-12- De gemeente kan dan ook zeggen, dat is ons doel. Ik zie geen aanleiding om punten uit deze reaktie nog in de nota op te nemen. Het is prettig dat het Opbouwwerk van zich heeft laten horen, maar alleen vraag ik me wel af of een ingekomen stuk niet een aantal dagen eerder toegestuurd had kunnen worden. Het lid RriemsIk wil twee korte opmerkingen maken. We zijn vanavond aan het einde van onze aktiviteiten wat betreft de decentralisatie van het welzijn. We zijn van avond aan de afsluitende fase om vast te stellen het plan en het programma. Ik vind het een goede zaak dat wij in Halsteren er in geslaagd zijn dat te doen zonder konflikten zoals in vele andere gemeenten die met dezelfde opdracht worstelen zeg maar, wel gebeurd is. Alleen zou je dan de vraag kunnen stellen of het niet een beetje te maken heeft met het weinig betrokken zijn van veel Halsterse verenigingen bij het gebeuren. Ik moet zeggen dat de response op die hoorzittingen mij toch wel een beetje was tegengevallen. Wat betreft de brief van het Opbouwwerk. Ik denk inderdaad dat dit niet bedoeld is als een bezwaarschrift, maar gewoonweg een verdedi ging van zichzelf omdat er nogal wat pittige 'zaken over het Opbouwwerk naar voren zijn .gekomen. Onder andere ook in de PON-nota. Daarom denk ik ook dat ik volledig kan onderschrijven wat mevrouw de Goffau zegt, dat het Opbouwwerk nu een goede por in de rug heeft gehad. Het heeft blijkbaar toch wel wat goede gevolgen. De voorzitterU brengt naar voren meneer Priems dat dit een afsluiting is van een belangrijke periode. We zijn er lang mee bezig geweest vanaf zomer 1979 dacht ik f 1 ongeveer. Ik denk dat wij toch sarnen verheugd kunnen zijn dat dit plan zonder al te veel konflikten, eigenlijk zonder konflikten, tot stand is gekomen. Het betekent nogal wat voor de komende vier jaar. We .hebben geprobeerd zoveel mogelijk openheid te betrachten. Als U zegt de response op de hoorzitting viel mij wat tegen, dan zijn we het daarmee eens. In feite kwam de response nog in hoofdzaak van de Stichting Opbouwwerk. Niet alleen van de Stichting maar hoofdzakelijk wei. Dat was jammer, maar goed ik denk dat de professionele instellingen, niet alleen in Halsteren maar ook in andere gemeenten, zich hebben laten horen, omdat zij nogal ongerust zijn omdat de subsidiestromen die voorheen rechtstreeks door het rijk werden, toebedeeld aan die desbetreffende stichtingen, nu worden geleid via de gemeente en daar zijn toch nog wel wat zorgen over. Daarom dat men zich nogal weert en dat kan betekenen dat de vrijwilligersorganisaties dan wel eens iets in de verdrukking komen. Maar dat is overigens in Halsteren niet het geval geweest, want zij hoefden echt niet in de verdrukking te komen. De vrijwilligersorganisaties hebben volledig de mogelijk heid gehad om zich te laten horen. Een andere konklusie kan ik niet trekken, want de opkomst was goed, was behoorlijk. Men had echter niet veel kritiek op de nota. Die konklusie moeten we ook trekken en dat is een kornplimerit waard voor degenen die zich daarvoor hebben ingezet en zo noemde ik net met name de ambtenaren en de be- qeleidingskommissie en ais B&W speel je daar uiteraard ook wel een rol in, maar daf' is meestal de finishing touch. Overigens zo nu en dan met een tussentijdse bespre king als je vindt dat dit nodig is. Daarom dat ik de waardering toch graag over hevel naar degene die ik net noemde. Mevrouw de Goffau heeft dat irr feite ook «konstateerd. Ze heeft geen kritiek geuit j op de nota die door het kollege is uitgebracht rnaar wel op de brief van de Stichting Opbouwwerk. Ik neem aan dat ze de eerste pagina waarin staat dat die brief wat .laat is bezorgd door ziekte ook gelezen heeft, maar ze is daar waarschijnlijk toch niet geheel van ondersteboven. Ik ben dat wel met haar eens, Het is zelfs de vraag of als dat dan zo is namelijk de ziekte of het dan wel juist is dat die brief alsnog bij ons bezorgd werd. Daar kun je vraagtekens bijzetten. Je kunt nauwelijks verwach ten dat daar dan nog een behoorlijke response op komt van de gemeente. Men heeft het toch gedaan en we hebben geprobeerd de brief nog tot zijn recht te laten komen. Al die punten die mevrouw de Goffau opnoemde zal ik niet herhalen. Dat is weinig zinvol. Misschien de punten waar we iets zinnigs over kunnen zeggen. Over de kadertraining is bijvoorbeeld wel wat gezegd in de jaarverslagen maar niet veel. In 1979 wordt dit aangekondigd bijvoorbeeld maar' in .1980 is het niet uitgevoerd. In 1978 en 79 wordt er in de jaarverslagen ook niets van gezegd. Maar we hebben in onze nota wel aange kondigd dat het Opbouwwerk hiermee wil starten. Dat staat op bladzijde elf van de nota»; -13- Het is verder overigens niet zo belangrijk. Men heeft hieraan gewerkt, maar dat wil niet zeggen dat daardoor de bedoelde kloof al smaller is geworden. Overigens geeft regel 1 tot en met 35 op bladzijde een geen aanleiding tot het maken van verdere opmerkingen. Wat betreft het inschakelen van de scholen en de bibliotheek op bladzijde twee. Wij willen dat stimuleren zodat dit nog beter gebeurd dan nu. We zeggen niet dat het nu niet gebeurt, want via de bibliotheek bijvoorbeeld wordt bekendheid gegeven aan sociaal kulturele aktiviteiten. Dat weten wij wel. Maar we vinden dat het nog beter kan gebeuren. Met name ben ik daar op gestuit toen we bezoek hadden van leerlingen van de L.H.N.O.-school. Ik heb het wel eens vaker ge zegd in deze raad. Deze leerlingen wisten niet welke aktiviteiten er waren. We hebben toen samen afgesproken, om eens te proberen of een en ander op het publikatiebord van de school kan worden vermeld, zodat ze daar steeds voortdurend mee worden ge- konfronteerdDat vonden ze een erg goed idee. Dat was onder andere hetgeen met deze opmerking werd bedoeld. Maar dat noem je niet met name, want er kunnen meer vormen zijn die kunnen worden gebruikt. Dit was onder andere de bedoeling. We gaan hier nu maar niet verder op in. Dan het nieuw te starten onderzoek in 1982. Mevrouw de Goffau zei het al de behoeften van de jeugd veranderen nogal eens. Als we dit eind 1982 uitvoeren dan is het vorige onderzoek v.ier jaar oud, want de desbetreffende nota is in juli 1978 uitgekomen. Ik heb zelf twee zoons die een leeftijdsverschil hebben van vijf jaar. Ik konstateer nogal verschillen in opvatting, die rechtstreeks met dit leeftijdsverschil te rnaken hebben. Ik verbaas me er dan ook over dat de Stichting Opbouwwerk hier anders over denkt. Met name als je dan ziet wat er de afgelopen jaren is gebeurd. Het Trefpunt heeft naar aanleiding van het laatste onderzoek haar aktiviteiten gestart. Eerst liep dit min of meer redelijk. Het is later echter weer fout gegaan. Nu probeert men weer op nieuw andere aktiviteiten van de grond te krijgen.Scouting is in onze gemeente goed van de grond gekomen. Dit is toch een nieuw feit, dat in het onderzoek betrokken moet worden,de scouting, evenals de leeftijdsgroep waar je op doelt. Destijds is de groep genomen van 13 tot en met 17 jaar. Ik denk dat wij gezien de uitspraken ook van deze raad nu iets lager gaan zitten. Als men de raadsstukken leest dan kon men weten wanneer de gemeentegids wordt uitgegeven. Daar spreek ik mijn teleur stelling over uit. Ik spreek mijn teleurstelling uit over het feit dat de Stichting Opbouwwerk de raadsstukken niet leest. In de aanbiedingsbrief voor de begroting van 1981 staat vermeld wanneer de gemeentegids zal worden aangeboden. Waarbij ik dan wel moet vermelden dat voor het eerste kwartaal het tweede kwartaal moet worden gelezen. Dat wel, maar men had het kunnen weten. Die teleurstelling van hen daar verbaas ik mij over. Voor de rest ben ik met mevrouw de Goffau en met de heer Priems van mening dat we verheugd mogen zijn en blij dat er nu weer veel aktiviteiten worden ondernomen door de Stichting Opbouwwerk. Men heeft een plan gepresenteerd voor 1981 waar alles uitvoerig in vermeld staat. Ik denk dat we dit plan ook zullen behandelen in de kommissie Welzijn., Verder moet ik uitdrukkelijk vermelden dat er in het verleden natuurlijk wel een aantal zaken door Stichting Opbouwwerk zijn aangepakt. Het gaat er alleen om of het voldoende is. Ik heb tijdens de hoor zitting gezegd, ik kom de Stichting bij aktiviteiten te weinig tegen. En dan denk ik bijvoorbeeld aan de diskussies die hier gevoerd zijn in de gemeente over be stemmingsplan "Theodorushaven"Daar had ik het Opbouwwerk tegen moeten komen tijdens de hoorzittingen. De inwoners van Halsteren waren op die hoorzittingen niet aan wezig. Het is duidelijk een funktie van de Stichting Opbouwwerk om te organiseren dat de inwoners daar wel komen. Althans men moet dit proberen. Dat heb ik gemist. En over Woonwagencentra .idem dito, ook daar heb ik het Opbouwwerk gemist. Dat zijn specifieke taken voor het Opbouwwerk. Er werd mij gevraagd tijdens de hoorzitting noem eens voorbeelden. Ik wilde dat toen niet doen. Ik ben van mening dat dit in deze raad wel mag gebeuren. Er zijn kritische kanttekeningen gemaakt in de nota richting Stichting Opbouwwerk. Ik vind terecht. Maar daarnaast ook waardering voor het werk dat ze hebben gedaan. Wij zijn echter van mening, dat men in de afgelopen jaren meer had kunnen doen. Ik denk dat hier n'u verbetering in komt. Dit is de mening van het kollege. Verder loop ik alle punten die U genoemd hebt mevrouw de Goffau maar niet na, misschien dat we over een aantal zaken iets genuanceerder denken, maar dit weet ik niet zeker en het heeft ook weinig nut voor de behandeling verder van dit plan.

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1981 | | pagina 41