-8- Dat heeft het beste effekt. Hetzelfde is'ook toegepast voor een gedeel te bij de volkstuinen in de Melanen. Il< ben daar vandaag nog eens expres langsgeredenDaar vind je dus die brede strook waardoor visueel het een en ander wordt bereikt. Dat in eerste instantie. Het "lid UytdewiliiqenOm als eerste U te antwoorden op Uw antwoord dat ik gekregen heb. Aangaande het Oud Glymespolder en Oud Auvergnepolder-noord Dan moet ik tot mijn spijt konstateren dat blijkbaar in het kollege Staats bosbeheer, - want die heeft namelijk dat bezwaarschrift ingediend en waar dan door het kollege aan tegemoet gekomen is-, toch beter aangeschreven staat als de eigen inwoners van het buitengebied. Dat is wel erg jammer. Dat was eigenlijk het enige wat U mij als antwoord gegeven heeft. Dan als tweede wethouder Roosenboom. Die denkt dat hij beter kan praten over gebouwen en dergelijke dan over het plan buitengebied. h'ant hij heeft wel enkele woorden gezegd, maar daar ben ik niet veel wijzer van geworden. Als hij dan een kwartier zit voor te lezen en hij begint erover dat je gepraat hebt over hoogte van silo's, waar ik helemaal niet over gepraat heb, dan vraag ik me af, waar luistert hij naar? Ik wil dat verhaal nog wel een keer voorlezen, maar dat zal nogal erg tijdrovend zijn. Ik wil het dan nog even punt voor punt doen. Ik heb gesteld dat in het agrarisch gebied de bouwvlakmethode wordt toegepast. Als U die stukken bestudeert hebt, dan weet U misschien wat een agrarisch gebied is, maar dat is anders dan een agrarisch gebied met landschappelijke bestemming. Daar de bouwvlak methode bij de provincie, bij Gedeputeerde Staten, zelfs helemaal niet de voorkeur verdient, daarom vraag ik alsnog om dat te wijzigen en dan zegt de wethouder van, ja, we hebben het al voldoende doorgesproken in de or ganisaties en in Ruimtelijke Ordening. Ik geloof wel dat ik als raads lid ook nog mijn zegje hierover kan doen zonder dat er verder iemand anders gehoord of wie dan ook over gesproken heeft. Ik heb een eigen ver antwoordelijkheid en ik heb daar ook bezwaar tegen, tegen die bouwvlak methode. Het tweede punt is dat ik hem helemaal niet gehoord heb over dat artikel 5, punt 4.1. Daar is helemaal geen antwoord op gekomen. Dat heb ik gevraagd dat zou ik graag geschrapt zien of zeker een betere formulering. Want nu kunnen ze geen kant meer uit. Dan als derde punt. Het derde punc hoort eigenlijk het tweede punt te zijn. Boomdijk-Lange water. Dat was door P.P.C. in de advies-nota wel tot agrarisch gebied bestemd. Tenminste dat adviseren ze. Nee, zegt. het. kollege, we moeten daar agrarisch gebied met landschappelijke waarde van maken. Dan hebben we punt 4 van de toxen- silo's. Ik heb onder andere gezegd over die torensilo's, dat aan de eigenaars moet worden overgelaten op welke plaats dat ding moet komen. Uit bedrijis~ doelmatigheidsoverweging. En niet hoe hoog dat hij is, daar heb ik niet. over gesproken. Ten laatste heb ik nog gesproken over die glastuinders, die in plaats van één hectare nog eens verhoogd worden tot anderhalf hectare. Waarom niet allemaal, als de eigendomsrechten voldoende zijn, daar twee hectare van te maken, op zijn minst. En ik vraag tenslotte dan ook stemming over dit plan "Landelijk Gebied" als het zover is. De voorzitter:' Uiteraard wordt er gestemd over dit voorstel bestemmingsplan "Landelijk G~ëbied". Alleen als U wijzigingen aangebracht wil zien, zult U dat met een motie of een amendement naar voren moeten brengen. Als U be paalde voorstellen via een motie wilt indienen krijgt U daar nu gelegenheid voor. Ik kan wel doorgaan met de andere sprekers dan hebt U eventueel gelegenheid om die moties in te dienen. Ik heb daar begrip voor. Het is een veel omvattend plan. Daarom kies ik deze procedure om U daar alsnog voor in de gelegenheid te stellen. En dan nog een punt meneer Uytdeui.ll.igen, namelijk een punt van orde, artikel 5,4.1, dat geeft wat problemen o.ier^ achter de tafel, wat U daar precies mee bedoelt. We kunnen het namelijk niet in de voorschriften vinden, maar misschien dat IJ de bladzijde aan kunt geven en de tekst. Het lid Uytdewiliiqen: Het gaat erover, in een agrarisch bedrijf mogen aJleen -9- produkten van het eigen bedrijf opgeslagen worden. Het staat in de voor schriften bij paragraaf 5. Het lid van Eekelen: Uw antwoord bevredigt me. Als het om de kant gaat waar het visuele schade aanricht, die groenstrook van 5 meter, maar op die andere plaats niet. Dan kunnen wij daar als frakt.ie genoegen mee nemen. Van de andere kant wou ik toch wel een klein beetje clementie van het kollege. Als de wethouder zegt,-en dat bevredigt mij niet met die gebouwtjes-, dat ze zichtbaar zijn. Natuurlijk op dit moment zijn ze nog zichtbaar, maar als die groene zone aangelegd wordt, dan kun je die niet gelijk met 5 meter hoogte aanleggen. Ik zou U willen verzoeken om twee jaar de tijd te geven om hier iets te planten dat binnen twee jaar liet zicht ontneemt op hoogtes van 1.50 meter. In plaats van nu te zeggen van ja, ze staan nog in het zicht en duw ze maar plat. Het lid Mouws: Ik kan me in grote lijnen aansluiten bij wat er gezegd is. Hij griefde ook nogal het feit van het zichtbaar zijn. Op de tweede plaats de heer Uytdewiliiqen heeft dat al duidelijk aangehaald. Die glastuinbouw met name in het kernrandgebied, ook een van de bezwaren, daar is glastuin bouw gekomen. Eigenlijk mag dat natuurlijk in het kernrandgebied helemaal niet zitten. Dus die zaak moet apart gelegaliseerd worden, maar dari be perkt rnen dat onmiddellijk erbij en zeggen ze o.k., dat bedrijf zit er, legaliseren we, maar onmiddellijk worden alle uitbreidingsmogelijkheden beperkt. Misschien een kleine aanvulling,-de heer Uytdewilligen heeft dat in het algemeen aangehaald-, maar het is een van de bezwaren. Het lid Verbogt: Ik sluit me volledig aan bij de woorden van de heer van Eekelen. - Het lid WalthuisDat. geldt voor mij ook. Alleen vind ik die 2 jaar die de heer van Eekelen genoemd heeft wel een minimum als overbrugging. Wethouder Sinke: Ik wil er iets meer in het algemeen van zeggen. U heeft bemerkt, dat. door meningsverschil van de CDA-leden waarschijnlijk is be doeld dat ik de procedure in het kollege letterlijk heb gevolgd, hut Vöiio- vond misschien wat minder genoemd is, is het bijzondere uitvoerige kontakt met de stedebouwkundige na het binnenkomen van het antwoord van de ïecla- manten. En ik wi.l dan even teruggaan tot wat ik eigenlijk dc vorige keer gezegd heb. Ik heb toen in dezelfde vergadering van 17 april gezegd, wat mij betreft, ik zal er voor blijven vechten dat de belangen van de echte bewoners van het buitengebied niet verder worden aangetastdan normaal in onze samenleving noodzakelijk is en in Noord-Brabant wordt qehanteerdHet kan zijn dat de Halsterse bodemsituatie zodanig is dat er enige specifieke dingen in moeten zijn. dat kan ik me voorstellen, maar daar zal het bij moeten blijven. Dat heb ik gezegd, en ik moet u zeggen dat dat een vrij vervelende vergadering geweest is met het kollege en met de stedebouwkundige, maar dat ik toch bijzonder tevreden ben over zijn reaktie op de werkelijke belangen. Het is inderdaad zoals U gezegd hub 1., je kunt nooit alle belangen die ergens liggen garanderen, doelmatig, dat lijkt me volstrekt onmogelijk, (laar het is wel zo dat de essentie van de echte bezwaren een geweldig eind zijn teruggebracht. En als ik dan even denk over die kwestie aan die Boomdijk, dan is dat echt een kollegebesi.lo sing geweest. Als je nu als bestuur van Halsteren praat over de invulling van het Halsterse landschap en de bouwmogelijkheden en de bouwsit.uat.ie daar ziet, meet je daar dan echt wel gaan bouwen? dat is dus een bewuste keus geweest, wat de bouwvlakmethode betreft moet ik U zeggen dat. ik aan vankelijk van mening was,-en dat heb ik ook tegen de stedebouwkundige gezegd- in eerste instantie, dat. dat eigenlijk een resultaat was van een gesprek met de landbouwvertegenwoordigersIk had gewoon het idee dat onze stedebouwkundige werkelijk roomser wilde zijn dan de paus met. zijn bouw vlakmethode en dat heb ik lang meegedragen dat gevoel totdat ik ontdekte dat er elf provincies zijn in Nederland die uel die methode hanteren en dat toch een betere waarborg voor het buitengebied vinden. 01 tien dan.

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1980 | | pagina 94