-8- de praktijk dat wij gedwongen zijn tot een dagelijkse samenwerking. Een samenwerking die we min of meer onbeinvloed kunnen opbouwen. Allebei zijn we nieuw in onze funktie en als het lot niet anders beslist zullen wij ook in hetzelfde jaar, het magische jaar 2000, onze funktie neerleggen. We heb ben dus nog een hele tijd voor de boeg. Een goede samenwerking is daarom noodzakelijk. Niet alleen in het belang van de Halsterse gemeenschap,maar ook gewoon voor ons persoonlijk. Na onze eerste kennismakingen ben ik er echter wel van overtuigd dat dat ook wel zal vlotten. Burgemeester, U komt te zitten in een oud maar prachtig gemeentehuisje, van waaruit U werkt met Ow 70 ambtenaren die verdeeld huizen over drie gebouwen. Deze spreiding komt de gang van zaken niet ten goede. Reeds in 1962, bij de installatie van burgemeester Heidens, vroeg de toenmalige sekretaris aandacht voor het huisvestingsprobleem. Inmiddels is het ambtenarenkorps flink in aantal toe genomen en U kunt zich voorstellen dat de huisvestingsproblemen alleen maar groter zijn geworden. Hoewel er de laatste maanden weer enige beweging in dit onderwerp zit is een oplossing op enige termijn nog niet in zicht en wij ambtenaren vragen hiervoor graag Uw bijzondere aandacht. Tenslotte bur gemeester, spreek ik graag de wens uit, dat het Halsteren onder Uw leiding goed moge gaan en waaraan het ambtenarenkorps graag zijn bijdrage zal le veren. Mevrouw Hendriksen, Uw man zal regelmatig worden uitgenodigd om aan wezig te zijn bij een of andere bijeenkomst van het personeel. Een uitdruk kelijke uitzondering kennen we, de jaarlijkse viswedstrijd, maar overigens zijn de echtgenoten altijd welkom. U zult niet altijd aan elke uitnodiging gevolg kunnen geven, maar voor zover dat wel mogelijk is zou ik U willen vragen: doe dat ook. Voor ons vrouwelijk personeel, voor onze echtgenoten, maar ook voor ons, de mannen. Ik weet uit ervaring dat de aanwezigheid van de vrouw van de burgemeester door ons altijd bijzonder op prijs wordt ge steld. Met Uw charmante en beminnelijke persoonlijkheid zou U ons alleen maar straffen als U aan een invitatie van ons geen gevolg zou willen geven. U bent van harte welkom. De burgemeester: In de eerste plaats mag ik gevoelens van dankbaarheid rich ten tot Hare Majesteit de Koningin, die mij in deze verantwoordelijke funk tie heeft benoemd. Voorts gaat mijn erkentelijkheid tevens uit naar de mi nister van Binnenlandse Zaken, die mij voor dit ambt heeft voorgedragen en de andere raadslieden van de Kroon, met name de Kommissaris van de Koningin in de provincie Noord-Brabant, voor het vertrouwen dat hij in mij heeft ge steld. Ik dank voorts al diegenen, die aan mijn vrouw en mij hun gelukwensen hebben gezonden in verband met deze benoeming. De reakties zowel uit deze omgeving in West-Brabant als uit de regio Eindhoven waren overweldigend, en hebben ons bijzonder aangenaam verrast. Hartelijk dank daarvoor. U, mijnheer de loko-burgemeester, dank ik voor de bijzonder hartelijke woorden van wel kom die U tot mijn vrouw, zoons en mij hebt gesproken. Tevens dank ik het gemeentebestuur voor de wijze waarop deze ontvangst en raadsvergadering is voorbereid. De ontvangst in de gemeente, die ons zonet ten deel viel was fantastisch. Eenieder die daar zijn medewerking aan heeft verleend, o.a. de verenigingen, hartelijk dank. Een vraag die bij een benoeming van een burgemeester steeds naar voren komt is of de benoemde al dan niet aan de zogenaamde profielschets voldoet. Overigens hebt U als raad niet één pro fielschets bij de Kommissaris van de Koningin op tafel gelegd, maar heeft elke fraktie haar eigen wensen - tijdens een speciaal hiervoor gehouden raadsvergadering - geformuleerd. Het is een duidelijke zaak dat door mijn benoeming deze wensen niet allemaal zijn gehonoreerd. De reakties van de diverse frakties op mijn benoeming - deze reakties vernam ik via de pers - waren dan ook nogal genuanceerd - overigens gelukkig zeker niet negatief. Een aantal frakties in deze raad hadden misschien liever gezien dat er een burgemeester van een ander politieke signatuur was benoemd. Ik ben ge noeg betrokken bij het politiek gebeuren om daar begrip voor op te kunnen brengen. Overigens is genoegzaam bekend, wat de mening van de P.v.d.A. is met betrekking tot burgemeestersbenoemingen in Brabant. Dat ik deze mening

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1980 | | pagina 79