-9- Alleende heer Verboven die noemt dit en passant, omdat hij bezwaar maakt dat hij zijn voortuin dreigt kwijt te raken en vraagt dan aan de gemeente, gee F mij dan een stukje aan de achterkant, want daar kan toch niet worden gebouwd, want daar staat eer LPG-tank. Dat beweert dan de heer Verboven. Maar of daar wel of niet gebouwd kan worden, zover zijn we nog niet. Dat er toch misschien wel gebouwd kan worden in de toekomst, dat acht ik niet uitgesloten. Wij weten dat daar een LPG-tank is die in dertijd daar is gekomen met goedvinden, ook van de inspekteur van de Volksgezond heid dezelfde die ook bezwaar maakt tegen bestemmingsplan Jankenberg. Toen stonden die woningen er ook allemaal. Maar ja, de tijden kunnen kennelijk ook veranderen. U hebt ook gelezen dat het gemeentebestuur, als dat problemen op zal kunnen gaan leveren voor het bestemmingsplan, met de eigenaar gaat praten of er iets veranderd kan worden of er meer veiligheid ingebouwd kan worden. Op dit moment is dat echter nog niet aan de orde. Dan heeft mevrouw de Goffau nog gevraagd naar het verwerven van de eigendomsrechten. Zover het mij bekend is, is een gedeelte van de grond eigendom van de gemeente. De andere gronden zijn eigendom van partikulieren en ondernemingen. Maar de gronden die wij het eerste zouden willen gebruiken voor de sociale woningbouw dat wordt hoofdzakelijk gepleegd op grond van de gemeente, en van één eigenaar en die eigenaar heeft in principe alle medewerking toegezegd om in minnelijke schikking de grond te verkopen aan de gemeente. Ik heb niet de indruk dat andere eigenaren waarvan wij eventueel grond nodig hebben voor het bouwen van woningen, dat die moeilijk doen. Er zijn nog een paar mensen bij waarvan we niet zulke grote stukken grond nodig hebben. Er is een redelijke overeenstemming bereikt dat als je zo ver gaat en je krijgt aan de andere kant een stukje bijdan heb je ook bij mij geen problemen. Er zit één persoon in het bestemmingsplan die duidelijk nee zegt. Maar dat hebt U ook kunnen lezen. Ik denk dat het verkrijgen van de gronden zonder onteigening kan gebeuren. Dat hoop ik zeker, want anders wordt het een langdurige procedure. Maar er is geen enkele reden om aan te nemen dat we daar moeten gaan onteigenen. Ik denk dat dat soepel zal verlopen. De voorzitter: Wat betreft de LPG-tank gaan we er niet van uit dat er geen woningen gebouwd kunnen worden. We gaan konform de milieuprincipes te werk dat betekent dat er maatregelen getroffen moeten worden aan de bron. Dat is ons uitgangspunt, dat is ook ons antwoord aan de heer Verboven, die hier formeel overigens geen be zwaar tegen maakte, daar heeft de wethouder gelijk in. Hij tipt het even aan, maar wij vonden het toch wel zo belangrijk, dat we er op zijn ingegaan en niet aan voor bij zijn gegaan. Maar wij zijn van mening dat je dan niet de woonbebouwing meteen weg moet halen maar dat eerst maatregelen aan de bron moeten worden getroffen. Mocht dat niet lukken op de een of andere manier dan komt er een nieuwe situatie en dat zien we dan onder ogen. We zullen in elk geval de veiligheidseisen die noodzakelijk zijn in acht nemen. Het lid de Goffau-van Kaam: In het voorstel vind ik dat er heel duidelijk tegemoet gekomen is aan een groot aantal bezwaarden. Ondanks de nog niet reëele afronding van hetgeen U dus net in eerste instantie als antwoord gegeven hebt, heb ik er het volle diae vertrouwen in dat de nog liggende problemen ook werkelijk opgelost zullen wor den en kan ik daarom instemmen met het plan Jankenberg. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten konform het voorstel van burgemeester en wethouders. 4. VOORSTEL TOT VASTSTELLEN VAN EEN VOORBEREIDINGSBESLUIT VOOR HET VOORMALIGE CODA- KOMPLEX OP DE JANKENBERG. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten konform het voorstel van burgemeester en wethouders. 5.VOORSTEL TOT HET NEMEN VAN EEN VOORBEREIDINGSBESLUIT VOOR EEN PERCEEL GROND OP DEN BERG. Het lid Mouws: Wij zijn het met het voorstel eens. Alleen, U schrijft in het voorstel, binnen deze verruimende bepalingen zal het plan tevens moeten voldoen aan te stellen eisen van welstand. Ik dacht dat, zoals wij er tegen aan kijken, het een schitterend plan was. Wij vinden dat welstand de laatste tijd erg veel bezwaren heeft. Ik dacht dat het een advies was aan het kollege en geen dwingende eis. Ik vraag me dus af waarom U het nu dus zodanig stelt in dit voorstel.

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1981 | | pagina 84