-11- De voorzitter: De heer van Eekelen brengt naar voren, hij wijst hier uitdrukkelijk op, dat wij konden weten hoe hij er over denkt omdat hij daar bij de algemene beschouwingen nog op heeft gewezen. Dat is bekend, hier hebben wij ook over ge sproken in B&Wdat hebben wij mee gewogen. Dan zijn argumenten, hij zegt wij zien toch liever dat een en ander voor de aanvang van de raadsvergadering plaatsvindt. B&W denkt daar iets anders over. Ik heb daar tijdens de algemene beschouwingen ook op gewezen met name vindt B&W in de eerste plaats dat zoveel mogelijk mensen in de gelegenheid gesteld moeten worden om hier gebruik van te maken. En als je zoveel mogelijk mensen in de gelegenheid wilt stellen dan komt het vragenhalfuurtje het beste tot zijn recht als je dat bij een kommissievergadering doet, want het is niet een ieder gegeven om in een openbare vergadering als deze vragen te stellen aan de raad of het kollege van B&W. Iedereen heeft de moed niet om dat te doen. Dit ligt bij een kommissievergadering anders, dat gaat wat informeler. Daarom vinden wij dat op deze wijze meer mensen in de gelegenheid worden gesteld om vra gen te stellen. Wat betreft gekozen vertegenwoordigers. Ook in in een kommissiever- gadering zitten gekozen vertegenwoordigers. Met name de wethouder en altijd een aantal raadsleden. Zelfs raadsleden die zich specifiek bezig houden met die beleidsterreinen welke in de kommissie worden behandeld. Ons inziens worden de l vragen dan op de juiste plaats gesteld. Dit zijn in feite de argumenten van het kollege. Ik geef toe er zijn best andere argumenten tegenover te stellen,dat is toch altijd zo. Het is nooit absoluut ja of nee. Dat ben ik dan wel met de heer van Eekelen eens. Maar dit zijn de beweegredenen van het kollege van B&W. Ver der hetgeen mevrouw Heimig naar voren brengt, zij zegt de vragen moeten toch op de agenda betrekking hebben. Volgens ons ook op de agenda.Wij zijn van mening dat we vragenstellers ook gelegenheid moeten geven vragen te stellen die niet direct op de agenda betrekking hebben maar wel op de portefeuille, op de beleidsterreinen die de kommissie behandelt waar ze verantwoordelijkheden voor draagt. Dat moet mogelijk zijn, omdat dit voorstel is ontstaan naar aanleiding van wensen van de raad, om in het algemeen gelegenheid te stellen tot het stellen van vragen in de raad. Dus niet beperkt tot bepaalde onderwerpen. Nu vonden wij dat als je een en ander dan beperkt tot de onderwerpen, die in de kommissie aan de orde zijn, dat we dan niet volledig tegemoet kwamen aan de wensen van de raad. Daarom moet het mogelijk zijn om vragen te stellen, waarover dan ook, mits op het terrein van de kommissie. Als het de kommissie Gezondheidszorg en Milieu is, dan kan men dus vragen stellen die betrekking hebben op milieu en gezondheidszorg. Maar uiteraard ook vragen over de agendapunten. Daarom dat we ook voorstander zijn om een en ander voor de aanvang van de kommissievergadering te laten plaatsvinden. Dan de suggestie van de heer Mouws. Je kunt er over stoeien of dat na een jaar of een half jaar bekeken moet worden of het funktioneert. Het kollege heeft er geen enkele moeite mee om dit na een half jaar al te bespreken. Dat vind ik verder geen punt, dat vind ik best dat is maar de termijn die je neemt. Maar neem dan wel de termijn zodanig dat het ook een half jaar heeft gefunktioneerd en begin niet vanaf heden. Want in de maand juli zijn er geen vergaderingen, dan moet je wel bij augustus beginnen te tellen. Maar verder hebben wij geen bezwaar tegen een halfjaar want het is geen must dat dit een jaar moet zijn. Het lid Verboqt: Onze fraktie is niet tegen dit voorstel, dat kunnen wij zonder meer stellen, doch wij vinden wel dat U een en ander goed zult moeten overwegen. Dat hopen wij althans. U stelt dus, er is gelegenheid tot vragen stellen maximaal een half uur, maximum vijf minuten per spreker, maar in die vijf minuten kan die spreker als hij heel vlug praat, vlugger als ik, misschien wel 20 vragen stellen. Dan krijgen we nog iets anders. Het is zo, de voorzitter verdeelt de beschikbare tijd en de voorzitter, hoe een goede het dan ook is, zal die vragen beantwoorden. Nu vragen wij ons in alle gemoedsrust af waarom dan de kommissie daar bij aan wezig moet zijn. Het komt ons over dat het eigenlijk een beetje stoeien is tussen het publiek en de voorzitter. Die houdt daar eigenlijk een vragenhalfuurtje. Dat kan ontzettend lang uitlopen, want wij begrepen er uit dat er een half uur is uitgetrokken voor het stellen van de vragen.

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1981 | | pagina 86