r -9- Het lid van Eekelen: Als U dit ook gelijktijdig gezegd had, dan had ik waar schijnlijk voor de tweede keer mijn vinger niet opgestoken. Als het dus op achttien december gekund had, dan hadden wij als Werknemerspartij gezegd,nou, doe je huiswerk maar en dan geef het het ons maar en dan zullen we besluiten. Dat neemt niet weg dat we ons huiswerk toch kunnen doen, want U zegt met vijf procent verhogen en straks in januari kunnen we het ook met nul procent verho gen. Dat ligt aan ons zelf als we de begroting bekijken. Daarom wil ik B&W niet voor het blok stellen. Dus wij zullen wel vóór het voorstel stemmen. Het lid PriemsIk heb ook geen nieuwe dingen toe te voegen aan deze diskussie. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten konform het voorstel van burge meester en wethouders. 11.VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN DE TWEEDE WIJZIGING VAN DE VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN EEN BELASTING OP HONDEN. Het lid PriemsWij vragen ons af wat nu eigenlijk de mogelijkheden zou den zijn om die hondenbelasting af te schaffen. Ik zal proberen in het kort er wat op toe te lichten. Deze belasting is bedoeld als een politie maatregel die aanvankelijk tot doel had de gemeente de mogelijkheid te geven door belastingheffing het aantal honden te beperken. Zij had slechts een beperkt fiskaal karakter. Successievelijk zijn de rollen omgekeerd. De hon denbelasting wordt nu geheven om de gemeente aan een extra bron van in komsten te helpen. Het. is uitgegroeid tot een doodgewone fiskale maatregel. Een fiskale maatregel met extra veel administratiekosten omdat er nog een hele hoop niet geautomatiseerd is, heb ik begrepen. Met weinig kontrolemoge- lijkheden en van een uiterst willekeurig karakter. De tarieven van deze maatregel zijn in de loop der jaren belangrijk ver'hoogd. Daarbij uitgaande van de gedachte dat het houden van een of meer honden van een zekere luxe getuigt, waarin aanleiding gevonden kan worden tot het heffen van een bij zondere belasting. Door zo te handelen krijgt de hondenbelasting het karakter van een zogenaamde verteringsbelasting. De raad zou zich echter moeten reali seren dat de hondenbelasting als verteringsbelasting gezien, een speciale last legt op hen die honden houden, terwijl anderen veel kostbaardere verte ringen, zoals het houden van renpaarden, of het hebben vanjeen volière, óf een pleziervaartuig en dergelijke, onbelast blijven. Ik wijs hier nogmaals op het volstrekt willekeurige karakter van deze maatregel. De grondbeginselen van het Nederlandse belastingrecht rangschikt de hondenbelasting echter onder de kate gorie, remming van gebruik en belasting op genot. En niet als fiskale maatregel in de vorm van een verteringsbelasting. Mocht Uw raad toch van mening zijn deze onrechtvaardige belastingsmaatregel te moeten handhaven, dan moeten we wijzen op een tweede onrechtvaardigheid in dit voorstel. De voorgestelde manier van tariefheffing is dat een vast bedrag per hond wordt geheven. Het is niet helemaal rechtvaardig. Ziet men namelijk deze hondenbe lasting als politiemaatregel of als maatregel van milieuhygiënische aard, om het aantal honden te beperken, dan is een zo'n uniform tarief niet aan te be velen. De beperking zal dan alleen haar uitwerking hebben onder die klasse van de bevolking op welke deze belasting het zwaarst drukt. Ook al zou men dan deze belasting als verteringsbelasting zien, dan ook is het uniform tarief niet billijk. Wij pleiten dan voor een progressieve heffing. En ik denk dat er een mogelijkheid zal zijn om het te koppelen aan de onroerend-goed- belasting. Of we zouden een besluit kunnen nemen de hondenbelasting in zijn totaliteit af te schaffen en de onroerend-goedbelasting met een percentage te verhogen. Het lid Uytdewilligen :Ik kan er eigenlijk niet zo heel veel meer aan toe voegen aan dit schitterende betoog. Het is gewoon uit het hart gegrepen. Alleen wil ik er dit nog aan toevoegen wat de kontrole betreft. Er wordt hele maal geen kontrole op uitgeoefend wie er hondenbelasting betaalt. Ik kan zo vijf, zes mensen opnoemen die geen hondenbelasting betalen. Dat vind ik een onrechtvaardige zaak ten opzichte van diegene die wel zo eerlijk is om z'n hond aan te geven en daarvoor belasting te betalen. Ik vind dat een belasting rechtvaardig moet zijn en gekontroleerd moet kunnen worden. Dat is in deze belasting helemaal niet het geval.

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1980 | | pagina 40