-17- Het lid Helmiq-Mathijsen Gerst; Naar aanleiding van dit gesprek over het milieu wou ik het volgende aan de commissaris vragen. Het is eigenlijk zo, dat in Nederland in het algemeen een goede milieuwetgeving is, maar dat ik het gevoel heb dat de meeste bedrijven en industrieën uitstekend meewerken wat die milieu- voorzieningen betreft. Dat men echter op moet passen dat men daar niet te zwaar aan tilt. Een soepel beleid van de overheid. Een duidelijk beleid. Geen verstikkende milieuregels waardoor het bedrijfs leven niet optimaal kan funktioneren. Dat is in deze tijd, waarin het bedrijfsleven en dus de werkgelegenheid, voor tal van grote problemen staan, naar onze mening niet gewenst. Zou het mogelijk zijn om het beleid ten aanzien van de milieuwetgeving te versoepelen. De commissaris van de Koningin:Ieder beleid mevrouw, kan versoepeld worden. Of het moet is een heel andere vraag. En ik denk dat wij in het algemeen een tamelijk stevig milieubeleid voeren en dat dat ook gewoon goed is. Dat in het algemeen de eisen niet onredelijk zijn. Een andere kwestie is dat ik denk dat ons hele vergunningensysteem,- ik weet dat ik dan over een heet hangijzer spreek-, en allerlei procedures die met al die zaken gemoeid gaan, dat die voor het bedrijfsleven een hele zware last betekenen. In het algemeen zullen bedrijven overal ter wereld langzamerhand gekonfronteerd worden met milieu-eisen. Dat weten ze ook en ik denk in het algemeen als die goed bestudeerd zijn, en door deskundigen mede worden opgesteld, meestal in overleg met de bedrijven waar het om draait, dat dat niet de grote moeilijkheid is. Het brengt extra lasten mee, dat weet ik wel, maar die zullen op de een of andere manier ergens weer verrekend moeten worden. Ook dat moeten we weten. We moeten kijken dat de produkten niet zo duur worden en het hele bedrijf om zeep helpen. Maar dat wij al te zware milieu-eisen zouden stellen in beginsel door de hele overheid in Nederland, daar ben ik nog niet zo helemaal van overtuigd, moet ik zeggen. Ik geloof dat dat op zichzelf best redelijk te kwalificeren valt. Er zijn zelfs hele groepen die vinden dat het allemaal veel te ruim. veel te soepel en veel te gemakkelijk gaat. Daar zou ik me zeker niet bij willen scharen, want een beetje van de andere kant kijkende weet ik maar al te goed hoeveel tijdrovende studies er nog zijn om sommige bedrijven te kunnen formuleren die dan meestal ook nog weer aange vochten worden. Dat hele verhaal zal ik nu maar niet oplepelen. Wat ik wel vind dat is dat, zeker in de huidige ekonomische situatie de overheid gewoon de dure plicht heeft om te zorgen dat die zaken snel verlopen. Dat men ook snel weet waar men aan toe is. Dat men snel weet of men een investering kan doen ja of nee. En als men die investering doet, welke eisen er dan aan gesteld worden om ook nog te voldoen aan de eisen die daar gelden. Dat is het enige kommentaar wat ik hierop kan geven. Ik denk in het algemeen dat wij in Nederland toch trachten redelijk te zijn. Over het algemeen wordt, ook met het bedrijfsleven dunkt mij, in hele goede verhoudingen over deze zaken gesproken. Ook daar doet zich het verschijnsel voor. Dus hetzelfde zoals ik straks met de planologie zei. Er zijn hele inge wikkelde produktieprocessen ontstaan, het was natuurlijk heel wat gemakkelijker om milieueisen te stellen denk ik aan een sigaren fabriek of iets van dien aard, dan aan fabrieken die de meest ingewikkelde chemische produkten tot stand brengen en anderszins. Vandaar dat het ook veel tijd en moeite kost en veel deskundigheid opeist. Maar dat het een beleid is waarvan je zou zeggen, dat moet echt hele maal versoepelen, ik weet niet of ik dat met U kan meevoelen. Ik denk wel dat het versneld moet worden, verduidelijkt moet worden, vooral ook, en dat in onze procedures misschien een tikkeltje minder mogelijk heden zouden moeten zitten om telkens weer vertragende bewegingen te ondernemen.

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1982 | | pagina 101