-2- 12. Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet voor het aanbrengen van voorzieningen in verband met ruiling gronden van den Aarsen (15e wijziging begroting 1981). 13. Voorstel tot vaststelling van de 75e wijziging begroting 1980 salarislasten huidig en voormalig-personeel over 1980 (Staten LIa en Lib). 14. Voorstel tot vaststelling van de 76e wijziging begroting 1980 (Staat L—III- oveige materiële uitgaven). 15. Voorstel tot het vestigen van zakelijke rechten als bedoeld in artikel 5, lid 3, sub b van de Belemmeringenwet Privaatrecht. 16. Voorstel tot het verlenen van subsidie aan open school aktiviteiten in Halsteren en Lepelstraat. 17. Voorstel tot het vaststellen van de tarieven Oosterscheldebad voor het seizoen 1981. I OPENING: j De voorzitter opent de vergadering met het gebruikelijke gebed. De voorzitter: Mag ik U verzoeken dames en heren nog even te blijven staan omdat ik enkele woorden tot U wil richten in verband met het overlijden van de heer van Wezel. Geachte raad, op 9 april j.l. is van ons heengegaan de heer Jacobus Marinus Pieter van Wezel. Vanaf 1949 onafgebroken lid van onze raad, waarvan 21 jaar - van 1953 tot 1974 - tevens wethouder. Hij genoot het vertrouwen van veel inwoners van onze gemeente, hetgeen tot uitdrukking kwam in zijn lange staat van dienst als raadslid. Voorts genoot hij het vertrouwen van de raad, hetgeen tot uitdrukking kwam in het 21 jaar funktioneren als wethouder. Dit vertrouwen in hem was terecht. Het belang van de gemeente stond bij hem steeds voorop. Zijn rol als bestuurder is voor onze gemeente van zeer grote betekenis geweest. Ik noem een aantal aspecten: de weder opbouw van onze gemeente na de watersnoodramp; de uitbouw, groei van onze gemeen te daarna; en daarmee gepaard gaande wegenuitleg had speciaal zijn belangstelling; de aankoop van het landgoed de Beek en de energievoorziening in de onrendabele gebieden. Dit zijn een aantal voorbeelden. Tijdens de eredienst bij zijn begrafenis heb ik gezegd: "Een man van de grote lijnen die zich niet met de details bezig hield"- Ik heb hem helaas niet lang mogen meemaken. In de korte periode dat dit wel het ge val mocht zijn, bijna een jaar, heb ik hem ervaren als een rustig en een zeer even wichtig bestuurder. Een man die met overtuiging en goed geargumenteerd zijn werk als raadslid verichtte. Niet dat U en ik het altijd met hem eens was maar dat hoeft ook niet. Hijzelf luisterde ook altijd naar argumenten van anderen. Hij respecteerde andere meningen. Zijn stoel is nu leeg. Halsteren heeft in hem een goed bestuurder verloren. Wij als raad tevens een geacht raadslid, voor velen van U een vriend. Ik weet dat ik namens U allen spreek als ik mevrouw van Wezel en de overige familie leden van Koos van Wezel, toewens dat zij de kracht mogen ontvangen om dit verlies te dragen. Ik stel voor, dat wij nu ter nagedachtenis aan Koos van Wezel een minuut stilte in acht nemen. 1. VASTSTELLING VAN DE NOTULEN VAN DE VERGADERINGEN VAN DE RAAD VAN 5 FEBRUARI 1981 EN 19 MAART 1981. De voorzitterEr zijn geen op- of aanmerkingen binnen gekomen. Zodat deze notulen hierbij zijn vastgesteld. 2. INGEKOMEN STUKKEN EN MEDEDELINGEN. De voorzitter: Wenst iemand punten van de ingekomen stukken en mededelingen aan de orde te stellen? Het lid Princen: 25. De voorzitter: Dan voegen we punt 25 van deingekomen stukken en mededelingen toe aan de agenda als laatste punt van behandeling. Voor het overige wordt besloten konform de voorstellen van burgemeester en wethouders 3. VOORSTEL TOT HET BEPALEN VAN EEN DEFINITIEVE LOKAT IE WOONWAGENCENTRUM. Het lid Priems: Het is verleidelijk, nu we weer spreken over de lokatie van een woonwagencentrum in Halsteren, te verwijzen naar de notulen van vorige ver gaderingen, naar de tekst van onze algemene beschouwingen en naar de inhoud van ons verkiezingsprogramma. De fractie van de Partij van de Arbeid heeft zich al tijd op het standpunt gesteld dat Halsteren zo snel mogelijk zijn eigen verant woordelijkheid moet aanvaarden en binnen de gemeentegrenzen een standplaats voor woonwagens moet inrichten. Wij onderschrijven het beleid van integratie dat ten grondslag ligt aan de beslissing om de grote regionale centra te ver delen in kleinere gemeentelijke woonwagencentra. Wij onderschrijven ook vol ledig de normen die woonwagenschap en provincie stellen aan de door de gemeen ten aangedragen potentiële lokaties. Ik citeer met instemming do. woorden van mijn partijgenoot van den Bos in de laatste gecombineerde commissie-vergadering over dit onderwerp: Politieke lafheid. Omwille van protesten door familie, bekenden of kiezers durven meerdere fracties in deze raad de knoop niet door te hakken waar het Halsterse woonwagenkamp gesitueerd moet worden. Al jaren lang wordt de boot afgehouden. Het zal zo lang moeten duren dat de provinciale overheid zelf een plaats aanwijst. Die mogelijkheid komt gevaarlijk dichtbij en dat zou een brevet van onvermogen betekenen voor het Halsters gemeentebestuur. De argumentatie die het college geeft bij het voorstel dat we nu behandelen vinden wij zorgvuldig en overtuigend. Gelet ook op de mening van provincie en woonwagenschap Westelijk Noord-Brabant, steunt onze fractie het voorstel van B&W. Tot slot nog dit: Door het jarenlang uitstellen en weigeren te kiezen voor een lokatie heeft Halsteren bij voorbaat al pogingen gedaan orn de gewenste integratie tussen woonwagenbewoners en de andere Halsterse inwoners te laten mislukken. Maar het tij kan nog gekeerd worden. Wellicht ligt er hier een taak voor kerkelijke en/of maatschappelijke organisaties. Al eerder heeft men vanuit die kringen de prijzenswaardige bereidheid getoond om via een permanente begeleidings groep te komen tot de integratie van een culturele en etnische minderheid. De inspanningen waren toen gericht op de Vietnamese bootvluchtelingen. Nederlands sprekende woonwagenbewoners lijken me ook een aardige doelgroep. Het lid van Elzakker: Ik zal er niet zoveel woorden over vuil maken. Het is prachtig verzonnen vind ik, het verhaaltje dat de gemeentelijke autonomie zal worden aangetast wanneer wij niet vlug beslissen. Ik laat rne daar nog niet bang door maken. Wij, de meerderheid van de raad, hebben al meerdere malen een voorstel aanvaard waar het woonwagenkamp wel zou mogen komen. Om verschil lende redenen is daar nooit iets van terecht gekomen en heeft men in de wan delgangen maar gezegd, daar mag het niet komen, dat is natuurschoon. Het zal overal altijd wel wat zijn. Wat de heer Priems zei, dat er leden, frakties zijn, die geen beslissing durven nemen; dat durven wij heus wel. Maar ik vind dat de P.P.C, eerst zelf maar eens een beslissing rnoet nemen. Wanneer die genomen is, dan vind ik dat wij dan verder kunnen praten over een loka tie. Wij praten over integratie en dan ligt. het misschien ook wat makkelij ker om de juiste lokatie aan te wijzen. Het is zo. wij zijn hier tegen en ik wil straks dan ook stemming vragen en tegen het voorstel van het kollege stemmen. Het lid van den Kieboom: Ik vind het een goede zaak dat IJ op dit moment met het voorstel komt tot het aanwijzen van een lokatie. Het heeft al lang ge noeg uitstel gehad en het wordt nu een keer tijd dat we daar een beslissing over nemen. De beslissing zou misschien gemakkelijker geweest zijn wanneer er een uitsluitsel zou zijn wat betreft het uitbreidingsplan, maar dat laat ook lang op zich wachten. Uiteindelijk moeten we nu toch een beslissing ne men. De Zoutendamseweg is het meest haalbare omdat daarvoor bij diverse instan ties eigenlijk min of meer de goedkeuring toegezegd is. Of het nu precies de Zoutendamseweg moet worden, daar heb ik eigenlijk mijn twijfels over. Ik weet wel dat het misschien verstandig zou zijn, wanneer het in die buurt of in de Zoutendamseweg zelf zou komen, om daar ook het nieuwe uitbreidingsplan te gaan maken. Wanneer dat zou gebeuren dan is het misschien wenselijk om het in dat uitbreidingsplan op een andere plaats te situeren. Maar voorlopig sta ik achter het voorstel van B&W, I

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1981 | | pagina 44