Want leegstand betekent nog steeds verval. Al met al gaat met deze operatie nogal wat geld gepaard. Vandaar dat ik gezocht heb naar mogelijkheden binnen het voorstel om wat bezuinigingen aan te brengen. Integratie van het kleuteronderwijs en het basisonderwijs betekent in de ontwerp-wet voor het milieu-basisonderwijs 1983 een volkomen eenwording van de beide onderwijsvormen. Eén directeur of één directrice en één schoolwerkplan en gaat U zo maar door. Is het dan niet absurd om in 1981 nog een aparte ruimte te creëren voor het kleuteronderwijs, die dienst moet doen als ruimte voor de koffiepauze en als kantoor terwijl er ruimte te over is. Be- stekpunt 3, wat dus 3.000,— bijna 4.000,exclusief gaat kosten, dat kan er dus uit en de inrichting van bijna 3.000,dat zou er dus ook uit kunnen. Het bespaai de gemeente bijna 8.000,— a 9.000, Is het mogelijk dat een reconstructie van de speelplaats door de gemeente in eigen beheer wordt uitgevoerd. Dat zou dan natuurlijk ook nog een bron zijn waarop je kunt bezuinigen. In het voorstel staat dat het schoolbestuur voor de uitvoering van de werkzaamheden de voorkeur heeft uit gesproken voor Jonkers en de Keyzer, maar uit betrouwbare bron heb ik vernomen dat dit niet waar is. Ik neem aan dat het schoolbestuur gerechtigd is zelf een aan nemer aan te wijzen. Bij de ter inzage gelegde stukken lag een advies van de in- spektie. Mag ik aannemen dat ook de inspektie positief geadviseerd heeft? Het lid van den Bos-BeckmannMijn vragen zijn eigenlijk al gesteld ik wilde ook graag weten of er al kandidaten zijn, of verzoeken van kandidaten, voor die nieuwe bestemming van de kleuterschool. De voorzitter: De heer Mouws stelt dat hij het eens is met dit voorstel en dat het in feite al veel te lang heeft geduurd. Wat daar de reden van mag zijn? Ik kan dat niet helemaal beoordelen echter wel wat betreft het laatste jaar. Er werden eerst stukken ingediend die niet voldeden aan de eisen. Dit houdt de zaak dan weer op en dan moet eerst de inspekteur er weer bij betrokken worden dat duurt dan een aantal maanden. Dat is een van de redenen dat dit voorstel niet bijvoorbeeld een aantal maanden eerder in de raad is gekomen. Ik weet niet of hij hier op doelt of dat hij aan uitstel van een aantal jaren denkt. Daar kan ik dan niet direkt antwoord op geven. De offertes van de aannemers zijn conform de wensen van de raad. Er is door 2 aannemers een offerte gedaan, de goedkoopste is genomen. De laagste inschrijver heeft een goede bestekomschrijving gemaakt. De wijze waarop een en ander gepresenteerd wordt geeft alle vertrouwen dat het werk in goede handen zal zijn. Ook dat speelt natuurlijk een belangrijke rol bij. Voorts vraagt de heer Mouws zich af of er wel overleg is geweest. Dit overleg is er geweest in zo verre dat wij een paar keer aan tafel hebben gezeten te weten twee keer met het schoolbestuur en met de inspekteur van het onderwijs om deze zaak door te spreken en toen is ook het punt van de aannemer aan de orde geweest. Verder vraagt de heer Mouws, of hij vraagt eigenlijk niet, hij breekt een lans door voor, wat de bestemming wordt van het bestaande gebouw dat leeg komt. Met name breekt hij een lans voor de bibliotheek en het peuterspeelzaalwerk-Wij zeggen als kollege niet dat deze voorzieningen hier zeker zullen worden gerealiseerd maar als hij bedoelt wilt U dit bezien, wilt U daar alle,prioriteit aan geven, dat die mogelijkheid er in zit dan zegt het kollege daar ja tegen, zonder op dit moment te garanderen dat dit zal gebeuren. Dit houdt namelijk ook verband met financiële consequenties enzovoort,enzovoort. Maar wij zullen dit als eerste onderzoeken,deze mogelijkheid, deze toezegging zullen wij duidelijk doen. Dan een aantal vragen van mevrouw de Goffau. Mevrouw de Goffau becijfert een bedrag van 31.000, als vergoeding die we nu krijgen voor de leegstaande lokalen, terwijl dat straks maar 15.000,zal worden. Dat is de vraag mevrouw de Goffau. Dit houdt verband met het jaar dat wordt genomen als stichtingsjaar. Wordt een later tijdstip genomen dan is het veel gunstiger en zal het verschil niet zo groot zijn. Daarom dat wij ook pleiten voor een stichtingsjaar 1981. Hier zullen we ons voor inzetten. Dat het geld kost, dat is duidelijk, maar het doel waar naar gestreeft wordt dat is ook erg belangrijk. Ik denk dat we als Halsteren er toch wel trots op kunnen gaan dat wij zeker niet achter lopen als het gaat om integratie tussen het basisonderwijs en het kleuter onderwijs. U hebt daar onlangs in het dagblad de Stem nog een overzicht van gezien waar alle scholen onder de loep zijn genomen, met welke scholen we zover zijn en waar nog wat moet gebeuren, ik moet zeggen dit was een uitstekend overzicht en hier blijkt uit dat wij hier zeker niet achterlopen wat dat betreft.

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1981 | | pagina 89