A nodig hebben en een sekretaris zullen we ook altijd nodig hebben, maar juist de laagst betaalden worden daar altijd de dupe van. Het lid van Elzakker: Ik word iets voorzichtiger ten opzichte van de heer Roosenboom. Vorig jaar hebben wij tegen gestemd en gevraagd of ze een jaar konden wachten in verband met die belangrijke taxatie. Toen heeft hij tot en met gepleit dat die 4% wel omhoog zou moeten. Nu begrijp ik hem niet. Nu gaat hij niet akkoord met 4% verhoging, maar hij wil er nog 5?ó af hebben. Nu zijn wij veranderd en zijn wij wel vóór het voorstel van het kollege. Ik vind dat het gewoon noodzakelijk is in het belang van alle uitgaven die de gemeente doet met alle dure gebouwen en alles wat hier leeft in Halsteren en alles wat we nog moeten doen is het niet mogelijk dat we hier beneden de 4°ó gaan zitten. De voorzitter; Dan zijn we nu aan het eind van de diskussie en dan kijk ik nu de heer Roosenboom even aan of hij hier een voorstel van wil maken namelijk een verlaging met 5%. Ik neem aan dat dit voorstel door de fraktiegenoten wordt ondersteund. Akkoord, dan is dit voorstel voldoende ondersteund en dan wordt dit meest verstrekkende voorstel eerst in stemming gebracht. Ik vergeet wat, wethouder van der Weegen moet nog antwoorden. Ik was zo met Uw voorstel bezig meneer Roosenboom, dit maakte nogal indruk op mij. Maar ik geef graag eerst in tweede instantie hetwoord aan wethouder van der Weegen. Wethouder van der Weeqen: Ik zal er kort op ingaan. Er zijn de tweede keer niet zoveel vragen uitgekomen. Wat meer konstateringen op vorige vragen en het weerleggen daarvan onderling. Meneer Roosenboom heeft gezegd dat hij in het referentie-objektennet individueel zaken heeft ingezien waarvan hij zegt dat dat vreemd is. Wat ik ook al eens gezegd heb, en dat is ook in de kommissie Financiën uitdrukkelijk besproken, dat is de systematiek die aan de uitkomsten,- en dat zijn dan inderdaad individuele uitkomsten-,ten grondslag liggen. Over de beschouwingen van Leefbaarheid. U heeft gezegd dat ik die waarschijnlijk niet zo goed gelezen heb. Ik kan U daarin geruststellen. Dat is wel gebeurd. Alleen ik kom zeker niet tot een optelling tot het bedrag wat hij voorstelt aan bezuini gingen. Maar hij heeft dat zelf ook al aangegeven. Daar zullen we straks nog even met elkaar verder over praten. Mevrouw Heimig heeft gewezen op de omlig gende gemeenten. Daar heeft ze als ze de krant leest gelijk in. Dat er omlig gende gemeenten zijn die minder verhogen dan 4°ó. Ik denk wel dat je dan ook verder zou moeten kijken wat de heffing in die gemeente is en wat die in het verleden geweest is; hoe de stijgingen daar de laatste jaren verlopen zijn. Ik denk niet dat je in een jaar tijd verschillende zaken met elkaar moet vergelij ken. Je moet de zaak eerst goed naast elkaar zetten en dan zou Halsteren er zeker niet slecht uitkomen. Ik denk zelfs dat wij onderaan de ladder staan met de heffing per inwoner voor onroerend goed, waarbij U dan ook rekening moet houden met bijvoorbeeld reinigingsrechten. Meneer van Eekelen is ingegaan op het landelijk politieke gebeuren, waar ik verder niet op in ga. Hij zegt geen verdere aantasting van de werkgelegenheid. Ik hoop ook dat hij uit het voorstel van het kollege goed begrepen heeft datvwijj zeker geen einduitspraak gedaan hebben met betrekking tot de werkelijke bezetting die nodig zou moeten zijn bij gemeentewerken. Wij willen dat dit voorstel dat we gedaan hebben, Dat we daar een jaar mee proberen. Kijken wat de behoefte is aan onderhoud en op basis daarvan tot een herweging kornan van het bestaand aan mensen dat we nodig hebben. Dus dit is zeker geen einduitspraak die wij gedaan hebben. Het kan best zo zijn dat wij volgend jaar die plaats in zullen vullen. Meneer van Elzakker heeft namens zijn groepering steun betuigd aan het kollege. Daar wil ik hem ook alleen maar dank voor zeggen. De voorzitter: Ik heib net gekonstateerd dat de heer Roosenboom,ondersteund door zijn beide fraktieleden, een voorstel heeft gedaan om de onroerend-goedbelasting met te verlagen ten Opzichte van het peil van 1982, zo is hei. En dat' is het meest vergaande^ voorstel, dit moe't dan earst in stemming komen. Dan moet er nu gerst een numWCr getrokken worden. Dat is nummer 4, daar begint de stemmi'ng. Dit betekent dat het voorstel is verworpen met 11 stemmen tegen en 3 stemmen voor.

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1982 | | pagina 7