-2- OPENING De voorzitter opent de vergadering met het gebruikelijk gebed. 1. VASTSTELLING VAN DE NOTULEN VAN DE RAADSVERGADERINGEN VAN 3 MEI, 17 APRIL EN 22 HEI I960 De voorzitter: Er zijn geen op- of aanmerkingen binnengekomen, zodat deze notulen ongewijzigd zijn vastgesteld. 2. INGEKOMEN STUKKEN EN MEDEDELINGEN. De voorzitter: Daar moet ik één stuk aan toevoegen. Er is een brief binnen gekomen van het raadslid mevr.de Goffau-van Kaam. Ik stel U voor om dat als een ingekomen stuk nummer 24 te behandelen. Deze brief is gisteren bij mij binnengekomen, vóór deze raadsvergadering. Het voorstel is ook voor kennis geving aan te nemen". Wie wenst er op- of aanmerkingen te maken naar aanleiding van de ingekomen stukken en mededelingen? Het lid Mouws: punt 21. Het lid Priems: punt 22. Het lid de Goffau- van Kaam: punt 24. Omtrent de overige punten wordt besloten konform de voorstellen van burge meester en wethouders. 3. VOORSTEL TOT HET BENOEMEN VAN EEN NIEUW LID IN DE KOMMISSIE ONDERWIJS EN BIBLIOTHEEK, TER VOORZIENING IN EEN ONTSTANE VAKATURE De voorzitter: Dit houdt verband met het tussentijds ontslag van meneer de Wit uit die kommissie. De heer de Wit had zitting in die kommissie na mens het CDA-Halsteren en Lepelstraat. Deze groepering heeft een nieuw lid voorgedragen, mevr.Raaphorst-Andriol. Wie wenst over dit punt het woord? Niemand, dan kunnen wij tot stemming overgaan. Er zijn .14 stemmen uitgebracht, waarvan 2 blanko en 12 op mevr.Raaphorst- Andriol hetgeen betekent dat mevrRaaphorst-Andriol benoemd is tot lid van de kommissie Onderwijs en Bibliotheek. Ik wens haar met dat werk erg veel succes toe. 4. VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN HET QNTWERP-BESTEHHINGSPLAN "LANDELIJK GEBIED". De voorzitter: Ik denk dat het niet noodzakelijk is daar vooraf een uitvoerige toelichting op te geven. Vanaf 1973 bent U met dit plan zeer intensief bezig geweest. Er heeft bijzonder veel overleg plaatsgevonden. De kommissie Ruimte lijke Ordening is diverse keren ingeschakeld en nu zijn we dan op het belang rijke moment aangekomen, dat het in deraadmoet worden vastgesteld. Wie wenst over dat agendapunt het woord? Het lid Uytdewilliqen: Mag ik alvorens punt 4 te behandelen een vraag van orde stellen? Ik heb 2 punten aangaande agendapunt 4, namelijk: a. een punt wat de procedure betreft en b. een punt wat agendapunt op zich betreft. Is het mogelijk om punt 4 te splitsen in bijvoorbeeld 4a en 4b, zodat er voor beiden 2 gespreksronden zijn en dat ik antwoord krijg op 4a voor met 4b even tueel verder te gaan. De voorzitter: Het is niet gebruikelijk om dat te splitsen. U kunt dat in bén keer meenemen. Ik weet dat het voor U een vrij zwaar punt is. Dat is mij bekend. Ik maak er daarom geen bezwaar tegen als we eerst de procedure even in diskussie brengen en daar twee ronden voor geveri en daarna inhoudelijk. Ik neem aan dat U als raad daar ook geen bezwaar tegen hebt. Dat kan ook voor de diskussie verhelderend werken, anders moeten beide onderwerpen gelijk tijdig behandeld worden en dat kan toch eventueel misverstanden geven. Ik stel U in de gelegenheid om eerst over de procedure het woord te voeren. -3- Het lid Uytdewilliqen: Namens het CDA het volgende. Wij hebben grote bezwa ren tegen het beleid van het kollege, aangaande de gevolgde procedure plan "Buitengebied". Het is mij namelijk gebleken dat de toezeggingen door het kollege zijn gedaan in de raadsvergadering van 17-4-1980, bij monde van hun voorzitter, niet zijn nagekomen. Hoewel ondertussen een voorzitterswijziging heeft plaats gehad neem ik aan dat toezeggingen gedaan in een openbare raadsvergaderina en waarbij het vel talige kollege aanwezig was. deze toezeggingen ook door de opvolgende voor zitter worden herkend als zijnde gedaan. Het zou misschien nog anders zijn geweest als één of twee van de aanwezige wethouders op dat moment bezwaar hadden gemaakt tegen de gedane toezeggingen door hun voorzitter op die bewuste raadsvergadering. Om U aan te tonen dat er toezegging is gedaan zai ik U het let.terli.ike antwoord voorlezen wat io gege ven op mijn.vraag om alvorens het plan "Buitengebied" te1" vaststelling aan de raad aan te bieden, de bezwaren te bespreken met de reclamanten of hun adviseurs ten einde alsnog zoveel mogelijk tot overeenstemming te komen en hierdoor zo min mogelijk beroepszaken te creëren. Het eerste antwoord dat ik kreeg op deze vraag was,. en U kunt de letterlijke tekst nalezen in de notulen van 17-4-1980, op bladzijde drie. Wij tenderen heel sterk in He richting die U naar voren brengt. U hoeft er niet eens een voorstel van te maken. Ik dacht dat we gewoon kunnen toezeggen, dat wij dat nastreven om uiteindelijk zoveel mogelijk, alsnog datgene wat in het algemeen naar voren is gekomen in die "groene nota gerealiseerd te krijgen in hetgeen U, mettertijd wordt aangeboden". Tot'zover het eerste antwoord. Omdat ik toch nog niet zo heel gelukkig was met dit antwoord en het mij enigszins vaag leek, vraag ik citeer weer uit de notulen, bladzijde 6. Kan ik er nu vanuit gaan dat er met de reclamanten toch nog overleg gepleegd wordt met het kollege of tussen het kollege en eventuele adviseurs." En dan antwoordt de voorzitter, zie bladzijde zeven. U heeft dus mijn antwoord nog gehoord op de vraag van de heer Uytdew.ill.igen daar heb ik bevestigend, althans in mimiek, aanvankelijk ook met. woorden be vestigd dat we nog nader kontakt zoeken met de organisaties". Mijnheer de voorzitter, duidelijker kan het toch niet. Ik eis van het kollege dat deze toezegging wordt nagekomen alvorens het plan "Buitengebied" door de raad wordt vastgesteld en vraag de raad met deze gang van zaken niet ak koord te gaan en het kollege uit te nodigen aan haar verplichtingen te vol doen. Het zou een schande voor heel de raad zijn als zij hiermede genoegen zou nemen. Er zijn beloftes gedaan en die dienen te worden nagekomen. Het heeft niets te maken met het plan op zich maar is zuiver een formele kwestie. Ik stel voor punt vier van de agenda terug te nemen en met dit punt terug te komen als aan voornoemde voorwaarde is voldaan. Hiertegen zal wel het bezwaar komen van, de tijd is te kort, dat kan niet meer, nu ik kan U gerust stellen. In de vergadering van 17-4-1980 is besloten de termijn voor vaststelling met 3 maanden te verlengen Wat inhoudt dat de vaststelling voor 13 augustus moet plaats hebben. Ik stel dan ook voor de normale raadsvergadering van donderdag 21 augustus een week te vervroegen, wat wil zeggen dat dit Han 14 augustus zou worden hetgeen dan nog binnen de termijn is. Tot zover wat de procedure betreft. De voorzitterTijdens de vergadering van 17 apr.il van dit jaar i« door de "voorzitter min of meer de toezegging gedaan dat nog contact zou worden ge zocht met diverse organisaties om tot overeenstemming te komen. Dat is min of meer uit de woorden van de voorzitter die destijds fungeerde op te maken. U hebt dat ook duidelijk voorgelezen. Ik ben daar i" een vrij laat stadium mee gekonfronteerd. Daarbij hebben we een aantal andere zaken ook in over weging genomen-, enerzijds die toezegging die is gedaan, aan de andere kant speelt dat er in het verleden vrij uitvoerig overleg is gevoerd met de desbetref fende organisaties.

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1980 | | pagina 91