-16- Tegeliikertijd vind ik dat wanneer je 75% subsidie zou gaan toekennen in plaats van 100%,-je weer extra belasting vraagt van de ouders, terwijl de ouders wat het schoolgaan betreft toch al in diverse mate belast zijn. Ik stem dus tegen het voorstel. Ik ben voor 100% subsidiëring op levensbeschouwelijk onderwijs. Het lid Mens: Ook wij hebben moalijkheden met de 25% uit eigen bijdragen die ge leverd moet worden voor onderricht voor dit onderwijs op levensbeschouwelijke basis. Wij vragen ons af of het niet mogelijk is dat er bij dit onderricht efficiënter te werk gegaan zou kunnen worden. Dus dat toch misschien het bedrag, dat door U is vastgesteld op 75%, gehaald zou worden, maar dat door de ouders geen bijdrage geleverd zou moeten worden. Wij stemmen ook tegen dit voorstel zoals het hier voor ons ligt. De voorzitter: Ik zal proberen uiteen te zetten wat het kollege van B&W beweegt om met dit voorstel te komen. Overigens hebben we dit reeds aangekondigd in de aanbiedingsbrief bij de begroting 1981, dat we dit zouden doen, dus het is op zich geen verassing. Meneer Mouws heeft daar toen ook op gereageerd dat is juist. We hebben dit voorstel ook behandeld in de raadskommissie. U hebt uit het verslag van de raadskommissie kunnen zien dat er nogal verschillend over werd gedacht, dat het zelfs tot een staken der stemmen kwam dat verschijnsel kennen we overigens in deze raad ook. En nu zijn we dan bij de raad, dat is de normale gang van zaken. Deze procedure hadden wij ook aangekondigd bij de begroting 1981. Wat zijn nu de argumenten. In de eerste plaats zijn er een aantal taken voor het basisonderwijs en het kleuteronderwijs die zijn in de wet vastgesteld, die door de gemeente worden gefinancierd. Dat is geen punt, dat gebeurt ook, daar krijgen wij ook financien voor van het rijk, ofschoon ik daarbij moet vermelden dat wij als gemeente meer beste den dan wij ontvangen van het rijk zowel voor het basisonderwijs als het kleuter onderwijs. Dat is U bekend dat dit zo is. Het is duidelijk dat wij prioriteiten stellenbij het onderwijs en dat we daar extra geld voor over hebben, dat is uitstekend dit is een goede zaak. Dit levensbeschouwelijk onderwijs echter is een extra taak bestemd voor bepaalde scholen. Ik kom daar zo nog op terug mevrouw de Goffau omdat U een aantal scholen noemde. Bestemd dus voor bepaalde scholen.^ Voorts betreft het geen onderricht direct aan de leerlingen van de school, dat is het niet, het is het begeleiden van de onderwijzers. Om de onderwijzers wat dat betreft up to date te houden daar gaat het in feite om. Ook ten aanzien van de levensbeschouwelijke aspekten verandert er veel, is de maatschappij in beweging. Ter zake wordt het onderwijzend personeel dus bijgespijkerd. Dit is dus te verge lijken zoals de heer Mouws ook deed met de schoolbegeleidingsdienst. Ook door de schoolbegeleidingsdienst worden de onderwijzers onder andere begeleid. Overigens 5P is het ten aanzien van de schoolbegeleidingsdienst zo, dat men steeds meer inzie dat dit een taak is voor de rijksoverheid en niet voor de lokale overheden, die tendens is er duidelijk. Ik verwijs naar duidelijke uitspraken van de minister, ook wordt een en ander reeds gedeeltelijk door het rijk gefinancierd, omdat dit taken zijn die niet alleen zijn op te brengen door de lokale overheid, dat is het punt. Wat betreft het levensbeschouwelijk onderwijs gaat het nu nog om een bepaalde school. Alle scholen kunnen hier mee komen, alle levensbeschouwelijke richtingen zouden hier gebruik van kunnen maken. Als wij dit sec dan voor de volle 100% als een lokale taak zien dan zijn de konsequenties niet te overzien. Dat is wat ons beweegt. Voorts zeggen wij hier liggen ook andere verantwoordelijkheden. Ouders die kiezen voor een bepaald soort onderwijs, en dat is hun goed recht en dat is gelukkig een goed recht, dat is een groot goed waar we zeer voorzichtig mee moeten omspringen, laat dat voorop staan, maar mensen die kiezen voor een bepaalde richting van het onderwijs dragen hiervoor ook een gedeelde mede-verantwoordelijk heid vinden wij als kollege. Dus gedeeltelijk daarom komen wij dan ook met 75% iuist omdat dit geen taak mag zijn en kan zijn alleen voor de iokale overheid. De konsequenties zouden veel te groot zijn. Nu is het dit en straks komt er wat anders. Als deze uitspraak nu in principe wordt gedaan namelijk dat dit soort zaken voor de volle 100% voor rekening van de lokale overheid moet zijn, dan kan dit grote konsequenties met zich meebrengen. Daarom zijn wij met de gemeente Bergen op Zoom van mening dat 75% een acceptabel percentage is waarbij de eigen verantwoordelijk heid van de ouders dan ook tot uitdrukking komt.Of dit ook het argument van de gemeente Bergen op Zoom is dat is mij overigens niet bekend. Ik zie wel dat we gezamenlijk betalen met Bergen op Zoom en een paar andere gemeenten in deze om geving.

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1981 | | pagina 91