonlijk gesprek,- als dat moeilijk is om op papier te zetten-, aldus toegelicht kunnen worgden. Dan nodig je de mensen uit. Ik kan me voorstellen dat dat .iets gemak kelijker is. Wat je cp papier zet, dat staat er zo, maar de mensen worden gewoon ongeduldig. De voorzitter: Ongeduldig, ongeduldig. Ik moet er toch uit drukkelijk op wijzen - ik heb dat straks ook uiteen gezet- welke projekten er nu nog op sanering wachten. V/ij zijn hier inten sief mee bezig. We hebben reeds vrij veel bereikt in de afge lopen twee jaar. Dit is het laatste projekt en dt geven we nu onze volle aandacht. Als men een nader gesprek met mij wil dan kan dat. Ik heb er geen enkel bezwaar tegen dat dit ook in de brief wordt vermeld. Per slot van rekening sta ik hier altijd open voor. Ik stel dat zelfs op prijs. Vooral als men onzeker is over de bedoelingen van het kollege. Dit is een gedragslijn van hd; gehele kollege en dus ook van mij. Een toevoeging in die zin heb ik geen enkel bezwaar tegen. Hetlid RoosenboornDan hou je in ieder geval de deur open. Volgens mij is deze brief in ieder geval een schrijven van.

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1983 | | pagina 123