-8-
D. Volkshuisvesting.
Het lid VerbootHet gaat over de toekenning van die bouwkontingenten.
Op een gegeven moment spreken we op bladzijde 7 dat bedoeld wordt, dat er
enkel nog woningkontingenten wordt toegekend aan die bouwonderneming,
welke ons konfronteert met konkrete bouwplannen. Daar ben ik toch een
beetje huiverig van, als hiermee bedoeld zou worden dat welke bouwonder
neming dan ook,-ik neem aan dat U hiermee bedoelt die bouwondernemingen
die in het verleden of in het heden in Halsteren gebouwd hebben of ge
wend zijn te bouwen-, dat U niet de hele markt opengooit. Dat dadelijk
iemand uit Groningen bijvoorbeeld, die toevallig een prachtig bouwplan
heeft, zit te bouwen op Halsteren. Dat zou ik wel betreuren. Dan iets
verder spreekt U dat de vrije-sektor-woningbouw minder aandacht zal krijgen
dan in het verleden is gebeurd. Dat is voor de hand liggend. Bovendien zou
het een goede suggestie zijn wanneer we los zouden laten dat we tevoren
die perceelsgrootte zo exact intekenen. Want ik dacht .toch wel dat het zo
was, wanneer je spreekt over vrije sektor. De een die zal 500 meter willen
of 300 meter en er zullen mensen zijn die graag 2000 meter hebben. Hoe gek
het misschien ook klinkt met de grondprijzen, maar het is gewoon zo. Dan
spreek je pas over vrije sektor. Misschien zijn het ook wel suggesties
om maar mee te nemen.
Het lid MouwsHet zou weinig anders kunnen, wij hebben exact dezelfde op
merkingen. Die willen wij even aankaarten. Tenzij er iets aangedraqen
wordt wat die bouwondernemingen betreft,anders vind ik zoals het hier
staat juist. Maar anders kunnen we het er duidelijk mee eens zijn wat de
heer Verbogt gezegd heeft. Ook wat de opbouw betreft, als U zegt, als U
bedoelt, duidelijk aparte percelen voor vrije sektor, dan zijn wij daar
duidelijk geen voorstander van.
Wethouder Roosenboom: Een kontingent kun je naar twee kanten uitleggen.
Het gemeentebestuur kan woningen toewijzen en kan ook premies toewijzen.
In liet verleden was het zo dat vaak een half jaar vóór het jaar wat komende
was het kollege die 75 woningen ging verdelen. Een X-aantal naar verschil
lende aannemers en naar de Woningstichting. Dat ging een reeks van jaren
goed, want iedere aannemer kwam met het aantal wat hem werd toegewezen
zelfs nog tekort. Totdat de laatste jaren de klad er eigenlijk een beetje
in kwam. Dan werd er toch wel een kontingent toegewezen aan een bepaalde
aannemer, maar er werden geen woningen gebouwd. Toen heeft het kollege
gezegd, dat is nu op dit moment niet de oplossing. We gaan nu dat kontin
gent van 75 woningen dat ons voor een bepaald jaar wordt toegewezen,
verdelen als er een aannemer met een konkreet bouwplan komt dat gereali
seerd gaat worden. Dan kijken we of dat een beetje past in ons beleid en
dan krijgt hij een deel uit het kontingent. Dus niet vooraf die koek
verdelen en dan maar wachten wat er komt, maar nu maar wachten wat er
vanuit de annemerswereld komt. Mocht dat storm lopen, dan zul je naar alle
redelijkheid dat kontingent goed moeten verdelen. Het loopt echter niet
storm, dus we houden eigenlijk over. We hebben vorig jaar zeker het kon
tingent niet benut en zelfs het voorgaande jaar niet. Hoewei de laatste
jaren er weinig is gebouwd zijn er toch nog al wat plannen ingediend
in de premie-A sfeer. Daar krijgen we dan wel,-nou problemen is niet het
juiste woord-, om dat in de toekomst eerlijk te gaan verdelen. Dat zal
nogal wat cijferwerk geven. Dan de vraag over de vrije sektor. Het beleid
van het kollege van de laatste jaren is dat we hoe langer hoe meer gaan
werken met een vlekkenplan. Vroeger was het zo, dan was het plan hoe langer
hoe meer uitgewerkt. Dan was ook de kavel groter. Dat was dan ongeveer
bekend en dan kon je uit een bepaald bestemmingsplan een kavel kiezen.
Die varieerde dan in oppervlakte. Dan had je inderdaad die differentiatie.
We gaan hoe langer hoe meer over tot een bestemmingsplan, waar de wegen
zijn aangegeven en de gebieden waar gebouwd kan worden. Dat wordt dan met
een bepaalde arcering aangegeven en later komt dan de uitwerking. Dat is
ook met het plan Jankenberg gebeurd.
-9-
U verkijkt zich waarschijnlijk op het uitwerkingsplannetje dat de stede-
bouwkundige heeft gemaakt, maar dat is maar een figuratie. Daar kun je
alle kanten mee op, mits je binnen de voorwaarden blijft die van te voren
zijn gesteld. Er is dus wel bij het vaststellen van het bestemmingsplan
in de bebouwingsvoorschriften gezegd wat voor type woningen er gebouwd
kunnen worden en het aantal. Dus wat technische gegevens over goothoogte
en frontbreedte en bouwdiepte en zo. Dat is van te voren door de raad zo
vastgesteld. Maar daar zit natuurlijk, qua uitwerking, nogal wat flexibi
liteit in. Ik denk dus dat er vrije-sektor-woningen gebouwd zouden gaan
worden, dat men dan een plan indient en dan in overleg met de stedebouw-
kundige die grootte zelf kan bepalen.
Het lid VerbogtIk kan heel kort zijn. Het gaat over die kontingentering.
Daar kan ik me volledig vinden in het beleid wat U volgt, wanneer, zoals
hier staat, dat die bouwondernemingen in aanmerking komen, die gewend
zijn in het verleden hxer ce bouwen en zo. Ik maak me namelijk toch een
beetje zorgen als je zegt,"aan die bouwonderneming". Dat kan elke wille
keurige bouwonderneming uit den lande, of uit een vreer.d land voor mijn
part zijn, die dan hier gaan bouwen. Ik wil best zo ver gaan, dat er toch
nog een bepaalde bescherming is,zoals die er ook in het verleden was. Dat
je zegt, dat hier gewoon een paar mensen uit deze plaats of deze omgeving
bouwen, als een aannemer uit deze plaats inderdaad hier de kans ziet om
het te doen. Ik dacht dat die groep, zo U daar de laatste jaren mee werkt,
best leuk en groot genoeg is. Ik voel er niets voor om die zaak helemaal
vrij te gooien. Dat is nu eenmaal zo en dat is in elke plaats zo. Daar
kan ik heel kort in zijn. Een voorbeeld was Verhuinsbos. Dat waren allemaal
nogal afgepaste kavels, dat was gewoon zo, maar ik dacht dat ik daar inder
daad al aan het werken ben.. Wat betreft d ..e hele vrijheid aan die bouwon
derneming, dat vind ik eigenlijk toch nogal wat veel omvattend, maar goed,
daar ben ik het duidelijk dus niet mee eens dat dat zo hier geschreven
staat. Dat is de kwestie.
Wethouder RoosenboomIk denk dat het toch wel een algemene opmerking is.
De heer Verbogt weet het goed genoeg hoe het beleid hier altijd is gevoerd
en er is nog niet veranderd. Maar ik geloof dat het te eng zou zijn als
je zegt, alleen maar voor Halsterse aannemers. Daar zou ik toch geen ver
antwoordelijkheid voor willen dragen. Veronderstel nu dat die helemaal geen
aktiviteiten ontwikkelen. Dan zou je eigenlijk geen kant op kunnen. Maar men
kent toch het beleid dat tot heden toe gevoerd is. Als men daar tevreden
over is? Er zijn zeker in het kollege geen symptonen om dat te veranderen,
maar ik wil dit toch wel een beetje algemeen stellen. Er kan wel eens een
aannemer zijn die in nood gebouwd heeft, dat hij toch ook aan de bak kan
komen. Die mogelijkheid moet je niet uitsluiten. We leven in een vrij land
dus
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten konform het voorstel van burgemeester
en wethouders.
E. Ruimtelijke Ordening.
Het lid MouwsIn grote lijnen zijn wij het met Uw antwoord eens. Alleen
willen wij toch nog extra aandacht vragen voor het plan, of een deel van
het plan Nieuwmarkt, wat betreft die winkels. Wij hebben duidelijk gesteld,
wij waren al blij dat U zegt in eerste instantie, die geprojekteerde winkel
voorziening Nieuwstraat/Kromstraat te hebben laten vervallen. Maar ook alle
winkels in het plan Nieuwmarkt, dat dat tijdig bekeken wordt. Ik denk dat
we niet zo ver uit de buurt hoeven te blijven. Pas geleden zijn daar wat
foto's van in de kranten verschenen, dat het heel erg triest is als je een
aantal winkels projekteert waar geen emplooi voor te vinden is. Dat zouden
wij willen voorkomen. Wij denken juist onder andere aan het uitbreidingsplan
in het westen, waar we altijd voor gestreden hebben, om juist de bestaande
middenstand te handhaven en die een goedenering te gunnen. Als je nu zo maar
vrij willekeurig zegt, er moet daar ook een aantal winkelvoorzieningen komen
dan loopt men het risiko, zoals we dat meegemaakt hebben in de Rode Schouw.
