-26- De voorzitter: Uw opmerking voor wat betreft de kapitaaldienst is juist. Dat heeft gevolgen voor de toekomst. Kapitaalslasten komen elk jaar terug. Ze hebben niet het saldo voor 1976 zodanig beïnvloed dat het nadelig uitkwam. Ondanks dat was er toch een positief saldo van 438.000, Het is juist dat gesignaleerd wordt dat dit voor de toekomst ook zijn con sequenties heeft. Het is natuurlijk wel zo als het in 1976 niet was geïn vesteerd dan had dat in latere jaren moeten gebeuren. Dat wel,want we hebben geen onnodige investering gedaan. Ik neem althans aan dat dat in 1976 niet gebeurd is. Dan wat betreft de vragen die gesteld zijn door de kommissie van onderzoek en de antwoorden die er op gegeven zijn. U hebt daar twee antwoorden uitgelicht. In de eerste plaats wat betreft hoofdstuk twee. Dat vinden wij ook triest. We zijn er eigenlijk van verschrokken dat dit zo lang in blijven liggen. We hebben daar ook al overleg over gehad met de des betreffende afdeling die daar de verantwoordelijkheid voor heeft, maar uit eindelijk de verantwoordelijkheid naar U als raad hebben wij als kollege van B&W. Ik heb daar geen excuus voor. Wat betreft hoofdstuk acht,ligt dat iets anders. Wij zijn afhankelijk van de definitieve bedragen, de vergoedingsbe dragen die door het Rijk worden vastgesteld en dat duurt soms jaren voordat die bedragen definitief zijn vastgesteld. Daar zijn we wel van afhankelijk. Ik stel echter niet dat deze zaak niet wat eerder had kunnen worden afge werkt maar dat is wel de grootste oorzaak. Men kan pas jaren later uiteinde lijk tot een definitieve afrekening geraken, omdat dan de bedragen van het Rijk eerst dan bekend zijn. Daar kan drie tot vier jaar over heen gaan. Ik heb dit ook doorgenomen met de desbetreffende afdeling, omdat we hier ook niet erg te vreden over waren. Wat betreft Uw eerste opmerking daar hebt U gelijk in. Bij het tweede onderdeel zijn we wat afhankelijk van de bedragen die door het Rijk worden vastgesteld en dat is altijd laat. Het lid MouwsDat laatste dat geldt uitdrukkelijk voor het gemeenschapshuis in Lepelstraat. Ik dacht juist bij die 101-vaststqllingvoor wat betreft die gymnastiekvergoedingendat we dat zelf doen. Alleen het blijft intern, het is vestzak-broekzak. We stellen een bedrag vast en we incasseren dat zelf. Alleen plaatst U hier dus dan de opmerking van, wat wij van het Rijk als vergoeding krijgen, dat geven we door en niet meer. Waarom niet gewoon over een lijn, het bedrag wat wij voor eigen gymzaal vaststellendat ook afdragen De voorzitterWat we voor onszelf vaststellen, dat is ook wel gebeurd, maar de definitieve vaststelling aan de hand van de bedragen die het Rijk t vaststelt, dat moet nog gebeuren. Onze interne verrekening is al wel ge maakt Het lid MouwsWaarom niet dezelfde bedragen. De voorzitter: Maar we zijn toch ,van het Rijk afhankelijk. Die bedragen kunnen uiteindelijk toch anders luiden. Dat wordt pas jaren daarna bekend en dat moet dan alsnog weer gewijzigd worden. Dat is het punt. Maar de interne berekening is wel gemaakt. Het lid VerboqtIk heb een opmerking. De suggestie om de belastingplichtigen die geen aangifte hebben gedaan, te controlerennemen wij over. Ik weet niet of wij als gemeente niet te ver gaan om hier werk te gaan doen van de inspektie van de belasting. De voorzitterMisschien zou het aardig meegenomen zijn. Misschien zouden we die mogelijkheid op dit moment wel hebben. Het is natuurlijk de vraag wat je be voegdheden zijn. Men moet opgeven hoeveel er getapt wordt. Daar houdt het toch verband mee en daar kan een globale kontrole op worden toegepast. Dat recht heeft de gemeente op grond van de algemene wet rijksbelastingen. De algemene wet rijksbelasting is van toepassingOok op die wetten die de ge meente hanteert voor het innen van rechten en dergelijke zoals de horeca- belastinq. Maar ik geef toe, dat wij niet die uitgebreide mogelijkheden hebben die de Rijksbelastingsdienst ter beschikking heeft. Dat niet. -27- Maar we zullen dat binnen het kader moeten doen van de bevoegdheden die wij als gemeente hebben. Meer niet. Al dan niet aangifte en dan ook punt twee, het recht om te kontroleren of de aangifte juist is. Alleen met de bevoegdheden die we hebben. Maar niet zo ruim ais de bevoegdheden die de Rijksbelastingsdienst tot haar beschikking heeft. Dit is gebaseerd op de algemene wet rijksbelastin- Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten konforrn het voorstel van burge meester en wethouders. 19. AANBIEDING BEGROTING WONING- EN GRONDBEDRIJFDE DIENST GEMEENTEWERKEN, DIENST SPORT-EN OPENLUCTiTREKREATIE.ONTMOETINGSCENTRUM "DE WITTENHORST" EN GEMEEN-TE BE GR 01 ING "l.981 De voorzitter: De ontwerpbegrotingen zijn naar de drukker gesi.uuid. De bedoeling is dat deze begin december bij U arriveren. Lr komt een schema bij. Een zodanig schema dat we begin februari in de raad de begroting definitief kunnen vast stellen. Zo is dit schema opgesteld. We hebben er ook rekening mee gehouden dat U tijdens de Kerstdagen niet met extra werkzaamheden belast wordt. Wel kunt U rustig, met de begroting in huis, onder de kerstboom bezien of U te zijner tijd in de kommissies, die geformeerd zijn, diep op de zaak wilt ingaan, dat kunt U op Uw gemak bekijken. Ik heb begrepen dat het in net ver leden soms wat moeilijk is gelopen, dat de behandeling in de kommissies in de kerstperiode plaatsvond. Daar houden we nu met ons schema rekening mee. Het officiële aanbieden moet nu gebeuren. Begin december wordt U de be groting overhandigd. Daarom dat U dit nu als raadsvoorstel ziet. Het lid PrincenKunt U ons mededelen wat het resultaat is en kunt U al enige opening van zaken geven? De voorzitter: Ik zou dat liever nu niet doen en afwachten als de cijfers officieel naar buiten gaan. Daar komt namelijk bij, dat het ook nog mogelijk is dat de allereerste begrotingswijziging door het kollege van B&W er bij wordt gevoegd. U kent dat, U weet dat dit gebruikelijk ip. Er is nog een tekort op dit moment. Maar we zullen proberen een sluitende begroting te maken, samen met U als raad. Hier hebt LI uiteraard duidelijk Uw inspraak in. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten konforrn het voorstel van burge meester en wethouders. 20. VOORSTEL TOT HET GOEDKEUREN VAN DE JAARREKENING 1978 VAN DE OPENBARE "BIBLIOTHEEK "DE BEYUQËR'"' TË HALSTEREN. De voorzitter: Daar moet ik een toelichting op geven. Hoe die 36.419,23 is samengesteld hebt U uit de stukken kunnen zien, die ter inzage lagen. De 78.000,en de 2.135,echter niet. Dat was niet bij de stukken ge voegd. Dit betreft de rente en afschrijving - kapitaallasten - van het onroerend-goed uat eigendom is van de gemeente en wat niet in eigendom is overgedragen aan de bibliotheek. Dat vindt U daarom ook niet terug in de rekening van de bibliotheek, maar het hoort hier wel bij. Dit bedrag kan ge presenteerd worden bij het Rijk en daar krijgen wij dan nog een bepaald per centage van terug. Dus over die 78.000,-- en die 2.135,--. Dit percen tage loopt wat op de laatste jaren. Het is begonnen met tien procent, is vijf tien procent geworden en is op dit moment twintig procent. Maar die twin tig procent geldt niet voor 1978, toen was het nog tien procent. Dat als toelichting want het zou kunnen zijn dat U daar naar gezocht hebt in de stuk- ken. Het lid de Goffau-van Kaam: Hetgeen wat U bij punt 17 opgemerkt hebt, geldt ook voor punt twintig. De voorzitter: Dat geldt in het algemeen voor alle begrotingen die ter inzage liggen bij U. Niet alleen betreffende onze eigen diensten, maar ik denk ook aan begrotingen van gemeenschappelijke regelingen, bijvoorbeeld die U bij de ingekomen stukken hebt gezien. Ook dat is wat moeilijk voor IJ als raad om U daar een goed oordeel over te vormen ds Li die stukken ter inzage hebt en toch maar een paar dagen de gelegenheid hebt om die in te zien. Dit vind ik wel een probleem. Daar moeten we dan toch nog maar eens afzonderlijk over spreken

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1980 | | pagina 88