-
De voorzitter: Wie wenst er onderdelen van deze rapporten aan de orde te stellen? De
heer Roosenboom. Geef de nummers maar op. Dan geeft U ze maar op, dat is de be
doeling. U geeft de nummers op die U aan de orde wenst te stellen.
Het lid Roosenboom: Dat is nummer 16.00, 18.00, 18.50, 34.00, eventueel 60.00,
62.00, 74.00,80.00, 90.00,96.40,112.00,160.00,236.00,81.00.,290.50,378.00,430.70,
434.30,446.00,472.00,542.00.554.06, 570.10,574.00,578.00, 213.00 en de diskussie
die heeft plaatsgevonden bij 15.30, en dan als laatste het prioriteitenschema.
De voorzitter: Het prioriteitenschema staat apart op de agenda.
Zijn er leden die nog andere nummers aan de orde willen stellen.
Het lid van Eekelen: Ik heb mijn kollega niet kunnen volgen, dat komt wel eens
meer voor. Ik zou toch even apart mijn nummers willen noemen; dat is 62.00, 236.00,
430.00 en 472.00.
De voorzitter: Zijn er leden die nog andere nummers aan de orde willen stellen,
U hoeft niet dezelfde nummers op te geven, dat is niet nodig. Deze komen toch
aan de orde.
Het lid Uytdewilligen: Mag ik inhaken eventueel op die nummers die opgegeven zijn.
De voorzitter:Akkoord
Het lid Uytdewilligen: Het punt 446.00 ik weet niet of dat er bij staat.
De voorzitter: Ja, dat staat er bij.
Het lid PriemsIk weet ook niet zeker of dit nummer genoemd is 378.00.
De voorzitter: Ja, dat is genoemd. Denkt U dat we zo kunnen beginnen met de
afdelingsonderzoeken inclusief het antwoord van B&W.
Het lid Roosenboom:Om heel kort te zijn. Ik vraag alleen stemming over de vergoe
ding voor de raadsleden, om dit terug te brengen binnen de indeling van inwoners-
klasse 10.000 tot 12.000. Daarmee dus een bescheiden inlevering vanuit de kant
van de raad.
Het lid Princen:Ik heb al gezegd in het afdelingsonderzoek dat ik er niet voor
ben in de klasse te gaan van 10.000 tot 12.000 inwoners. Daarom stel ik voor
om hierop niets in te leveren. Ik dacht dat een normale vergoeding welke is vast
gesteld op zijn plaats was. Daarom acht ik het juist de verordening voorlopig te
handhaven. Als Roosenboom wil inleveren, dan moet hij dat zelf weten, hij kan
dat makkelijk. Anders wil ik U doorverwijzen naar de le wijziging van 1983
waar hij nog 25.616,van opstrijkt. Dus die kan makkelijk wat inleveren.
Het lid van Eekelen: Ik zie van het woord af.
Wethouder van der Weegen: Ik denk dat ik kort kan zijn. Er is door meneer
Roosenboom om stemming gevraagd. Dat kan hij zo direkt kenbaar maken.
Meneer Princen is voorstander om het zo te laten, dus die blijft bij de ver
goeding zo die vastgesteld is van 12.000 tot 14.000 inwoners. Het kollege is
in principe ook die mening toegedaan. Het is natuurlijk zo dat er bepaalde
scheidslijnen zijn met betrekking tot vergoedingen die gegeven worden.
Boven die scheidslijn zit men in de hogere klassen en daaronder zit je in de
lagere klassen. Dat is een normaal gebruik van de regeling. Daartoe is die ook
gemaakt. Het is wel zo dat elke scheidslijn bepaalde problemen met zich meebrengt
als je die eentje hoger legt of eentje lager. Die problemen blijven altijd bestaan.
De voorzitter: Ik wil er nog een kleinigheid aan toevoegen. Het toepassen van een
andere inwonersklasse is denk ik onverstandig. Het is zelfs de vraag of dit über
haupt mogelijk is. Wat wel straks aan de orde komt-aan de hand van een nog te ont
vangen aanschrijving van het Ministerie van Binnenlandse Zaken- of je in die cate
gorie op het hoogste bedrag gaat zitten of op een lager bedrag.
Het juiste moment om hier over te diskussiëren is op het moment dat die circulaire
van binnenlandse zaken aan de orde wordt gesteld. Deze circulaire ontvangen wij
zeer binnenkort. Het toepassen van een andere inwoners klasse geeft denk ik pro
blemen in de uitvoering. Maar er zijn wel mogelijkheden binnen die klasse. Je
kunt op het maximum gaan zitten, maar ook lager. Er zijn dus mogelijkheden en dat
kan dan op dat moment aan de orde worden gesteld.
Het lid Roosenboom: Als het vanavond de bedoeling is om telkens weer elkaar over
en weer in de persoonlijke sfeer te beantwoorden dan wil ik daar best aan mee doen.
