-16-
10VOORSTEL TOT VERKOOP EN RUILING VAN GRONDEN IN HET BESTEMMINGSPLAN RODE SCHOUW,
De voorzitter: Het zijn in feite twee verkopen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten konform het voorstel van burgemeester
en wethouders.
11. VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN DE 11E WIJZIGING VAN DE GEMEENTEBEGROTING 1932
.(DIVERSE POSTEN).
De voorzitter: Dit zijn twee voorstellen. Ik stel voor om deze voorstellen afzon
derlijk in diskussie te brengen. Dus eerst is aan de orde kosten school psycholo
gische diensten.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten konform het voorstel van burgemeester
en wethouders.
5.e voorzitter: Dan kosten kindertelefoon West-Brabant in oprichting.
Het lid van den Bos-Beckmann; Allereerst wensen wij uit te spreken dat het kollege
alle waardering verdient voor het brengen van het voorstel. Waar immers de grote
nabuurgemeenten het af laten weten durft U het initiatief toch positief te bena
deren. Het bestuur van de kindertelefoon heeft naar onze mening de zaak zeer gede
gen en doordacht opgezet. Wij vinden het een waardevol initiatief. Nu bellen veel
kinderen naar Rotterdam, maar ons inziens moeten ze dichter bij terecht kunnen.
De kindertelefoon Rotterdam namelijk beschikt niet over een sociale kaart van West-
Brabant, zodat er geen mogelijkheid is om kinderen door te verwijzen naar andere,
instanties. De kindertelefoon West-Brabant zou beschikken over kontaktpersonen bij
alle profesionele instellingen, zodat een flink stuk drempel kan worden wegge
nomen. Naast, en dat wil ik met nadruk stellen, het uitgangspunt van de kindertele
foon op de eerste is, de kinderen terug te praten naar de ouders. Daarnaast kunnen
ds kinderen namen en telefoonnummers krijgen van professionele instellingen. Het
veel gehoorde dat alleen grote stads kinderen behoefte zouden hebben aan een kin
dertelefoon gaat ons inziens niet op, omdat de.ervaring met kindertelefoon uit an
dere plaatsen leert, dat wel uit 50 verschillende gemeenten gebeld wordt. Wie zou
den wij trouwens zijn om te zeggen of onze Brabantse jeugd wel of geen behoefte
heeft aan een kindertelefoon. De tijd zal het leren.
Het lid UytdewilliqenWij hebben ernstige bezwaren tegen het voorstel, en wel om
de volgende redenen. Ten eerste, er is geen enkel konkreet gegeven dat kindertele
foon in West-Brabant c.q. Halsteren een noodzaak is. Men gaat zuiver af op veronder
stellingen, welke naar mijn mening zijn gebaseerd op de grotere steden. Ten tweede,
met zo'n dienst gaat men niet of nauwelijks bestaande situaties in de hand werken.
En voor konkrete gevallen zijn er zeker andere bestaande diensten, die deze geval
len kunnen opvangen. Ten derde, maar wel de belangrijkste. Men gaat mogelijk de re
latie ouders-kinderen in plaats van verbeteren - verslechteren, en daar wij nog
steeds uitgaan van een gezin als hoeksteen van de samenleving, zijn wij tegen dij?-*
voorstel, Ook wil ik nog opmerken dat de genoemde kommissie in zake dit stuk, de
grootste meerderheid vóór was, doch dat er 3 leden niet aanwezig waren in die kom
missievergadering
Het lid de Goffau-van Kaam: Ik was ook in de kommissie aanwezig. Ik ga wel akkoord
met de gevraagde subsidie voor 1982, maar daar heb ik wel een paar restikties aan
verbonden. Dat na en tijdens de proefperiode dient te worden bekeken of a. de bege
leidsters de verantwoordelijke taak die ze op zich hebben genomen wel degelijk aan
kunnen, want het lijkt mij geen sinecure om bij welke grote problemen jongeren ook
kunnen hebben, telefonische bijstand te verlenen c.q. door te sturen naar het ad
vies orgaan. Dan als tweede punt b, wil ik ook graag weten, tijdens en na die proef
periode, hoe groot het aantal kinderen uit Halsteren is met werkelijke problemen
wat opbelde. Ik denk wel dat dat administratief te verwezenlijken is door degenen
die aan de telefoon zitten.
Het lid MensWij hebben over dit voorstel vrij uitvoerig gediskussieerdNiet met
name over het bedrag, maar wel om het principe over de noodzaak van de kindertele
foon. Het bleek dat hierover zeer moeilijk te oordelen is. Wij staan derhalve niet
afwijzend tegenover deze subsidie en zijn met IJ van mening dat. ook de kanttekening
die U geplaatst heeft terecht is alvorens in het vervolg deze subsidie nog verder
te gaan verlenen. Wij hebben echter wel bezwaren tegen de organisatievorm waarin de
ze kindertelefoon is geplaatst. Het is een partikulier initiatief Derhalve is het
onkontroleerbaarAan wie moet. verantwoording worden afgelegd. Wij hadden liever
gezien dat het onder de auspiciën van het J.A.C. was gebeurd, dan had men een be
paalde organisatievorm waaraan men verantwoording verschuldigd was. Dat was eigenlijk
ons bezwaar ten aanzien van dit voorstel.
Het lid van den Kieboom: Zoals de heer Mens zegt, het is een heel moeilijk punt om
daar een bepaalde overeenstemming over te krijgen. Ook wij hebben daar in de groe
pering uitgebreid over gediskussieerd. We hebben ook van verschillende zijden onze
voorlichting gehad wat de doelstelling daaromtrent betreft. Ook bij de stukken die
uitgebreid waren. Toch heeft men mij niet kunnen overtuigen van de noodzaak van die
kindertelefoon. Dan kun je zeggen, moeten wij dan deze mensen een kans geven om dat
uit te proberen. Daar zit ook weer een gevaar aan. Wij hebben in de afgelopen maanden
In de media kunnen lezen dat er verschillende gemeenten in de regio zijn die er eigen
lijk toch wel aan mee zouden moeten doen, maar daar heel terughoudend in zijn. In
eerste instantie eigenlijk afwijzend. Ik ben dan ook van mening dat men mij en een
groot gedeelte van mijn groepering niet heeft kunnen overtuigen van de noodzaak er
van. Daarnaast de bepaling die U opneemt, in de volgende jaren, als U zegt wij doen
de volgende jaren mee als de andere gemeenten ook mee doen. Dat vind ik natuurlijk
ook gevaarlijk. Stel je voor dat deze mensen dit in een jaar tijd op poten zetten en
het blijkt dat ze dan het volgende jaar het hele zaakje moeten terugdraaien omdat
er geen subsidies verleend wordt. Vandaar dat ik ook tegen dit voorstel ben.
De voorzitter: Diverse woordvoerders hebben naar voren gebracht, dat het een moeilijk
punt is om deze zaak af te wegen, voor en tegen. Hier heeft het kollege ook mee
geworsteld, dat mag U we.l weten. Wij waren in eerste instantie ook niet direkt over
tuigd. Wij hebben ons daarom laten voorlichten. Ook tijdens de kommissievergadering.
Mensen van de desbetreffende organisatie hebben gebruik gemaakt van het vragenhalfuur-
tje en hebben toen daar ook nog een nadere toelichting gegeven. We hebben er daarnaast
in het kollege uitvoerig over gediskussieerd. Misschien dat wethouder Roosenboom hier
ook nog wel wat aan wil toevoegen. Hij als man van het onderwijs heeft wat ervaring
met problemen, die de jeugd kan hebben. De heer Uytdewilligen heeft principiële be
zwaren tegen het voorstel. Principieel, omdat hij zegt het gezin is de hoeksteen van
de samenleving en wij vinden dat hier misschien de kinderen tegen de ouders worden op
gezet, dat proef ik er een beetje uit, dat hij dat bedoelt. Ik vind dat dit een voor
stel is,dat je in alle rust moet kunnen bediskussieren, met alle respekt voor eikaars
standpunt. Ik wijs wel op de instellingen, die betrokken zijn bij de oprichting van
deze kindertelefoon. Dat is onder andere het. Medisch Opvoedkundig Bureau in Roosen
daal, die zeer veel ervaring heeft, juist met jeugd die moeilijke problemen heeft
en daardoor in krisissituaties terecht komt. Daar is het M.O.B. speciaal voor. Er
wordt regelmatig ervaren bij het M.O.B. dat de drempel van het M.O.B. en ook van an
dere dergelijke instellingen bijzonder hoog is. Vooral voor de jeugd om rechtstreeks
die instellingen te bereiken. En de bedoeling van de kindertelefoon is een lage drem
pel, men kan anoniem telefoneren met de hulpdienst. Anoniem kan men hun problemen
voor leggen en kan er worden gesproken. Dit spreken is soms al een opluchting, maar
daarnaast zijn er de mogelijkheden tot verwijzen. Ook mogelijkheden om te verwijzen
naar de ouders. Bijvoorbeeld praat daar met je vader en moeder over, want dat is
toch belangrijk. Het is zeker, en dat heb ik ook uit de toelichting begrepen, het
is zeker niet de bedoeling om een tegenstelling tussen de ouders en kinderen teweeg
te brengen. Ik denk dat in de relatie tussen ouders en kinderen in eerste instantie
de problemen worden opgelost en in 80, 90, 95?ó van de gevallen is dat natuurlijk ook
zo, dan worden de problemen binnen het gezin uOpgelost. Het gaat echter juist om de
uitzonderings gevallen. Een andere organisatie "Jeugd en Gezin", die ook veel erva
ring heeft op dit gebied, staat ook volledig achter dit initiatief. Dit zijn zo wat
argumenten die op zich niet doorslaggevend hoeven te zijn, maar die wel aan het den
ken zetten. Mevrouw de Goffau zegt, na die periode, die proefperiode, moet de zaak
goed worden geëvalueerd. Dat vinden wij ook. Na dat jaar moet goed bekeken worden
of een en ander überhaupt een funktie vervult in West-Brabant. Of die nooa die nu
wordt gesignaleerd, of die inderdaad in West-Brabant aanwezig is. Men zegt, maar dit
kan ik niet hard maken, dat momenteel veel kinderen bellen met de hulpcentrale in
Eindhoven en in Rotterdam. Daar zijn wat cijfers over, echter geen exacte cijfers.
Ik denk dat dit over een jaar goed onder de loep moet worden genomen. Na een jaar
funktioneren zullen -indien de centrale in een behoefte voorziet- toch praktisch
alle gemeenten moeten meegaan. Anders is het niet haalbaar. We kunnen dan samen be
kijken of het recht van bestaan heeft. Over een jaar is dit pas goed te bezien.
Thans nog niet. Daarom ook dat bedrag van 400,— a 500,— dat nu gesubsidieerd
wordt om het mogelijk te maken dat over een jaar goed kan worden bekeken of een en
ander noodzakelijk is, ja dan nee. De argumentatie die nu door diverse instanties
is gegeven heeft ons overtuigd dat het een goede zaak is dat het een jaar wordt uit
geprobeerd, mede gezien de problematiek waarom het gaat. De heer Mens zegt, je zult