-12-
Dit zou onder andere kunnen door het instellen van een werkgroep, bestaande uit en
kele raadsleden en ambtenaren, die de mogelijkheden gaan onderzoeken of het moge
lijk is om een meerjarenplanning op te zetten en de voor- en nadelen daarvan.
Het lid de Gof.fau-van Kaam: Ik heb altijd geleerd dat begroten juist betekent het
voorlopig schatten van inkomsten en uitgaven. Dit houdt tegelijkertijd het te
voeren beleid van het lopend dienstjaar in. Ik ben het met U eens dat de eerste
begrotingswijziging zeer duidelijk aangeeft op welke posten bezuinigingen zijn
doorgevoerd. En die eerste wijziging ondersteun ik dan straks ook van harte.
Natuurlijk moet U bij het opstellen van een begroting rekening houden met cijfers
van voorgaande jaren, maar het beleid van voorgaande jaren kan omgebogen worden. En
dat gebeurt nu ook via deze wijziging. Ik ben ervan overtuigd dat na deze bezuini
gingsoperatie er volgend jaar heus wel een begroting zal komen waarin de energie-
investering van een van de kollegeleden duidelijk tot uiting zal komen. Een
huisvrouw die haar dubbeltje telt, dat mag elk gezin zich wensne, maar een huisman
met de vinger op de knip is wat Halsteren zich wensen mag.
Het lid Mouws: Twee kleine zaken op bladzijde twee. Daar heeft U het ergens
over die~subidies. Daar is net al iets over gezegd bij die subsidie voor die
muziek- en zangvereniging bij de openbare concerten. In een adem noemt U
ook de subsidiëring bij jubilea. Ik wil U daarbij toch nog in overweging geven
voordat U met voorstellen komt om duidelijk rekening te houden met die vereni
gingen die vaak helemaal buiten de boot vallen. Die noch direkt noch indirekt ge
subsidieerd worden. Als dit soort: verenigingen nu bij een zoveeljarig bestaan,
een kleine tegemoetkoming krijgt van de overheid dan virid ik dus duidelijk
dat daar rekening mee gehouden moet worden. Dat we niet in grote lijnen moeten
zeggen, Zou die zetten we allemaal maar op de helling. Op de tweede plaats, we heb
ben daarnet duidelijk gesproken over het gratis verstrekken van rookartikelen.
Ik wou tbch nog de niet-rokers duidelijk op het hart binden dat het niet inhield
dat we niet zouden roken.
De voorzitter: Wat betreft de heer Uytdewilligen. Hij heeft uitdrukkelijk zijn
voorstel herhaald om te komen tot een meerjarenplanning. Dit is ook in de
Algemene Beschouwingen door zijn fraktie naar voren gebracht. U hebt gezien dat
wij daar in onze nota van antwoord positief op ingesprongen zijn. We hebben hier
uiteraard in het kollege ook over gesproken. Waar we op dit moment wel mee te
maken hebben dat is de capaciteit binnen de afdeling. Het aantal ambtenaren,
niet de capaciteit van de ambtenaren speelt daarin een rol, maar de capaciteit
in aantal. Niet de kwaliteit, maar de kwantiteit dus. Ik kan U thans dan ook
onmogelijk de toezegging doen dat er een werkgroep zal worden geformeerd van
raadsleden en ambtenaren. Als de werkgroep wordt geformeerd dan wordt er toch
een groot beslag gelegd op de uren van ambtenaren, want die zullen dat voor
moeten bereiden, die moeten daarop studeren. Dat is voor hen toch een grote be
lasting.' De afdeling heeft daar thans geen tijd voor. Ik mag hun dat niet aan
doen. Daarom ook onze voorzichtige opstelling. We zijn voorstander, we willen
ook zo ver komen, alleen we hebben op dit moment rekening te houden met de be
zetting op de afdeling. Zodra er ruimte komt is dit een van de eerste prioritei
ten die aangepakt zal worden. Ik hoop dat we daar volgend jaar al wat meer
over kunnen zeggen. Ik hoop het wel want we zijn het als kollege helemaal met U
eens, mgar we hebben wel rekening te houden met de realiteit met name de capa
citeit.*1 Dan mevrouw de Goffau. Ik hoef haar niet direkt te beantwoorden. Dat is
ook wat moeilijk. Ik ben het met een aantal zaken die zij naar voren brengt wel
eens en een aantal zaken, dat weet ik eigenlijk niet zeker of ik het daar mee
eens ben» Het is me niet helemaal duidelijk wat ze daarmee bedoelde. Haar dat komt
misschien nog weieens een keer op een ander moment aan de orde.
Dan de heer Mouws, die het had over de subsidie voor jubilea. We zijn gekonfron-
teerd met subsidie-aanvragen van verenigingen waarvan we zeggen, ja, die vallen
ook onder de kriteria om voor subsidie in aanmerking te komen. Daar valt niet
aan te:'ontkomen, dat er subsidie verstrekt moet worden. Dat moet als we de
kriteria objektief hanteren. Maar er waren wel eens verenigingen bij waarvan
wij zëidendat is toch wel wat al te gek om dadr subsidie aan te geven»
-13-
Het is niet verstandig van mij om vanavond namen te noemen. Dan wordt op die
enkele vereniging de nadruk gelegd. Dat is onze bedoeling zeker niet. Daarom
om de subsidie zo maar zonder meer af te schaffen, dat zijn we met U eens, daar
zullen we voorzichtig mee moeten zijn. Wij zijn wel van mening dat de kriteria zekei
bijgesteld moeten worden. Nogmaals dan komen we met een afzonderlijk voorstel via
de kommissie bij de raad en dan kunt U beoordelen of dat met de zorgvuldigheid
die dan nodig is behandeld is. We hebben inderdaad gesproken over afschaffing,
maar dit is voornamelijk ingegeven door bepaalde zaken die daarbij aan de orde
kwamen. Uitwassen eigenlijk, waarvan wij stelden dit kan nooit de bedoeling zijn
van de regeling. Het kan er echter wel onder worden begrepen. En dan heb je
de subsidie maar te geven als overheid. We zullen Uw opmerkingen echter zeker meene
men. Wie wens't hier in tweede instantie het woord over?
Het lid de Goffau-van Kaam: Ik had het per pagina ingedeeld en ik zie dus dat de
speelwerktuigen op pagina vijf ook bij hoofdstuk a horen.
U maakt de opmerking dat U de buurtbewoners bij het oprichten en indelen van
speelterreinen betrokken hebt.'En dit heeft niet aangeslagen zegt U. Onze bedoe
ling is de mensen er niet alleen bij-te betrekken maar ze ook daadwerkelijk mid
delen en verantwoording in handen te geven. De bewoners moeten het gevoel krijgen
dat deze speelterreinen en speelwerktuigen een beetje hun eigendom zijn, zodat ze
niet zo lakoniek opmerkingen plaatsen van,och, de gemeente maakt het weer wel. En
wat denkt U,- en die vraag stel ik dan voor de tweede keer, want die heb ik ook
binnen de algemene beschouwingen gesteld,- van de ruwe niet onderhouden speel
plaatsen?
De voorzitter: Het experiment. We hebben een experiment gehad om de bewoners
erbij te betrekken. Met name over de aanschaf van toestellen en dergelijke. Dui
delijk met inspraak. Daar was zelfsal weinig belangstelling voor. laat staan
om er ook verantwoordelijk voor te zijn bijvoorbeeld voor de exploitatie. Daarom
zetten we hier wat vraagtekens bij. Dit is een ervaring die wij U hierbij hebben
medegedeeld. Dus daarom dat wij niet alles zagen in het voorstel. U mag daar ove
rigens best eens met de heer Huuskes over praten. Die heeft die ervaring opge
daan en aan ons medegedeeld. Ik zou zeggen ga eens met hem in overleg, dan hoort
U wat meer bijzonderheden over deze zaak. Dat kun je als raadslid rustig doen,als
een bepaald onderwerp U interesseert, met een hoofd van dienst daarover te spreken.
Dan de ruwe speelterreinen, die verder niet onderhouden worden. Ik denk dat hier
ook behoefte aan is bij de jeugd. Alleen er zijn wel grenzen aan, want als er geen
onderhoud wordt gepleegd, dan kunnen er komplikaties ontstaan, die niet gewenst
zijn bijvoorbeeld in het kader van de volksgezondheid en dergelijke. Aan die
eisen hebben wij zeker wel te voldoen. Daar moet acht op geslagen worden. Ik
denk bijvoorbeeld aan een trapveldjedat is zoiets. Hier zal wel wat onderhoud
aan moeten worden gepleegd. Denk aan de honden, meneer Priems die er bijvoorbeeld
rondlopen. Die troep moet toch zo nu en dan weer worden opgeruimd. Dat soort zaken
dat moet wel gebeuren. Dus totaal niet onderhouden, dat zie ik niet zitten.
Wel heel globaalzodat er niet te veel aan hoeft te worden gedaan. Dat is van
toepassing op de trapveldjes en die hebben we hier in onze gemeente nogal. Dat
ziet er niet. slecht uit. Ik denk dat hier toch wel aan de behoefte wordt voldaan.
Mocht U toch nog van mening zijn dat er leemtes zijn dan houden we ons aanbevo
len. Niet dat daar dan meteen,ja tegen gezegd wordt maar daar kunnen we dan over
praten. Dat is bespreekbaar.
Dan denk ik dat we onderdeel a hiermee behandeld hebben.
Dan zijn we aan onderdeel b toe, algemeen bestuurlijke zaken.
Het lid MouwsGraag een opmerking. Op bladzijde zes staat dat die afdeling
bevolking met ingang van 8 januari open is op donderdagavond. Kunt U ook iets
mededelen of het een succes gaat worden. Of dat het nog niet zo tot het publiek
is doorgedrongen. En de laatste regels van punt b, bladzijde zes, daar stelt U
dat U het een goede zaak vindt dat er sprake is van een geregeld overleg tussen
portefeuillehouders van de samenwerkende gemeenten bij belangrijke ad hoe zaken.