10. Voorstel tot wijziging van de tarieven voor de verhuur van de sporthal "De Kannebuis" en de gemeentelijke gymnastieklokalen voor het tijdvak 1 juli 1980 t/m 30 juni 1981. 11. Begrotingswijzigingen. OPENING De voorzitter opent de vergadering met het gebruikelijke gebed. 1. VASTSTELLING NOTULEN VAN DE RAADSVERGADERING VAN 6 MAART 1980 De voorzitter: Er zijn geen op- of aanmerkingen binnengekomen, zodat ze onge wijzigd zijn vastgesteld. 2. INGEKOMEN STUKKEN EN MEDEDELINGEN De voorzitter: Zijn er onder U, die over bepaalde punten van deze ingekomen stukken en mededelingen iets hebben te vragen of op te merken. Dat zijn vervolgens de punten 10 fcn 21. Voor het overige wordt besloten konform de voorstellen van burgemeester en wethouders 3. VOORSTEL TOT VERDAGING BESLISSING VASTSTELLING ONTWERP-BESTEMMINGSPLAN "LANDELIJK GEBIED 1978" Het lid UytdewilliqenIk wil namens het CDA van deze gelegenheid gebruik maken om enkele opmerkingen te maken aangaande het ontwerp-bestemrningsplan Buitengebied, zoals dat ter visie heeft gelegen vanaf 16 januari t/m 15 fe bruari jl. Vanaf 19/3 zijn we met dat bestemmingsplan bezig; met grotere en kleinere tussenpozen is hier aan gewerkt. Er hebben verschillende besprekin gen plaats gehad tussen de organisaties en instanties. Er zijn dikke rappor ten over opgemaakt en weer in de prullenbak verdwenenIk denk daarbij aan het "Landelijk Gebied 1976". Er is een informatiekrant uitgegeven en er is een hearing gehouden. Dit alles met het doel inspraak te bevorderen en inspraak te geven. Van landbouwzijde is hierop o.m. gereageerd met een 7 bladzijden- tellende nota. De vraag is nu: "hebben deze procedures wel het bedoelde ef- fekt bereikt", nl. de inspraak en is er ook gehoor aan gegeven, in zoverre dat daar gehoor aan gegeven kon worden? Ik moet tot mijn spijt konstateren, na bestudering van deze nota, dat er maar heel weinig is terug te vinden van al wat er naar voren gebracht is aan suggesties en wensen, vooral van uit de landbouworganisatie. Ik vraag me eigenlijk af of dat dan wel nodig geweest is om al die inspraken te houden. De heer Kuypers heeft een dertig tal bezwaarschriften nu in behandeling. Daaruit zou men kunnen konkluderen dat er van die wensen en suggesties ook al niet zo heel veel overgebleven is. Gp de tweede plaats vraag ik me ook nog af of het stedebouwkundig buro Kuypers ook wel op de hoogte is van de zgn. "groene nota". Dat is een nota, die uitgegeven is door de PPD, de Provinciale Planologische Dienst, en welke speciaal betrekking heeft op de buitengebieden. Daarin wordt o.m. een soe pelere houding voorgestaan met betrekking tot die landelijke gebieden, dan er nu in deze ontwerp-nota is opgelegd. In het landelijk gebied, waarin toch altijd nog een behoorlijk aantal bedrijven en bedrijfjes hun bestaan vinden hier in Halsteren. Wij dienen er als bestuurders dan ook, dacht ik, rekening mee te houden en er ook aan mee te werken dat die bestaansmogelijkheden zo min mogelijk beknot worden. IJ zou zich alles overziende ook nog kunnen af vragen: is er wel de juiste methode gebruikt of is er wel het juiste uit gangspunt genomen. 01 zijn we misschien proefkonijn geworden van liet ste debouwkundig buro. Want als ik nu, en dat heeft U misschien ook in de krant -3- kunnen lezen, dat er op het ogenblik in een naburige gemeente, waar het zelfde stedebouwkundig buro ook werkzaam is, dat ze daar nu ook met een ontwerp-bestemrningsplan Buitengebied zijn begonnen, maar dat ze daar op een heel andere manier beginnen. Dus ik vraag me eigenlijk af: Zijn wij proefkonijn geweest op dit gebied? Ik zou denken van wel. Dit zijn enkele opmerkingen die ik wilde maken. Ik zou nu echter nog met een voorstel wil len komen en dat is het volgende: het stedebouwkundig buro te verzoeken of opdracht te geven om in samenwerking met Uw kollege en de reklamanten alsnog te proberen tot overeenstemming te komen. Dan zou dat natuurlijk een heel stuk de procedure bekorten, want naar mijn mening zijn die be zwaarschriften, die zijn ingediend, over het algemeen van dien aard dat er wel tot overeenstemming te komen zal zijn, als er een beetje soepel standpunt ingenomen wordt. Dat heeft tot gevolg dat we misschien dat be stemmingsplan op een wat snellere manier definitief zouden kunnen krijgen Dat de belanghebbenden uit de onzekerheid worden gehaald, waarin ze nu verkeren wat er gaat gebeuren. Het loopt al vanaf 1973, dus stel dat het nog 5 jaar duurt, dan zitten we al in 1983 en dat zou kunnen als die pro cedures verder moeten dan de gemeente. Daarom zou ik willen voorstellen om alsnog te proberen of tenminste met de heer Kuypers te proberen tot overeenstemming te komen met die reklamanten en in samenspraak met het kollego De voorzitter: U noemt daar 1973, er is blijkbaar in de loop der jaren nogal veel over deze zaak te doen geweest. Het meeste is mij helaas niet bekend. Ik weet wel, in heel Nederland is het bestemmingsplan "Landelijk Gebied" een zaak, die in het algemeen moeilijk van de grond komt. Men had allemaal verwacht dat het veel eerder voor elkaar zou zijn, maar ik denk dat in de meeste Nederlandse gemeenten men dat heel moeilijk van de grond krijgt. Ik geloof dat we duidelijk kunnen zeggen, dat het niet on ze bedoeling is, van wie dan ook, orn onze gemeente als proefkonijn te laten fungeren. Het gemeentebestuur en B&W zijn niet van plan, hebben helemaal niet de intentie om zich als zodanig te laten gebruiken of mis bruiken. Het is evenwel in belangrijke mate wel zo, dat wij het met U eens zijn dat veel van hetgene wat U opmerkt toch al reeds, wellicht, in het plan verwerkt had kunnen zijn. Ik heb het idee dat men op een gegeven ogenblik maar doorgestoten heeft en laten we de procedure maar starten, want er is al zoveel over te doen geweest. Starten maar, er ko men toch altijd op alle terrein bezwaren, begin maar. Intern hebben we er nog niet uitvoerig over beraden, maar ik merk in het kollege dat wij duidelijk tenderen in de richting die U aangeeft. Wanneer we werkelijk straks bij de raad komen met de vaststelling van het plan, dat we dan willen proberen tot een dusdanig geheel te geraken dat we bij die vast stelling maar zeker ook in het vervolg dus bij eventuele bezwaren in de beroepsschriftenprocedurezo weinig mogelijk moeite meer krijgen. We hebben er natuurlijk niks aan als we dadelijk een plan hebben vast gesteld door Uw raad wat om begrijpelijke redenen misschien tot aan de Kroon wordt uitgevochten. Dus wij tenderen heel sterk in de richting die U naar voren brengt. U hoeft er niet eens een voorstel van te ma ken. Ik dacht dat we dat gewoon kunnen toezeggen, dat wij dat nastre ven om uiteindelijk zoveel mogelijk alsnog datgene wat in het algemeen naar voren is gekomen in die "groene nota" gerealiseerd te krijgen in hetgeen U mettertijd wordt aangeboden. Het lid. UytdewilligenU zegt in eerste instantie: wij hebben niet het idee dat we als proefkonijn behandeld zijn of willen worden en dat is misschien ook wel juist, maar is het niet zo dat het al van begin af aan zo gebeurd is, dat we al sinds 1973 als proefkonijn worden gebruikt. Dat het in Uw regeringsperiode al een heel normale zaak was, maar het is naar mijn mening al vanaf 1973 dat Halsteren als proefkonijn ge bruikt is. Wij waren bón van de eerste gemeenten die met het bestem mingsplan Buitengebied waren begonnen.

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1980 | | pagina 64