-47- Daar moeten we dan op hopen natuurlijk en dat we dan ook in één keer klaar zuller zijn- Dat is voor mij als portefeuillehouder zeer belangrijk dat we niet met plannenmakerij bezig zijn waarmee we op en neer gaan van het kastje naar de muur zonder dat we tot uitspraken kunnen komen. Vooral als het om een indus trieterrein gaat denk ik toch dat het voor onze gemeenschap van bijzonder groot belang is dat we met een plan komen dat haalbaar is en waarover niet te lang gediskussieerd hoeft te worden. Dat is wat speelt. De heer Roosenboom haalt er ook de planologische aspekten bij namelijk eerst het plan Maaipad en dan nu de Schans. Ik heb reeds gezegd dat planologische aspekt, daar til ik wat minder zwaar aan als in het verleden. Maar de onderbouwing van de be hoefte aan industrieterreinen moet in relatie met dat struktuurschema bedrij venterreinen worden bezien. Een struktuurschema bedrijventerreinen dat ook door het ETIN is gemaakt ten behoeve van de provincie. Het is toch uitste kend dat dezelfde installeing dat ook voor ons toetst. Dan weet je zeker dat je in de goede richting zit als daar tenminste positieve resultaten uit komen. Dit vind ik als bestuurder erg belangrijk dat het geld dat besteed wordt dat dat ook op een goede wijze wordt besteed. Mervouw Heimig vraagt kan dat totale bedrac dan in mindering gebracht worden op de stedebouwkundige-kosten. Nu dat totale bedrag zal niet kunnen maar een gedeelte waarschijnlijk wel. Hoeveel dat precies is weet ik niet. Als je het rapport van Kuypers echter laat aktualiseren dat kost ook geld, met het risiko dat het ons net zo vergaat als een aantal ja ren terug. Dan moeten we er uiteindelijk toch misschien weer meer geld aan besteden dan we nu doen. Ik denk dat het goed is om op een doeltreffende wijze- enhet kost veel geld daar heb ik zelf ook wel wat moeite mee, maar ik weet wel dat dit in het belang van de industrievestigingen van Halsteren is- dan we nu doen. Zo snel mogelijk tot een goede en verantwoorde besluitvorming te komen. We hebben te maken met hogere overheden, of we dat prettig vinden of niet, zo ligt deze zaak nu een keer. Het lid Roosenboom:We hebben toch het recht, zoals elke burger het recht, om tegen de besluitvorming van Gedeputeerde Staten een Arob-geding in te stellen. De voorzitter: Dan moet U zien hoeveel geld dat weer kost, dat kost ook allemaal weer geld en tijd. Dat is nu juist het punt en neem van mij aan dat het heel moeilijk is om hier tegen in beroep te gaan als wij ons huiswerk niet goed hebben gedaan.Als de provincie op basis van haar struktuurschema o een en ander afwijst dan moet je van goede huize komen om een Arob-pro- cedure te winnen. Misschien zijn er ook nog wel andere procedures dan alleen de Arob. Maar dat wil ik nu juist vermijden. Dat wil ik nu juist vermijden door inderdaad een vrij grote investering. Ik taxeer echter dat uit eindelijk de kosten lager zullen zijn. Dat houd ik U voor. U kunt dat risiko nemen. Im ben daar tegen. Ik zeg dit als portefeuillehouder ruimte lijke ordening. Ik waarschuw U de kans is groot dat het dan meer kost. Ik kan U niet de bewijzen geven maar ik ben hier zelf haast van overtuigd. Ik had zelf ook grote moeite om met dit voorstel te komen. Vooral gezien de kosten. Maar alles afwegende, dan weten we tenminste wel waar we aan toe zijn. Dat is toch van groot belang. Je weet niet in wat voor een gat je anders springt en wat voor kosten dat dan met zich meebrengt. We hebben nogal wat kosten gemaakt in de loop der jaren door plannen niet goed te presenteren. Daar zouden we wel eens een overzicht van kunnen geven. Bijvoorbeeld van de laatste vier a vijf jaar. Plannen die daarna weer opnieuw moesten worden behandeld en weer opnieuw een opdracht aan de stedebouwkundige enzovoorts. Wat dat een geld kost! Nogmaals ik kan U niet meer meegeven dan de taxatie die wij als kollege hebben gemaakt. Ik ben van mening dat hier niet alleen financiële maar ook duidelijk ruimtelijke ordening aspekten aan de orde zijn. Dit was dan de tweede instantie. Wenst iemand stemming? Het lid Priems wenst stemming over dit punt en meneer van Eekelen wenst een stemverklaring af te leggen. Dat kan. Meneer Uytdewilligen ook. Het lid van Eekelen: Terwille van het beleid wat U dient te voeren zal ik voor Uw voorstel stemmen, omdat ik er weinig behoefte aan heb om eerst met Gede puteerde Staten in de clinch te gaan. Maar dat het niet juist is, daar blijf ik bij.

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1982 | | pagina 47