-14- 11. VOORSTEL TOT HET VERLENEN VAN MEDEWERKING EX.ARTIKEL 72 DER LAGER-ONDERWIJSWET 1920 VOOR DE AANSCHAF VAN LEER-EN HULPMIDDELEN .T .B.V. DE R.K". GL.O.-SCHOOL "DE BIEZENHOF". Het lid PriemsWij zijn blij dat het kollege de signalen uit de raad gehoord heeft er bij het schoolbestuur heeft aangedrongen op het uitbrengen van een tweede offerte of in ieder geval duidelijk uitleggen waarom er geen tweede offerte is en waarom ze volstaan met één. Bij de stukken zoals die ter inzage lagen, lag wel de brief die U terecht hebt doen uitgaan, maar er was nog geen antwoord van het schoolbestuur, als die brief op dit moment nog niet binnen is, dan denk ik dat wij er zo langzamer hand verstandig aan doen om eens een keer een voorbeeld te stellen en onze mede werking nu maar een keertje op.te schorten totdat ze geantwoord hebben. Het lid MensIk heb dezelfde vraag, want ik vraag mij ook af waarom de Stichting Katholieke Scholen niet gereageerd heeft op de brief van 16 oktober en tevens niet op de brief van 30 december 1980. Dit is voor mij zeer onbehoorlijk. Ik wil graag de tweede motivering weten, waarom zij geen tweede offerte hebben ingediend. De voorzitter: De heer Priems merkt op dat hij het antwoord mist op onze brieven evenals de heer Mens. Op de brief van 16 oktober is wel geantwoord door het school bestuur, dat was de algemene brief van 16 oktober waarin wij vriendelijk vroegen of men in het vervolg met 2 offertes zou willen werken. Toen is er een antwoord geko' n dat men dat in feite niet wilde. Men zag een en ander meer als een eigen verant woordelijkheid, maar men droeg tevens een aantal argumenten aan waarom dat niet zou kunnen. Daar hebben wij toen op geantwoord op die brief, die het schoolbestuur stuurde naar aanleiding van onze brief van 16 oktober. Hierin hebben wij vermeld dat wij er best begrip voor hebben dat in sommige gevallen het niet mogelijk is om met 2 offertes te werken, als het om aanvulling van leermiddelen gaat bijvoorbeeld dan moet je die leermiddelen vaak bij dezelfde leverancier kopen, dat is duidelijk. Wij hebben gezegd, geef dat dan aan waarom het niet kan en de zaak is opgelost. Ook op die brief heeft het schoolbestuur geantwoord. In deze brief werd echter verwezen naar de brief die al eerder geschreven was zonder daar verder op in te gaan. Daarom hebben wij thans gewoon verzocht om een tweede offerte zonder er weer diep op in te gaan en dat wachten wij nu met belangstelling af. Ofschoon ik best zelf het initia tief wil nemen voor een gesprek met het schoolbestuur, want ik heb een hekel aan prest.igezaken daar schieten we niet veel mee op. Hetgeen de heer Priems voorstelt dat kan niet. We zullen wel medewerking moeten verlenen. Als we geen medewerking verlenen dan kan het ons afgedwongen worden. Een ander punt is of het krediet wordt gevoteerd en dat doen wij vanavond dus niet da^ schorten wij op. Maar de medewerking zou ik toch willen adviseren om die wel te ver- lenen. Daarom dat ik het voorstel van de heer Priems niet kan onderschrijven en lr.; niet kan aanbevelen. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten konform het advies van burgemeester en wethouders 12.VOORSTEL TOT HET BESCHIKBAAR STELLEN VAN EEN KREDIET VOOR DE AANSCHAF VAN KANTOOR- MEUBILAIR (5E WIJZIGINGGEMEENTEBEGRÖTING'1981")" Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten konform het voorstel van burgemeester en wethouders. 13. WONINGBOUWPROGRAMMA VOOR DE JAREN 1981 TOT EN MET 1983. Het lid MouusGevleugelde woorden zijn, de woningbouw is een aanhoudende zorg van Halsteren. Ook van het gemeentebestuur dacht ik. Dat was zo goed dat U dat begrepen heeft. Het punt is dat ik het fijn vind dat U dat in de raad meedeelt. Het is al uitvoerig besproken in de kommissie Ruimtelijke Ordening. We staan er volledig achter- We weten dat ieder van ons dacht dat men zijn best doet om van de woningbouw dat gene er nog van te maken wat er in deze moeilijke tijden van te maken is. Dat met name ieders zorg ook uitgesproken is in de.diverse algemene beschouwingen, die juist uitgaat naar de sociale woningbouw en dan verbaast het mij een beetje dat ambte naren, met name ambtenaren van de Woningstichting, op zeer in mijn ogen ondeskun dige wijze en op een zeer denigrerende wijze zich uitlaten over deze handelswijze. Ik wil hier in de openbare vergadering stellen, dat ik het idee heb dat er alles in het werk gesteld wordt om in deze moeilijke periode die niet nieuw is dat we rnet name die bewuste ambtenaar uit het verleden duidelijk moeten leren dat dat een zaak is -15- die de meeste urgentie heeft en waar iedereen zich voor 100% wil inzetten. Het lid Princen: Gemeentebelangen heeft moeite met dit modelwoningbouwprogramma 1981-1983. De reden hiervan is dat U in dit model zo'n groot aantal woningen heeft opgenomen die in de betreffende jaren waarschijnlijk niet gebouwd zullen worden door het ontbreken van adequate bestemmingsplannen. Wij hebben moeite met het nemen van een besluit waarin dergelijke zaken zijn opgenomen en waardoor naar onze mening de woningzoekenden in Halsteren een groot tekort wordt gedaan. Dit alles is nu het gevolg van de jarenlange laksheid en besluiteloosheid en de persoonlijke rancunes van bepaalde personen. We herhalen dan ook nogmaals de passage uit onze beschouwingen: beter ten halve ge keerd dan ten hele gedwaald en vragen U met klem in het belang van de woningzoeken de inwoners van Halsteren de nodige maatregelen te nemen en aan de raad de plaatskeuze van de toekomstige uitbreiding van Halsteren opnieuw in overweging te geven, zodat alle woningen op tijd gebouwd kunnen worden. Het lid de Goffau-van Kaam: Ik heb een aantal vragen. Eerst een vraag aansluitend op toelichting Abladzijde twee. U stelde vorige maand dat om planologische redenen deze 18 woningen niet gerealiseerd konden worden in verband met Sintekrijnsputje Ik zou graag van U willen weten wat de planologische redenen precies zijn. Dat is de eerste vraag. Dan op bladzijde vijf onder een daar zegt U, deze verdeling zal echter moeten worden getoetst op de financiële haalbaarheid. Mijn vraag is nu, heeft het kollege al eens bekeken wat de financiële haalbaarheid zou zijn zonder de aankoop van Unipak? En dan op pagina vier voert U voor de bestemmingsplannen Nieuwmarkt 14 woningen en voor de Maaipad 38 en voor een onbekende lokatie 2.3 woningen op.Boek houdkundig worden deze woningen dan door het minteken ook weer afgevoerd. Later staat daar -14,-38,-23, dat is mij niet helemaal duidelijk. Kunt mij uitleggen wat hiervan de bedoeling is? En betekent het misschien dat wanneer deze woningen in het desbetreffende bestemmingsplan gerealiseerd kunnen worden, dat die dan gekort worden op een ander bestemmingsplan. De verdeling van woningwetwoningen, premie-A woningen,premie-B - en vrije sector woningen lijkt me echt heel erg reëel voor de jaren 1981—82—83. Dat is een opmerking tussendoor. U vraagt in het besluit onder 1, dat is dus het volgende papiertje wat bijgevoegd is, dus de besluitformulering, daar vraagt U in te stemmen met het woningbouwprogramma 1981 tot en met 1983, ver meld op pagina drie van de nota staat er bij. Moet daar niet aan toegevoegd worden, pagina vier, want daar staat het programma van 1983 op. Het programma van 1983 staat niet op pagina drie, wel op pagina vier. Anders is het alleen maar nota nemen van. Het lid Priems: Met Uw kollege en rnet alle andere frakties uit deze raad zijn wij ook van mening dat wij haast moeten maken met het ontwikkelen van bestemmingsplan nen zodat wij bij de sociale woningbouw kunnen inhalen datgeen wat we als achter stand hebben opgelopen. In grote lijnen gaan wij akkoord met dit woningbouwplan, alleen een paar opmerkingen. Er is sprake van geweest dat de normen versoepelt zou den worden voor de bouwondernemingen wat betreft het afleveren en verkopen van de huizen aan de eigen inwoners. Wij gaan akkoord met de formulering zoals U die gevonden hebt. Dat U zegt, wij willen de regels die daarvoor staan en die we alle maal hebben afgesproken, dis willen wij niet wijzigen, maar wij Zullen wanneer daar echt aanleiding voor is zodanig bekijken om te zien of we ze soepeler kunnen toe passen. Dat vinden wij een uitstekende formulering en daar gaan wij mee akkoord. Het tweede is een vraag eigenlijk. Deze week heeft de staatssekretaris bekend ge maakt dat Brabant 1124 woningen extra mag bouwen. Verwacht U ook dat Halsteren een gedeelte hiervan krijgt, zodat het kontingent groter wordt,of niet? Het lid Walthuis: Ik denk dat de wethouder van Ruimtelijke Ordening al weet waar mijn opmerking over zal gaan, met name op pagina vijf, die alinea betreffende dat de woningen voor 100% ten goede moeten komen aan de eigen inwoners. Op zich is het een loffelijk streven van B&W om daar aan vast te houden. Alleen denken wij dat, gezien de huidige situatie, op de woningmarkt, als we daar reëel tegen aankijken, dan moeten wij met zijn allen konstateren dat in feite maar één type woning verkoopbaar is. Als B&W aan die 100% ten-goed-koming aan eigen inwoners wil vasthouden, dan betreft: dat premie-A woningen. Dat zijn op dit moment de enige woningen die verkoopbaar zijn. Dan kunnen we, als we de lijst eens langs kijken, zien dat er inderdaad een behoorlijk aantal premie-A woningen genoteerd staat. Maar er staan ook een heleboel type andere woningen bij.

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1981 | | pagina 32