-18- toch wel eisen moeten stellen, bijvoorbeeld aan de organisatie met name ten aan zien van een demokratische besluitvorming. Ik ben dat volledig met hem eens. Vooral over een jaar zijn dat punten waar ook uitvoerig aandacht aan moet worden geschonken. Men denkt zelf aan een stichting. Stichtingen zijn zodanig te konstue- renvia de statuten, dat ze demokratisch funktioneren. Voorts moeten de subsidiëren de overheden eisen dat er goede verslagen worden gemaakt en een goede financiële verantwoording. Dus dat geeft in feite al aan dat zo'ri instelling open kan worden gemaakt. Ik geloof dat mevrouw de Goffau het was die vroeg of te zijner tijd kon wor den aangegeven hoeveel kinderen uit Halsteren ervan gebruik hebben gemaakt. Het kan zijn dat met dat gegeven heeft. Dit is echter niet ten aanzien van alle kinderen het ge val, omdat men niet de plicht heeft om de naam te noemen en om te vertellen waar men vandaan komt. Dat hoeft niet, het mag volstrekt anoniem. Maar wil men de woon plaats noemen, dat kan gevraagd worden, dan kan men het ook noteren. Akkoord. Maar willen de kinderen het niet zeggen dan hoeven ze dat niet. Dit blijkt ook uit de stukkeb die ter inzage lagen. Dat hebt U kunnen zien. Het aantal per woonplaats exact bepalen zal dus wel problemen geven. Wel het totaal aantal kinderen dat er gebruik van maakt en misschien wel een indikatie welke gemeenten er uitspringen, maar geen exacte gegevens, dat niet. Verder de vrijwilligers. Een 40-tal vrijwil ligers dat zich nu bij voorbaat hier al voor beschikbaar stelt. Dat is niet niks. Elke dag 4 uur en in het weekend ook minimaal drie uur per dag. Mensen dus die de noodzaak hiervan inzien en daarom ook hun vrije tijd hiervoor beschikbaar stellen. Waar in principe natuurlijk veel waardering voor moet zijn. Nogmaals dit geeft urir- aarct n0g geen garantie, dat een en ander absoluut noodzakelijk is. We willen hun de kans geven gezien de argumenten die naar voren worden gebracht om een start te kunnen maken en dan na een jaar via een evaluatie waar vroegtijdig mee moet wor den gestart, niet na afloop van het jaar want dan ben je te laat, bezien of we er überhaupt mee door kunnen gaan. Zeker is dat er dan nadere voorwaarden moeten wor den gesteld, bijvoorbeeld ten aanzien van het meedoen van andere gemeenten. Dat is een duidelijke zaak. Maar dan hebben deze gemeenten ook een goed inzicht of een en ander levensvatbaarheid heeft, of er in een nood wordt voorzien, ja dan nee. Dit is mijn antwoord in eerste instantie. Waarbij ik wethouder Roosenboom dan nog even aankijk, omdat hij vanmorgen in het kollege heeft gezegd dat hij er nog graag .iets aan wil toevoegen. Wethouder Roosenboom: Ik denk dat het woord kindertelefoon ook een beetje misleidend werkt,als zou het een telefoon zijn voor de allerkleinste. Maar er is mij verzekerd dat het grootste aantal dat daar gebruik van maakt toch kinderen zijn in de puber teit en zelfs tot 18 jaar. Het zou me ook niets verwonderen als zo'n telefoonnummer, -want daar wordt dan propaganda voor gemaakt op de scholen en andere instellingen-, zelfs door volwassenen wordt gebruikt als zij in nood zouden verkeren. Ik kan me voorstellen als iemand met een probleem zit dat hij dan zegt, waar moet ik terecht, en dat hij daar dan ook gebruik van maakt. In mijn eigen werkomgeving zit ik eiger* iijk tussen die kategorie jongelui. Die zijn gewoon afhankelijk van de man hoe hij zich op stelt. Dan blijkt in de praktijk dat toch jonge mensen met allerlei proble men zitten en dat zijn zeker niet altijd mensen met problemen in de relatie ouder kind. Dat is zeer zeker niet altijd het geval. Dat kunnen problemen zijn van ver uiteenlopende aard, maar waarvan net het kind dit probleem met zijn ouders niet aan durft en eigenlijk met dat probleem rondloopt. Ook kun je hebben,-dat ervaar ik vaak i! mijn werk,- dat er een gezin is waarvan de ouders gescheiden zijn of opnieuw getrouwd» maar dat relatie kind ten opzichte van pleegmoeder-pleegvader niet de relatie is zoals die eigenlijk is van het kind met de echte vader. Dan kan zo iemand met een probleem rondlopen, en dat wil hij toch wel kwijt. Dan probeer je in die richting een advies te geven. Maar vaak móet je zeggen,"heb je daar nu zoveel problemen mee, dat telt toch niets-voor, dat komt toch overal zo voor". Dan geeft datal een bepaalde opluchting. Dan is daar de jongen of het meisje even mee geholpen. Als je nu kijkt wat er in onze maatschappij voor nazorg is voor volwassen mensen die in hun leven zijn gestrand. Ik heb hier zomaar een lijstje voor mij liggen. De stichting maatschap pelijk werk doet daaraan, de stichting jeugd en gezin, S.O.S.-dienst, Medisch Op voedkundig Bureau voor Levens en Gezinsvragen, Sociaal Psychiatrische diensten, dokter Rutgershuis, Maatschappelijk advies en informatiecentrum, consultatie bureau voor al cohol en drugs, en zo kun je nog meer opnoemen. Dat zijn allemaal instellingen, die kosten de gemeenschap miljoenen, voor volwassen mensen die zijn ontspoord. Als we nu in een beginstadium van een jong mens tot mens in wording, die een probleem heeft en dat probleem vroegtijdig met een eenvoudig telefoontje op kunnen lossen dan kan die -19- ontsporing, die dan later zou kunnen gebeuren misschien achterwege gelaten worden. Dan vraag ik mij af, voor ons in West-Brabant is het een experiment, terwijl het in andere delen van Nederland goed funktioneert, moet dan West-Brabant achter blij ven lopen terwijl er gegevens bekend zijn dat het elders in Nederland voorziet in een behoefte. Ik zou er tegen protesteren als die telefoon, -zoals dat in de krant wordt genoemd-, het gezag van de ouders ondermijnt. Dan zou ik daar ook nooit aan meewerken. Dat is helemaal niet het geval. Ik denk dat het misschien maar een klein percentage is wat daar bij mee speelt. Het voorstel zoals nu door het kollege wordt gebracht is voor dit jaar en na dit jaar deze zaak bekijken, en bekijken met andere gemeenten in het Streekgewestniet. eventueel het eiland Tholen en St. Philipsland, de hele zaak te evalueren.Dan vind ik, dan moet je dit een kans geven. Ik kan U verzekeren,-en daar wil ik het bij laten, nogmaals uit eigen ervaring-, dat die gevallen er zijn. Dat hoeven persé geen gevallen te zijn die die hoeksteen van het ouderlijk gezin ondermijnen. Gewoon alledaagse probleempjes. Het gaat mij iets te ver om daar voorbeelden van te noemen. Maar we zitten met volwassen mensen bij elkaar en iedereen kan zich wel dit soort voorbeelden bedenken. Het lid l/erboqtIk ben niet zo positief over dit geval. Er zijn een hoop vragen bij de diverse raadsleden. Tot zover kunnen de begeleidsters het wel aan, Hoe groot is het aantal kinderen? Ik denk ook wat de heer Uytdewilligen memoreerde en de heer van den Kieboom. Ik denk dat we bezig zijn met het schepnen van oneigenlijke situaties, het zoveelste instituut van bijstandverlening, in gezinsverband, in de kerkgemeenschap, of in welzijnswerk buurtwerkersnoem maar op. We moeten de kinderen denk ik, weer leren vertrouwen te hebben in ouders, familieleden etc. Want ik vind ook duidelijk dat in Nederland de helft van deze instituten moest verdwijnen. De kinderen of jongeren zien door de hulpverlende instanties de eigen steunpunten in hun omgeving niet meer. Wat betreft die anonimiteit dat vind ik ook prachtig. Men spreekt hier van, we gaan een experiment doen, we gaan bekijken, we gaan kontroleren, we gaan tellen. U memoreert zelf, het is in anonimiteit. Het is de vraag of die rnensen, die organisatie, al of niet op in zullen gaan. Ik ben duidelijk van mening dat we meer bezig zijn met het verwijderen van onze kinderen uit het gezinsleven. LI kunt wel stellen, die problemen zus en die problemen zo. Hadden wij dan geen van allen in het verleden die problemen. Zijn die problemen nu alleen van deze tijd. Vroeger waren-zeer misschien net zo goed. Dan zal iedereen lachen, hé die man gaat naar vroeger. Memoreren, dat kan dan makkelijk zijn. Maar ik wil duidelijk stellen, wat de heer Uytdewilligen daarstraks stelde, in gezinsverband moeten we terug. Wanneer het gezinsverband dan inderdaad op diverse plaatsen is doorbroken, akkoord. Ik stel zonder meer dat er familieleden zijn waar deze kinderen terecht kunnen. Wij moeten niet op voorhand, steeds weer opnieuw,mogelijkheden.gaan scheppen waar iedereen dadelijk maar weer naar toe holt. U noemt in het voorstel een aantal instellingen uit Bergen op Zoom en Roosendaal die hier iets aan willen gaan doen. Ik vraag mij of wij roomser zijn dan de paus, orn maar even in termen te spreken. Dit in tegenstelling tot gezichtspunten van gemeente Bergen op Zoom,Roo sendaal Steenbergen en Wouw, die geen subsidie verstrekken. De aanloopkosten daar spreken we ook over. Men zegt, we gaan even kijken naar de aanloopkosten. Wat gaat het kosten. Wordt het weer dit en wordt het weer dat. Ik ben blij dat de wethouder nog even het groot aantal instituten noemt dat al aanwezig is voor volwassenen en jongeren. En niet alleen voor volwassenen en jongeren, U zegt duidelijk dat het hier niet gaat om kinderen, maar toch gaat om groepen die toch wel iets ouder zijn. U noemde zelf het voorstel misleidend; de tekst althans. Dan stel ik laten we het vereenvoudigen. De helft van die instituten laten verdwijnen en trachten om onze kinderen weer zo op te voeden dat ze toch weer voldoende vertrouwen krij gen in hun ouders en hun familie. Het lid van Elzakker: Het is een moeilijke zaak en ook wij vinden het heel moei lijk. Ik vind toch, althans zo denken wij er over, dat wij de mensen die dit aan durven een kans moeten geven. Als blijkt dat het een goede zaak is, laat dan Halsteren de primeur hebben om te zeggen, het is toch wel een goede zaak. Wij zijn er voor om deze mensen voor een jaameen kans te geven, en dan uiteindelijk volgens het voorstel en niet automatisch. Maar dan moet het wel gedegen op poten gezet worden.

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1982 | | pagina 45