Deze tien woningzoekenden zijn er bij de lange lijst zo maar even bovenop gekomen. Vrij onverwachts voor de Woningstichting. Ik zal geen namen noemen. Ik zal de personen die er nu in wonen maar noemen 1,2,3 en 4, waarvan nummer 4 op 21 mei een woning is toegewezen in de Wethouder Bogersstraat. Resteren er nog drie probleemgevallen, waarvan gemakshalve genoemd nummer 3 vorige week een huis is toegewezen in de Mozartstraat hetwelk is geweigerd omdat hij de woning te klein vond. Nummer 2 heeft op zijn inschrijfformulier zelf ingevuld dat hij een woning wil hebben waar een stalling bij staat voor twee paarden. Ik ben vanmiddag nog eens voor alle zekerheid gaan bekijken bij de Woningstichting of het toch wel waar is dat hij dat heeft geschreven. Hij heeft dit namelijk via de krant ontkend, maar het staat zwart op wit. U begrijpt dat de Woningstichting, waar ik enorm veel respekt en lof naar toe wil zwaaien, geen woning met een stalling voor paarden beschikbaar heeft. Daar is niet aan te voldoen. Rest persoon nummer 1. Die is tot op heden toe nog geen woning aangeboden. In volgorde van inschrijving zijn deze mensen dus afgehandeld. Er is één persoon die een reële gegadigde is die nog een woning moet worden aangeboden. De Woningstichting heeft alles ge daan wat binnen haar vermogen lag om in deze zaak een oplossing te vinden. Er is bijna wekelijks kontakt geweest tussen het gemeentebestuur en de Woningstich ting. Er is de hoogst mogelijke prioriteit aan gegeven. Dit op advies van het gemeentebestuur. Er zijn over deze zaak gesprekken geweest met het kollege van B&W en de Woningstichting. U weet dat er de laatste tijd geen woningen zijn ge bouwd. Men heeft binnen de normale afvloeiing in het woningbestand voor die zeven mensen een oplossing moeten zoeken. Als er geapplaudiseerd zou moeten worden dan mag het publiek dat nu doen, maar dan voor de Woningstichting. Dan over het slopen van de woningen. Ik moet zeggen dat dat een zeer ondoorzichtige zaak is omdat die woningen vaak van eigenaar zijn verwisseld. Ik heb nog niet zo lang geleden, naar ik dacht met de toenmalige eigenaar gesprekken gehad om die wonin gen te doen slopen. In dat rijtje zit er in de nok een knik. Die woningen ver schillen van peil 1,5 ten opzichte van de anderen. Het had dus goed gekund om die eerste vijf, of die laatste vijf van welke kant je het wil bekijken, om die te slopen. Alleen had die man daar enige vrees mee. Hij zei, als wij slopen, hebben we dan recht om daar opnieuw terug te bouwen? Ik heb hem die garantie toegezegd, dat als hij die woningen sloopt, hij altijd recht heeft om daar ter plaatse konform het bestemmingsplan terug te bouwen. Helaas, U weet dat de Stichtse ook inmiddels weer failliet is gegaan. Er zijn weer andere eigenaren en ik heb U verteld dat ik vanmiddag gesprekken heb gehad met een architekt die met een aan nemer uit Steenbergen weer plannen heeft om deze zaak over te nemen. Alleen er worden abnormale hoge prijzen voor gevraagd. Maar dat is niet aan de orde. Aan de orde is eigenlijk de bewoning voor de bewoners en het verlengen van de ontrui mingstermijn. Er zijn vele gesprekken geweest, ook via het kollege en onderge tekende met verschillende eigenaren, die zich regelmatig opvolgen. Het is een bijzonder ingewikkelde materie. Maar ik kan U verzekeren dat er door het ge meentebestuur en de Woningstichting verschrikkelijk veel tijd en aandacht aan besteed is en nog steeds wordt besteed. De voorzitter; De heer Mouws had nog een financiële vraag wat betreft de vordering die wij hebben op de Stichtse. We hebben die vordering uiteraard eerst ingediend via normale fakturen. Daarna ontstond het faillissement en hebben wij bij de curator de vorderingen aangemeld. Dat is de normale weg. Meer kan er niet gedaan worden. Hoeveel er dan betaald wordt dat is afhankelijk van de uitdelingslijst. Voorts kan er een kompromis aangeboden worden. Dat wat betreft de financiële vraag. Het lid Princen: Ik wil er eigenlijk maar niet te lang meer over praten. Ik heb het nu van de wethouder gehoord en van de voorzitter. Ik hoop dat het de aandacht mag hebben van heel het kollege en dat we zullen proberen en moeten proberen om toch zeker voor de winter deze mensen nog aan een goed onderdak te helpen. Anders denk ik toch dat we van de winter in de problemen komen. Het lid Mouws: Ik heb geen antwoord gekregen over het eventueel opknappen als dat nodig zou zijn, op kosten van de eigenaar. Op de tweede plaats het vastleggen van de claim voor eventueel toekomstige eigenaren en het daaraan verbinden mede werking om een nieuwe woning terug te leveren. Ik vind dat de gemeenschap daar niet voor op hoeft te draaien.

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1981 | | pagina 60