ff -3- 3. VOORSTEL TOT HET VASTSTELLEN VAN DE VERORDENING OP DE OPENBAARHEID VAN BESTUUR. De voorzitter: Zoals U bekend is, is per 1 mei de Wet Openbaarheid van Bestuur in werking getreden. We hebben als raad de bevoegdheid om een verordening vast te stellen. Noodzakelijk is het niet, maar als kollege leek het ons toch wel een goede zaak dit te doen, om een aantal procedure regels in een verordening vast te leggen. Dat hebben we bij deze gedaan en dat staat nu ter diskussie. Het lid PriemsOnze fraktie heeft lof voor deze verordening. De vraag blijft natuurlijk, hoe dit in de praktijk wordt toegepast en hoe het geïntepre- teerd wordt. Wij zijn van mening dat er een grote rol weggelegd zou zijn, een kontrolerende funktie, voor de nog op te richten kommissie Overheid en Burgerij. Wij willen U nog eens een keertje met nadruk verzoeken, haast te maken met Uw plannen om een uitgewerkt voorstel aan deze raad te doen wat betreft die nieuwe kommissie. Het lid Mouws: Het is min of meer gelijkluidend. Onze vraag ligt meer in de geest van het informatieve, hoe men denkt dit toe te gaan passen. De passieve informatieplicht; ik dacht dat er die duidelijk al was. Ik dacht dat er eigenlijk niet veel nieuws onder de zon was. Vandaar dat we eigenlijk vragen waarom dat persé in een verordening moet. De voorzitter: In de eerste plaats de heer Priems. Hij is het van harte eens met deze verordening. Hij zegt, ja, we moeten zien hoe dat in de praktijk werkt. Dat zal zeker zo zijn. Uiteraard is er in de eerste plaats een contro lerende funktie voor Uw raad en eventueel bij een in te stellen kommissie Overheid- Burgerij vraagt hij in feite hoe het zit met die voorstellen ter zake. We hebben daar al een keer over gesproken in een bijeenkomst van "fraktievoor- zitters". We moeten dat uitdrukkelijk tussen aanhalingstekens zetten. We hebben daar een brief over ontvangen van de fraktie van de Partij van de Arbeid. Wij zijn er ons over aan het beraden en wij stellen ons voor,-als het lukt, helemaal zeker kan ik dat niet zeggen-, om in november met voorstellen bij U te ko men. We hopen dat te halen,- in december zeker-, maar we streven naar november. De heer Mouws zegt, ja, wat hier in staat, dat wordt in feite in de praktijk al gedaan. Dat is natuurlijk zo. Als verzoeken om inlichtingen ons bereiken, dan worden die inlichtingen gegeven. Verder doen wij zelf ook pogingen om actief informatie te geven naar de burgers. Misschien niet altijd in voldoende mate. Dat is ook wel eens in diskussie geweest in diverse kommissies. Wij proberen daar wat meer werk van te maken. Maar toch veel van die zaken gebeuren in feite al. Er is nu echter een recht op informatie voor de burger. Zouden wij weigeren om informatie te geven, dan heeft de burger bijvoorbeeld de moge lijkheid om een Arob-procedure aan te spannen. Daarom denk ik dat het toch wel een goede zaak is. Om die reden is het zo geregeld. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten konform het voorstel van burge meester en wethouders. 4. VOORSTEL TOT STRAATNAAMGEVING Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten konform het voorstel van burge meester en wethouders. 3. VOORSTEL TOT HET INSTELLEN VAN EEN NIEUWE GEMEENTEVLAG De voorzitter: Ik wil aan dit punt toch niet zonder meer voorbij gaan. We hebben in het verleden een vlag gehad. Die is vastgesteld in de raad in 1976. De vlag voldoet echter niet zoals U hebt gezien. U bent allemaal op de hoogte. Daarom zullen we er nu niet verder op in gaan. Het is een goede zaak dat we wél een vlag hebben. Bij bepaalde gebeurtenissen kan die vlag gebruikt worden. Dat geeft een wat feestelijk tintje aan de zaak. Daarom ben ik blij dat U akkoord gaat met dit agendapunt. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten konform het voorstel van burge meester en wethouders.

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1980 | | pagina 34