-14- Ik dacht dat dat in verband was, althans zo heb ik het gelezen, u/at betreft het Gewest. Het .is met name de laatste Gewestraadsvergadering geweest dat ook de voorzitter van de Gewestraad toch wel zijn twijfels hierover heeft uitge sproken, naaf aanleiding van vragen in die Gewestraadsvergadering. Daar bleek dat de portefeuillehouders vaak alléén maar met portefeuillehouders van de gemeenten spraken en dan het DB met de portefeuillehouders zaken deden, zonder dat de rest van die Gewestraad daar zelf maar enige kennis van had. Ik kan het van Uw standpunt uit duidelijk wel begrijpen dat dit stelt. Van de andere kant is het duidelijk zo dat zaken daar gedaan moeten worden in besturen die daar voor opgericht zijn. Dat is in eerste instantie die Gewestraad en ik dacht ook dat het een goede zaak zou zijn dat er regelmatig tussen die Gewestraadsleden, en met name het kollege, bepaalde dringende zaken doorgesproken zouden worden. Dat we die mee zouden krijgen. Dat is gelukkig al een keertje gebeurd, maar dat zou ik meer op prijs stellen. De voorzitter: Wat betreft de openstelling kan ik kort zijn. We hebben nu een aantal donderdagen gehad. Het is tot nu toe geen onverdeeld succes. Ik denk dat het nog onvoldoende doorgedrongen is tot het publiek. U hebt gezien dat we het bericht ook in onze laatste publikatie in de Publi- pers hebben herhaald. We hopen dat het uiteindelijk toch meer succes zal hebb\ Op dit moment is dat zeker niet het geval. We nemen een proef van een half jaar en dan evalueren we eens wat de resultaten zijn om dan te bepalen of we er mee doorgaan, ja dan nee. Dat half jaar houden we zeker vol. Dit wat betreft de openstelling. Dan het geregeld overleg tussen de portefeuillehouders van de samenwerkende ge meenten. Hier is wat verschil van mening over. Dat heb ik ook gekonstateerd tij dens besprekingen in gewestelijk verband. Met name van de zijde van Bergen op Zoom werden daar wat vraagtekens bijgezet. Het Gewest heeft haar eigen struk- tuur. Er is een gewestraad met daarnaast de raadskommissiesDaarnaast zouden er dan nog kommissies zijn waar de portefeuillehouders inzitten. Dat zou niet passen in die struktuur. Ik denk dat het volkomen terecht is dat dat zo gesteld wordt. Daar zijn wij het ook wel mee eens. Als het om zaken gaat die direkt het Gewest betreffen, zaken die aan de orde komen in de Gewestraad dan moet je niet aparte kommissies met portefeuillehouders inschakelen. Tenzij in zeer uit zonderlijke gevallen. Soms kan ik me echter voorstellen dat er behoefte is om toch de protefeuillehouders te horen. Dit moet dan niet meer zijn dan het inwinnen van informatie door het Gewest bij de portefeuillehouders. Dat je er voorzichtig mee moet zijn. Daar ben ik het wel mee eens, maar aan de andere kant ligt de behoefte bij de wethouders en ook burgemeesters om zo nu en dan lis kontakt te hebben over een bepaald onderwerp. Bouwregistratieverordening bij voorbeeld is pas in een kommissie geweest, deze week ook in B&W. We hebben ge zegd dat moet in gewestelijk verband worden aangeslingerd. Dat is ook door de kommissie gezegd. Dit onderwerp is echter geen taak voor het Gewest. Het is een duidelijke lokale bevoegdheid waarom het hier gaat. Dit zou nooit in de Ge westraad aan de orde mogen komen. Als dat gebeurt dan protesteer ik daartegen. Dat is een bevoegdheid voor het lokaal bestuur. Wat we wel willen is dus over leg hebben met elkaar. Nou dan moeten we de gesprekstafel kunnen gebruiken die het Gewest heeft, om samen over die zaak te kunnen spreken. Dan heeft het Ge west alleen een funktie om dat eventueel te koördineren en daar blijft het bij. Dit mag niet leiden tot uitspraken van de gewestraad en dergelijke. Die funktie om samen te kunnen overleggen om die gelegenheid daartoe te bieden, daar vind ik het Gewest een uitstekende instantie voor. Het Gewest heeft nogmaals ■ter zake echter geen enkele bevoegdheid. Halsteren kan dat zelf natuurlijk ook organiseren. Alle wethouders uitnodigen bijvoorbeeld voor overleg, l/oor een onderwerp als bouwregistratieverordening kan dat uitstekend. Maar- je komt dan zo snel op randonderwerpen terecht die we1 het Gewest aangaan en dan dringt het gevaar dat een afzonderlijk clubje gewestelijke zaken regelt. Dus daarom doe ik dat liever via het Gewest, Alleen het aanbieden van een gesprekstafel. Dat is in feite onze bedoeling van deze zinsnede. -15- Ik neem aan dat we hier in gewestelijk verband nog wel eens over zullen spreken. Ik zal het zeker doen in het kollege van advies en overleg. Dit onderwerp is onlangs ook in bespreking geweest, maar toen ben ik er niet zo diep op ingegaan. Ik zal dat zeker een van de volgende keren doen. Dan gaan we door naar onderdeel c, dat is de Ruimtelijke Ordening. Wie wenst daarover het woord? Niemand. Dan onderdeel d, Volkshuisvesting. Wie wenst daarover het woord? Niemand. Onderdeel e, woonwagencentrum. Wie wenst daarover het woord? Niemand. Onderdeel f, bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. Wie wenst daarover het woord? Niemand. Onderdeel g, verkeer. Het lid Uytdewilliqen: Naar aanleiding van de verkeerssituatie in de Dorpsstraat, die ook wij verontrustend vinden, wil ik U een paar vragen stellen met betrek king tot het parkeerf'ondshetwelk bij raadsbesluit van 22-3-1979 is ingesteld. De eerste vraag is, kunt U mij vertellen hoe groot dat fonds op het ogenblik is? En op de tweede plaats waar ik dat in de begroting kan vinden. Ik kan het als zodanig niet in de begroting ontdekken. De voorzitter: Ik ga dat voor U na meneer UytdewilligenIk kan daar zo geen antwoord op geven. Wethouder Roosenboom: Ik ben daar afgelopen vrijdag nog eens uitdrukkelijk mee gekonfronteerd dat iemand daar 5.4G0,in heeft gestort. Daar is al gebruik van gemaakt. Er is.ook al eens wat gestort en eru.it gehaald. Dat weet ik ook. Het heeft in ieder geval al gewerkt. Maar waar het gebleven is en hoeveel dat er in zit? Ik denk dat .ik dat wel zou kunnen zeggen. Ik denk dat er 5.400,- in moet zitten. Er is mij anders geen enkel geval bekend, waarin iemand anders daar ook in .gestort heeft. De voorzitter: Ik stel voor dat de wethouder in de eerstvolgende kommissiever- gadering daar op terugkomt en aan U mededeelt hoe dat geld is verantwoord en waar dat te vinden is. Ik kan alleen maar zeggen dat het in bijlage 0 vermeld zou moeten zijn, want daar horen de reserves en fondsen in thuis. Daar staat het echter niet. Het is ongetwijfeld verantwoord, maar het kan tegengeboekt zijn op een bepaalde post bijvoorbeeld. Dan schuift het weg en dat is niet de bedoe ling denk ik. Ik weet dit echter niet zeker, maar we gaan dat voor U na en we zullen U daar in de kommissievergadering over informeren. Het lid Uytdewilliqen: Ik geloof wel dat het ergens geboekt is, maar ik neem toch aan dat als er een parkeerfonds in het leven geroepen wordt, dat het ook als parkeerfonds gebruikt gaat worden. Dat het niet bij een of ander fonds terecht komt waar het dan tussen kaai en schip toch weggaat. Ik denk dat we het hard genoeg nodig hebben om parkeerplaatsen te kreëeren, vooral in de Dorpsstraat. De voorzitter: Als wij U uitleggen in de kommissie hoe het verantwoord is, kunt U tevens beoordelen of het niet besteed is aan andere zaken. Dat hoort daar meteen bij. Zouden hier fouten mee gemaakt zijn, dan is het een admini stratieve fout en is het zeker geen beleid van het kollege geweest. Dan zou dat gekorrigeerd moeten worden, maar ik zeg niet dat dat zo is, want ik weet het niet. Daarom dat wij U daarover zullen informeren. Maar ik denk dat qua de doelstelling van het fonds.U op dezelfde lijn zit als het kollege. Als dat fonds er is dan moet het ook uitdrukkelijk voor parkeervoorzieningen gebruikt worden, want. daar is het voor bedoeld. Daar is geen verschil van mening over. Het lid Uytdewilliqen: Kan daar de begroting wijziging door ondergaan, want an ders krijg je natuurlijk overboeking van het een naar het ander. De voorzitter: Ik wilde hier wat soepeler mee zijn, omdat we niet een afdoend antwoord kunnen geven. Ik ben van mening dat de konsequenties voor de begroting pas kunnen worden overzien als we weten hoe het is geboekt. Ik denk overigens dat dit geen konsequenties voor de begroting heeft. Want een en ander wordt niet in 1981 geboekt en ontvangen. Dus tiet kan voor 1981 geen konsequenties hebben. Dit kan hoogstens een korrektie zijn die bij de rekening van 1980 moet worden aangebracht. Dan onderdeel h, onderwijs. Wie wenst daarover het woord? Niemand.

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1981 | | pagina 20