-18- om Wij vinden, dat vinden we nog steeds, dat dat een stukje eigen verantwoordelijk heid is. U zegt dat ook een stukje eigen financiële verantwoordelijkheid van de ouders mag worden verwacht. Ondanks het feit dat U niet helemaal aan onze wens tegemoet gekomen bent, zijn wij toch bereid om dit voorstel te steunen. Het lid Flens: In Uw antwoord had U het over de eventuele konsequenties die dit ten gevolqe zouden kunnen hebben. Nu zou ik toch graag van U willen horen wat die konsequenties kunnen of zouden zijn. Het lid de Goffau-van Kaam: Wat betreft het bedrag dat genoemd staat. In de raads stukken stond 10.960,Wij hebben neem ik aan 12.000 inwoners. Dat is nog geen gulden per inwoner voor levensbeschouwelijk onderwijs. Het lid Uytdewilliqen: Het gaat ook onder andere om de bezuiniging zoals er in die aanbiedingsbrief staat, maar in de begroting 1981 staat een bedrag genoemd van 18.658,en nu voor 1982 zou dat 10.960,zijn. Daar komt al een be zuiniging van 8.000,op. Op de tweede plaats zou ik toch ook nog terug willen komen op Bergen op Zoom die maar 75% betaalt. Ik vind dat eigenlijk geen goede vergelijking. Dan kunt U beter Steenbergen pakken. Dat is ongeveer een gemeente van dezelfde grootte en die betaalt wel 100%. Het lid van den Kieboom: Ik ben het duidelijk wel met het voorstel eens. Ik vind met het kollege, dat men op alle posten moet proberen te bezuinigen, ook omdat het in de aanbiedingsbrief eigenlijk al gesuggereerd is dat dit zou gaan komen. Ik kan hier wel mee instemmen. De voorzitter: De heer Walthuis staat positief tegenover het voorstel. Hij wil echter nog een stap verder dan het kollege van B&W, dat wil B&W niet. Flaar ik kan me toch voorstellen, gezien deze stap- zo gaat dat bij onderhandelingen- dat hij toch met het voorstel akkoord kan gaan. Hij lacht, ja dat is op dit moment aktueel. Alleen is het jammer dat zijn partij op dit moment niet bij de onder handelingen betrokken is, althans dat zal hij van mening zijn. Hij kan dus met het voorstel meegaan. De heer Flens vraagt wat zijn de konsequenties? Het gaat c levensbeschouwelijk onderwijs. Dat betekent dat in principe alle scholen hier gebruik van kunnen maken van welke confessie dan ook. Bijvoorbeeld humanisme is ook een vorm van levensbeschouwing. Ik neem aan dat dit ook geen problemen zal geven. Hier is destijds het voorstel ook op gebaseerd geweest, dat weet ik. Flaar wij beginnen, of beter gezegd wij zijn bezig te financieren nog wel voor de volle 100% het begeleiden van onderwijzend personeel. Dat is een eerste stap in een bepaalde richting en daar moeten we erg voorzichtig mee zijn. In de wet zijn de taken vermeld waar wij verantwoordelijk voor zijn. Die taken voeren we uit, meer dan dat. We hebben er zelfs meer geld voor over dan we ter zake ontvangen van het rijk en terecht. Om echter het begeleiden van onderwijzend personeel voor de volle 100% door de lokale overheid te laten financieren dat vinden wij te ver gaan. Straks komen hier nog andere taken bij, want dit pakket is natuur lijk uit te breiden. Het hoeft niet beperkt te blijven tot alleen levensbe schouwelijk onderwijs. Straks kunnen ook andere zaken spelen waarop onderwijzend personeel begeleid zal moeten worden. Denk maar eens na wat er in deze samenleving gaande is, hoe het gedrag van de jeugd zich steeds wijzigt enzovoorts. Waardoor dus specifieke begeleiding van onderwijzend personeel nodig zal blijken te zijn. Dit soort zaken is volstrekt vergelijkbaar met het nu aan de orde zijnde onder werp. Ik weet,U kunt hier dan wel nee tegen zeggen, dat kan maar men zal dan toch deze vergelijking maken. Het ene wel en het andere niet. Dat is dan het gevolg van onze stap in deze richting. Daarom dat wij iets terughoudender een stukje eigen verantwoordelijk zien, meer om principiële redenen, om aan te geven dat dit niet alleen een taak is voor de lokale overheid. Mevrouw de Goffau, ik ben op dit moment kwijt welke vraag U gesteld hebt. Het lid de Goffau-van Kaam: Ik zeg dat als je het hoofdelijk omslaat het nog geen gulden per inwoner kost. De voorzitter: Dat is niet helemaal juist. U doelt op de feitelijke uitgaven ter zake. Deze zijn lager omdat degene die belast is met dat begeleiden, een tijdje niet als zodanig werkzaam is geweest en daarom zijn de kosten het afgelopen jaar meegevallen. Men heeft dus door omstandigheden niet ten volle gebruik gemaakt van het gevoteerde bedrag. Maar waar het om gaat is dit gevoteerde bedrag. Meneer Uytdewilligendit is tevens een antwoord op Uw ter zake gemaakte opmerkingen. Voorts zegt hij waarom wordt Bergen op Zoom genoemd? Ik gebruik Bergen op Zoom echter niet als zodanig. Ik heb gezegd evenals Bergen op Zoom zijn wij van mening.

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1981 | | pagina 93