-6- Ik heb ondervinding met de Wittenhorst. Dat heeft inderdaad twee architekten ge kost. Ik zou hier wel voor willen waken want we kennen die heerschappen. Hoe duurder ze het uiteindelijk maken, hoe meer ze verdienen. Dus ik zou echt wel willen vragen of U al deze dingen goed overweegt alvorens tl de opdracht geeft. Ook straks wanneer hij het helemaal mag maken en hij komt dan ook met een opzich ter die dan uit Utrecht moet komen. Alle mogelijke reiskosten en alles wat er over komt krijgt men dan ook nog een keer te betalen. Of de eventuele konstrukteur. Als die allemaal van boven de rivieren komen dan gaat dat knap geld kosten. Daarom zou ik willen vragen dat U werkelijk een overeenkomst maakt en dat wij van te voren, voordat U de opdracht geeft, weten waar wij aan toe zijn. Ik wens niet voor de twee de keer zo iets mee te maken. Ik zou willen voorstellen dat er maar één architek- tenhonorarium wordt uitgegeven, niet twee, en wanneer de stedebouwkundige daaraan meewerkt, dat hij het dan in rekening brengt bij die architekt of omgekeerd. Anders betalen wij toch wel twee keer, want dan brengt hij zijn uren wel in rekening. Dat is in eerste instantie waarop ik U wou attenderen. Het lid van Eekelen: Ik kan het met mijn kollega-raadslid volledig eens zijn. Er moet geen enkele letter op papier, geen streepje op papier gezet worden, voor dat er een uitspraak is van de raad wat er in komt en hoe groot het gaat worden. Anders tekenen ze drie keer en kunnen we drie keer betalen. Het lid de Goffau-van Kaam: Ik sluit me ook gedeeltelijk aan bij de vorige twee sprekers. Ik had hier ook het zinnetje op papier gezet van, kan de raad er van t_. aan dat er binnen het kollege een zodanig duidelijke opdracht naar de architekt en de stedebouwkundige gaat dat de gemaakte plannen niet een paar keer herschre ven dienen te worden, zodat we niet voor een te groot kostenaspect komen. De voorzitter: De heer Walthuis pleit ervoor als het straks tot aanbesteden komt o^'geFrTjIïTTë maken van plaatselijke aannemers en dan noemt hij ook in één adem de plaatselijke onderaannemers. Het kollege is het daar wel mee eens. Overigens is het nu te vroeg om hier thans reeds definitieve uitspraken over te doen, maar op zich kofnt het wel sympathiek over en ik denk dat het een goede zaak zou zijn als het mogelijk is om dat ook te doen. Dan de punten die de heer van Elzak- ker naar voren brengt, dat zijn er nogal wat, in de eerste plaats waarom geen ar chitect uit West-Brabant. Wij hebben met de raad een rondgang gemaakt we hebben een aantal bouwwerken bekeken onder andere het gemeentehuis van de gemeente Tholen in St.Maartensdijk dat sprak ons bijzonder aan ook de wijze waarop de bouw is uitge voerd en de materialen die gebruikt zijn. Mede juist het gegeven dat in deze raad ook steeds naar voren wordt gebracht, het moet geen statussymbool worden, het moet een funktioneel gebouw worden. Nu dat is daar gerealiseerd daar zijn wij het samen over eens. Dat is daar gelukt ook de aanpassing aan bestaande bebouwing in de omgeving. Wij waren daarom samen van mening dat het gemeentehuis in St. Maartensdijk het meest geslaagde object was dat wij tijdens die rondgang hebben gezien. Overigens betekent dat niet dat er in West-Brabant geen goede architekten zouden zijn die waarschijnlijk ook wei zoiets kunnen ontwerpen. Maar dat kunnen we op dit moment niet verder beoordelen, daarom dat wij graag met deze architekt in zee willen gaan. Waarbij dan wel de vraag komt hoe wordt de opdracht verstrekt. De heer van Elzakker stelt die vraag uitdrukkelijk. Ik denk dat we bij de op drachtverlening twee fasen moeten inbouwen. Dat eerst opdracht wordt gegeven om een schetstekening te maken met nog geen verdere verplichtingen daarna, zodat we dan nog niet definitief gelieerd zijn aan die architekt, dat we alle vrijheid behouden om, indien gewenst, over te switchen naar een andere architekt. Ik denk niet dat dit zal gebeuren maar die vrijheid moeten we wel hebben. We moeten werken met twee fasen, de eerste fase is de schetstekening en dan pas de opdracht voor de uiteindelijke tekeningen en verder begeleiden van de bouw. Wat betreft het in schakelen van de stedebouwkundige de heer Kuypers is het zo dat wij U uitdrukkelijk hebben toegezégd dat de heer Kuypers betrokken wordt bij de bouw. Van Uw opmer kingen over de betaling van Kuypers neem ik goede nota. Hoe dat dan precies moet gebeuren daar zullen wij nog eens over moeten denken, ook in hoeverre de heer Kuyper bij de bouw betrokken moet worden. Dat zal eerst uit een gesprek moeten blijken met de heer Kuypers en de architekt hoe je dat exact moet doen. Wij hebben bij zonder goede nota genomen van Uw opmerkingen want we moeten wel weten waar we aan toe zijn, en dat is de achtergrond van de opmerking van de heer van Elzakker. Anders kan de situatie ontstaan dat met de architekt wel een goeds afspraak is ge maakt, maar dat ondanks die afspraken de bedragen oplopen zonder dat we ze in de -7- hand hebben. Ik begrijp wat hij bedoelt, daar zullen we rekening mee houden. Verder moet nog het inschakelen van de raad worden geregeld en de verdere begeleiding van de bouw. Wij zullen U ter zake voorstellen doen tijdens de volgende raadsver gadering in maart. We doen dit expres in maart omdat dan dit krediet nog niet is goegekeurd door Gedeputeerde Staten. Wij zijn namelijk van mening dat de raad moet beslissen hoe de bouw moet worden begeleid vóórdat er reeds geld is uitgegeven. Wij wilden wel alvast nu dit krediet in de raad want U weet het duurt wel even voordat de goedkeuring van Gedeputeerde Staten er is, maar voordat er verder geld uitgegeven wordt beloof ik U en dat blijkt ook uit het voorstel dat wij met een voorstel naar U toegaan hoe wij denken dat een en ander door U en kommissies moet worden begeleid. En voor die tijd zal er geen cent uitgegeven worden. De heer van Eekelen, hij was hst in feite eens met wat de heer van Elzakker naar voren bracht, ik heb datbeantwoordIk hoop dat dit antwoord voor hem naar genoe gen is. Mevrouw de Goffau sloot ook aan bij de voorgaande sprekers dus ik denk dat ik dat ook voor haar voldoende heb beantwoord. Het ;lid van Elzakker: U hebt het al even naar voren gebracht dat de kommissie Nieuwbouwplannenen ik zou dat ook gaarne zien,dat die ook ingeschakeld wordt. U.hebt er al iets van gezegd, dus ik neem aan dat dat ook de bedoeling wordt. Dat die volledig, van het begin af aan, wordt ingeschakeld om zijn visie te kunnen geven. Het lid Mens: Uw verwijzing naar het gemeentehuis in St.Maartensdijk dat vinden wij toch wel een zeer slecht voorbeeld van het géén statussymbool zijn. Wij vinden dat met zijn kosten van bijna zeven miljoen wel een statussymbool. Als men over een administratiegebouw spreekt dan moet men denken aan het administratiegebouw wat wij in Reimerswaal gezien hebben. Dat is een typisch administratiegebouw, funktio neel en geen statussymbool zijnde. Dus met Uw verwijzing daar naar toe zijn wij het absoluut niet eens. Het lid WalthuisEven terugkomend op Uw antwoord aangaande de door onze fraktie geuite wens. Er zijn inmiddels in Nederland al wat meer gemeenten die. bij nieuw bouw van administratiegebouwen of gemeentehuizen die wens dwingend opgelegd hebben bij hen die inschreven op de bouw van het betreffende gebouw. Die dus van te voren wisten dat ze gebruik dienen te maken van de plaatselijke middenstand. Ten aanzien van de wenselijkheid die hier links en rechts geuit wordt, dat wij een spotgoed koop administratiegebouw moeten hebben, is in ieder geval de mening van de VUD- fraktie dat wij er weinig voor voelen om hier een erg goedkoop gebouwtje weg te zetten. Wij hebben dan liever iets wat wat duurder is en wat wat langer meegaat en waar de mensen wat plezieriger in werken. De voorzitter: Wat betreft de heer van Elzakker uiteraard zal in het voorstel l de kommissie Nieuwbouwplannen ook genoemd worden als een kommissie die er direkt bij betrokken wordt. Maar we denken toch nog aan meer begeleiding -ook nog in een kleinere kommissie- omdat dat noodzakelijk zal zijn. Dit ook in verband met inspraak van de ambtenaren. In elk geval zullen wij de kommissie Nieuwbouwplannen inschakelen. Het zou wel erg vreemd zijn als we die zouden overslaan. Deze kommis sie is juist voor dit. soort zaken ingesteld, dus dat is wel duidelijk. Wat betreft de heer Mens, dat is een wat moeilijke diskussie, dit is nogal subjectief ofschoon we er wel in deze raad, overigens niet in een officiële raadsvergadering informeel over gesproken hebben. Met name naar aanleiding van de konklusies die op papier waren gezet naar aanleiding van de excursie die U gemaakt hebt. Tijdens deze diskus sie bleek dat we toch in meerderheid wel van mening waren dat Tholen toch het meest geslaagd is met name op het punt van het aanpassen aan bestaande bebouwing en derge lijke. U mag daar anders over denken, dat is Uw goed recht maar ik kan U nu niet even in twee minuten via argumenten tot. een andere mening brengen. Dat is met dit soort zaken erg moeilijk. De heer Walthuis wijst er op dat er gemeenten zijn die het gebruik maken van plaatselijke aannemers dwingend opleggen. Wij zitten op dezelfde toer alleen is het thans te vroeg om nu al een uitspraak uit te lokken, dat gaat wat ver, dat is Uw bedoeling ook niet. Wat de intentie van het kollege is, heb ik naar voren gebracht. Ik hoop dat deze intentie op dit moment voor U vol doende is. U krijgt overigens tussentijds nog volledig gelegenheid om dit punt op het juiste moment, weer ter sprake te brengen, indien bijvoorbeeld B&W om welke reden dan ook toch anders zouden handelen. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten konform het voorstel van burgemeester en wethouders.

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1981 | | pagina 28