Dan zit er toch een tendens in dat ze verwachten dat ze die 72 niet halen. Wat trouwens ook uit de brieven blijkt, want op 16 november werd er in een brief geschreven dat ze redelijkerwijs op 72 deelnemers kunnen rekenen, maar op 1 de cember zeggen ze, we hebben er al 59. Dat is nog steeds niet die 72. De voorzitter: Ja, meneer Priems, dit voorstel ligt inderdaad in de lijn zoals wij dat ook in de aanbiedingsnota naar voren hebben gebracht. Dat dit onze prioriteit heeft. Ik denk echter dat U met ons van mening bent dat ondanks die doelstelling, we de financiële kant van de zaak altijd wel goed in de gaten moeten houden, dat er niet met geld gesmeten wordt. Dat is een duidelijke zaak en ik heb begrepen dat daardoor de opmerking van de heer Mouws ook is ingegeven. Ik heb hem daar misschien niet volledig op kunnen antwoorden, maar ik heb wel be grepen, dat hij uiteindelijk tevreden is met mijn antwoord. Maar hetgeen de heer Priems signaleert, dat is terecht. Het is duidelijk een streven van het kol lege om dit soort zaken te stimuleren. Voorts nog dit. Er is gesproken over open school-projekten in Halsteren en Lepelstraat. De bedoeling van de heer Mouws was niet te zeggen dat dit dezelfde doelgroep betreft, dat weet ik ook wel..De opzet is juist dat deze mensen naar andere plaatsen kunnen gaan, want deze mensen schamen zich daarvoor. En ik denk dat het daarom erg goed is,dat dit in Roosendaal wordt georganiseerd De heer Uytdewilligen. Ik kan mij voorstellen, gezien de bezuinigingsdrift van dit kabinet overigens geen drift,maar bittere noodzaak, dat hij zegt ja, die verwachting van 1.000,per deelnemer en dan ook nog het aantal gaat dat wel door. Wat betreft die 1.000,kan ik hern gerust stellen, want onlangs is bij de behandeling van de begroting van C.R.M. in de tweede kamer een motie aangenomen van het C.D.A. en de,P.v.d.A. waarin stond dat ten koste van de demokratische planning extra geld voor alfabetiseringsprojekten moest worden uitgetrokken en die motie is aanvaard. Ik denk dat die 1.000,daarom wel vaststaat. Wat niet vaststaat is het aantal deelnemers. Op 1 december had men 59 deelnemers. Men ver wacht 72. Nu een begroting zet je op aan de hand van verwachtingen en dan kun je twee dingen doen. Je kunt safety first spelen en van 59 deelnemers blijven uitgaan. Of uitgaan van 72 deelnemers. Het laatste wordt gedaan en ik denk dat dit toch wel. juist is. Vooral als men heeft gepland dat het dit aantal ongeveer zal worden. En 1 december zijn er al 59 aanmeldingen waarom zouden dan die72 niet gehaald worden. Maar helemaal zekerheid hebben we natuurlijk niet. Ik weet ook niet hoe de stand van zaken is, want dat zal men op dit moment wel weten, denk ik. Maar nog maals, wij zijn toch maar van 72 deelnemers uitgegaan. Ik denk dat het verstandiger is om te subsidiëren aan de hand van de begroting. De verwachting zoals door hun financieel is vertaald. Mochten we er aan te kort komen dan zien we dat wel, dan moeten we toch terug naar de raad, daar hent U dan zelf bij. En we zullen ook eng kritisch kijken hoe het geld dan is besteed. De begroting, zoals die nu is opgesteld, maakt bij ons geen overdreven indruk dat er teveel geld zou worden uit gegeven. Maar er zitten een aantal onzekerheden in. Maar dat is met begrotingen altijd het geval. Dat geldt voor de gemeentebegroting ook. We geven ook niet het geld exact uit, zoals het is begroot. Soms wat te veel, sorns wat te weinig, maar de begroting is wel een zware indicatie. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten konform het voorstel van burgemeester en wethouders. 6. VOORSTEL TOT HET VASTSTELLEN VAN EEN REGELING INZAKE SUBSIDIERING VAN HET "GODSDIENSTONDERWIJS OF IeVENSBESCHOIJWMLDk"VORMINGSONDERWIJS. De voorzitter: Misschien dat ik nog even een korte toelichting mag geven. U hebt vff avond een tekst op Uw tafel gevonden als aanvulling op artikel 3 derde lid van de verordening. Wat laat, maar beter laat dan nooit kwam ik vanmiddag tot de ontdekking, dat dat derde lid toch niet helemaal juist is geformuleerd. In de laatste zin staat: "onder een volledige betrekking wordt voor de toepassing van deze verordening verstaan een werkweek van 40 klokuren'.' Ik heb niet veel verstand van onderwijs, maar dat leek mij wat veel. Ik geloof niet dat dit reëel is» Er zitten hier onderwijskrachten in de raadszaal. 40 uren haalt U toch niet? Ook terecht overigens, want .40 uur in het onderwijs zou ook wat te veel van het goed1 zijn. Ik zag op het laatste moment, dat dit niet kan kloppen.Veertig klokuren per week, voor het onderwijs. Tegen 5 uur, half 6 heb ik de betreffende ambtenaar erbij gehaald en gevraagd om hier nog eens' kritisch naar te kijken en als hij j-ni" dezelfde konstatering kwam, de tekst aan te passen en een en ander op de -5- tafels te leggen. Ik heb deze tekst dus zelf ook niet meer gezien. Deze tekst luidt nu als volgt:"Bezoldiging van de distriktskatecheet geschiedt per klok uur van de vakonderwijzer in het lager onderwijs, die in het bezit is van een m.o.- akte met dien verstande dat het salaris voor een volledige betrekking van 40 werk uren als distriktskatecheet, gelijk gesteld wordt aan een salaris van 26 klok uren". Meneer Mouws heeft me voor de vergadering er al op gewezen dat die tekst ook niet zo denderend is. Ik moet zeggen ik ben er ook niet van ondersteboven,. Het is wel beter dan wat er eerst stond. De bedoelingen zijn duidelijk. Ik zou U willen vragen om dit voorlopig zo aan te nemen en dat we daar nog eens kritisch naar kijken. Mocht blijken dat dit toch niet helemaal juist is dan kunnen 'we .via de ingekomen stukken van de volgende vergadering de juiste tekst ter zake alsnog"vaststellen, want ik denk nu vanavond met z'n allen samen een goede tekst verzinnen dat lijkt mij te moeilijk en is denk ik ook niet mogelijk. Dat als toelichting mijnerzijds. Het lid Mouws: Net zo goed als ons dat vanavond niet zal lukken, is dat blijkbaar ook vanmiddag niet gelukt. Dat even terzijde. Het rammelt inderdaad. In deze zin staan teveel bijzinnen, cm maar even onderwijs-technisch bezig te zijn. Die^ maken het alleen maar moeilijker. Ik denk dat 'het meer door punten verwerkt moet worden. Dan zou het misschien duidelijker worden. Wat het stuk zelf betreft. 4 Enerzijds ben ik er gelukkig mee dat het een beetje geregeld wordt. Ik heb zelf in het verleden die eerste aanvragen meegemaakt voor dat levensbeschouwelijk of godsdienstonderwijs, of hoe je het ook mag noemen. Wij hebben toen eigenlijk gedacht, dat op zo'n ruim mogelijke basis te zetten. Met dien verstande dan wel, dat er toen alleen vanuit het rqjjtiskatholiek onderwijs behoefte bestond, en met een dermate goede omschrijving, dat wij toen vonden van, dat is zinvol om dat te geven. Ik kan me ook wel indenken dat de provinciale overheid gezegd heeft, ja, dat is toch een beetje uit de losse pols gebeurd. Jullie kunnen nooit op grond van het besluit van toen, iedere vorm van onderwijs nu even precies vertellen waar ze nu recht op hebben. Ik denk dat dat zinvol is. Net zo goed als er van de week een uitvoerige diskussie geweest is of dat bijzonder onderwijs wel recht van bestaan heeft. Ik ben en blijf daar een geweldig voorstander van. Ik vind dat een zeer zinvolle zaak. Dan denk ik toch dat met name, omdat het zinvol was in het verleden, ze daaruit misschien toch enige rechten kunnen ontlenen. Al te makkelijk wordt gesteld van, jullie zijn nooit met dat bij zonder onderwijs begonnen, maar dat is helemaal uit de tijd. Want kijk maar^ naar het aantal mensen wat je in de kerk ziet. Dat is dermate gering, dus die bijzondere scholen hoeft ook zo nodig niet meer. Ik vind dat dus duidelijk wel. Ik vind dus dat deze vorm van hulp bieden aan dat onderwijs een hele goede zaak. <t Dat heb ik in alle toonaarden in het verleden ook al meerdere keren gezegd. Wel vind ik dat met name juist omdat vanuit het dekenaat dit toen zo goed op touw gezet is, dat die eigenlijk betrokken zouden moeten worden bij het vaststellen van zo'n verordening. Om te kijken wat er nu allemaal is. Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat dit nu even op korte termijn in elkaar gezet is. Misschien hebben daar de nodige voorbeelden weer wel naastgelegen. Maar net zo goed als blijkt bij artikel 3, derde lid, dan denk ik bij mezelf, ja, is dat hele besluit wat we gaan nemen, is dat nu wel dermate goed doordacht, dat ook diegenen, waar het toch eigenlijk specifiek in eerste instantie voor bedoelo is, dat die er nu ook zo gelukkig mee zijn. Dat heb ik nergens kunnen zien. U heeiL toegerekend naar een bedrag wat zij ooit gevraagd hebben. Je zou kunnen zeg gen, nou dat is toch aardig, want als iemand 100,— vraagt en aie krijgt hij, dan moet hij dik tevreden zijn. Ik geloof niet dat dat helemaal de bedoeling is. Enerzijds ben ik blij dat U het voornemen om dat bedrag aanzienlijk te ver minderen en wat U enige tijd geleden terug heeft moeten nemen, dat U daar nu niet opnieuw mee gekomen bent. 1/an de andere kant nogmaals, heb ik niet de overtuiging dat dit al een dermate goed voldragen stuk is, waar we nu al ja tegen moeten zeggen. Ik denk dat het eerst nog eens een keertje in een breder overleg gebracht dient te worden. Het lid Helmiq-Mathijsen Gerst: Wij zijn ook blij met deze algemene verordening, maar de heer Mouws"heeft het nu over de rooms-katholieke scholen. Ik wou alleen vragen, wordt deze verordening ook bekend gemaakt aan die scholen, die niet op rooms-katholieke basis werken.Wordt het ook aan hen bekena gjomaskt

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1982 | | pagina 51