43?
-13-
Ook om een wijzigingsbevoegdheid voor het kollege mogelijk te maken kunnen
voorwaarden gesteld worden. Daar is de gemeente autonoom in. Hoe dat straks
zal gaan bij de Kroon moeten we afwachten.
Ik heb begrepen uit wat hier vanavond naar voren is gebracht dat men dat een
essentieel onderdeel vindt van het totaal. Ik begrijp dan, mocht dat niet doorgaan
waar ik niet op reken, want ik reken dat het wel doorgaat, maar stel dat het
niet zo zou zijn, dat U dan eigenlijk weer in meerderheid terugvalt op het ont-
werp-plan zoals we dat in eerste instantie nu in behandeling hebben gehad.
Dat moet dan wel de meest lo.gische gevolgtrekking zijn, dacht ik. Ik wil niet
vooruitlopen op de zaken, want wij kunnen terecht vasthouden aan dit punt en deze
voorwaarde opnemen. Dat vind ik geen punt. Maar nogmaals, ik kan U de zeker
heid, waarop mevrouw de Goffau heeft gewezen, niet verschaffen. Wat in de krant
stond is niets nieuws, want tot nu toe is daar vaker over gediskussieerd en
is er vaker gezegd dat de koppeling in de milieuwetgeving niet wordt gemaakt.
Dat wisten we. Ondanks dat hebben wij het wel in ons bestemmingsplan gedaan.
Dat moeten we dus afwachten, ofschoon we daar wel vertrouwen in hebben. Dan
de heer Mens. Hij heeft met verbazing kennis genomen van het schrijven van de
inspektie Volksgezondheid en Milieu van Noord-Brabant. Hij vraagt zich af of
thans aan de voorwaarden vermeld in het rapport van 23 november 1977 van de
zelfde inspektie is voldaan. Ik heb niet zoveel behoefte om de insprektie van
Volksgezondheid en Milieuhygiëne te verdedigen, maar ik denk dat ik het toch
maar doe. Het gaat nu om een bestemmingsplan met name of de planologische
voorwaarden zo ingevuld kunnen worden, ja dan nee. De inspekteur van volksge
zondheid en milieuhygiëne zegt, planologisch hoeft dat niet. Daar hebben we
andere wetgevingen voor. De milieuwetgeving en daar doelt hij in zijn brief van
23 november 1977 ook op. Ik denk dat hij van mening is, dat de voorwaar
den, die hij in genoemd rapport vermeld, moeten worden opgenomen bij het
verlenen van de vergunningen ingevolge de milieuwetten. Maar hij vindt het niet
nodig, dat heeft hij ook met zoveel woorden gezegd, dat deze voorwaarden
in een bestemmingsplan worden opgenomen. Dat onderscheid moet ik toch even
maken, anders blijft die vraag hier liggen en daarom dat ik heb geprobeerd
die opmerking te beantwoorden. Verder vraagt U hoe is het gesteld met de
autonomie van de Nederlandse Gemeenten, worden we nog verder gecentraliseerd.
Dat is niet aan de orde meneer Mens. U had vanavond een andere beslissing
kunnen nemen. Dan hadden wij het plan - het ontwerpplan zonder wijzigingen-
kunnen verdedigen bij de Kroon en de Kroon had dan terzake een uitspraak
gedaan. Maar de autonomie is er en blijft er. Daar mogen we ons niet achter
verschuilen. Dat wat betreft de heer Mens. Verder heeft de heer van Elzakker
uitdrukkelijk gewezen op het belang van de milieudienst de Regionale Milieu
dienst. Die zullen we broodnodig hebben willen wij ooit kunnen beoordelen
of een milieuvergunning terecht of niet terecht is afgegeven, want op dit moment
beschikken we zeker niet over die mogelijkheid. We hebben daar geen enkele
capaciteit voor. Dat waren mijn opmerkingen. Ik zal nog even goed formuleren
waarover gestemd moet worden. Het kollege van B&W is van plan om bet. ontwerp-
bestemmingsplan Theodorushaven 1980, inclusief de wijzigingen die genoemd zijn
in de brief van 20 augustus 1980, ter inzage te leggen vóór 23 november.
De vraag is of U daar vóór bent of dat U daar tegen bent. Als U daar voor bent
betekent dat dat het bestemmingsplaninclusief de wijzigingen ter visie wordt
gelegd.
Vóór stemmen de leden: van den Kieboom, Walthuis, Mouws, Uytdewilligenvan
Wezel, Mens, van Eekelen, Princen, van Elzakker, Verbogt, Sinke en Roosenboom.
Tegen dit voorstel stemmen de leden: de Goffau-van Kaam, Priems en van den Bos-
Beckmann
De stemming is 12 vóór en 3 tegen. Dit betekent dat U het voorstel van het
Kollege van B&W ondersteunt.