-6- hij zelf maar een keer toepassen. Ik vind het niet meer dan billijk dat een raadslid dat om informatie vraagt, dat hij die informatie ook krijgt. Wethouder, Roosenboom: ik kan alleen maar een heel eerlijk antwoord geven. Het is zeer zeker niet de intentie binnen het kollege om op enigerlei wijze de door de meerderheid vastgestelde verkoopbesluiten te boycotten of te traineren. Dat zal ons ook niet lukken onder het zeer bekwame voorzitter schap van burgemeester Eikhuizen, die de zaak zeer objektief en zonder voor oordelen begeleidt. Ik kan wel verklaren dat Gedeputeerde Staten in eerste instantie deze verkoopbesluiten hebben verdaagd. Er moet een nieuwe exploi tatie-opzet komen. Die is volop in studie binnen het kollege. Ik geloof best dat ik toe kan zeggen, en dan kijk ik ook naar wethouder Sinke, dat die in X de vergadering van februari zal komen. Dat vraagt gewoon een goede voorbe reiding. Maar al die dingen die U denkt, dat kan ik pertinent ontkennendat dat enigerlei oorzaak zou zijn. En wat een individueel raadslid doet, dat is niet mijn zaak. De voorzitter: overigens heer van Eekelen, moet ik wat zeggen, anders zou U denken dat het een punt van zwakheid mijnerzijds is. Maar ik ga toch wat de opmerking aan het adres van de voorzitter betreft, voorbij. Ik heb dat voor kennisgeving aangenomen. Ik ga er gewoon aan voorbij, maar ik noem het toch om niet de indruk te wekken alsof ik het niet gehoerd zou hebben en er niet op durf te reageren. Maar ik leg het wel gewoon naast me neer. Wethouder Sinkeeen aanvulling nog, misschien ter verdere geruststelling van het lid van Eekelen. We hebben deze zaak bijzonder ernstig in studie.We hebben het uitvoerig besproken en door mij is ook de wens op tafel gelegd om deze zaak in januari te behandelen. Ik ben gezwicht voor de onzorgvul digheid die dat met zich mee zou kunnen brengen en ik heb me neergelegd bij het voorstel, bij de afspraak, om dit in februari te doen. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming konform het voorstel van burge meester en wethouders besloten. 3. VOORSTEL. TOT HET VERLENEN VAN MEDEWERKING EX ARTIKEL 72 DER LAGER-ONDERWIJSWET "1920 VOOR HET AANSCHAFFEN VAN LEER- EN HULPMIDDELENTB~. V"T DE DIJZONDtRË SCHOOL VOOR G.r.O. "DE BIEZENHOF" Het lid de Goffau-van Kaam: ik kan me niet herinneren dat dit punt ook in de kommissie onderwijs is geweest. Ik wil graag de motivatie weten waarom niet Het lid Mensdat was hetzelfde wat ik wilde vragen. Ik had het ook elegan ter gevonden als dit wel in de kommissie onderwijs was geweest. Wethouder Sinke: ik kan niet anders zeggen, dan wat mijn kollega zo even zei: mea culpa. Ik heb wel de afspraak gemaakt om te trachten een goed rooster samen te stellen, want dat is denk ik een van de punten waardoor je dit voorkomen kan. Je gaat anders die zaken wegen of ze voldoende zijn om een kommissievergadering samen te roepen. Het rooster is praktisch klaar, dacht ik. Ik heb in overleg met de heer Wagtmans de data vóór juli gepland. Ik hoop daar alle aandacht aan te schenken. Dat geldt ook voor de andere voorstellen voorzover die niet in de kommissie onderwijs zijn geweest. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming konform het voorstel van burge meester en wethouders besloten. 4. VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN DE VERGOEDING INGEVOLGE ARTIKEL 101 DER LA- GER-0"NPERWIJSWET 1920 OVER 1979 Zonder hoofdelijke stemming wordt konform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. -7- 3. VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN DE EERSTE WIJZIGING VAN DE VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN DE HONDENBELASTING Het lid Walthuis: ik wil de opmerking plaatsen dat een verhoging van tien procent, meer zelfs, elf procent ten opzichte van de geldende tarieven,dat die mij erg hooq voorkomt. Ik kan me voorstellen dat een verhoging van 3 volgens de landelijke trend, dat die meer op zijn plaats is. Ik kan me ook best voorstellen, dat de betreffende wethouder zal zeggen dat het een bij stelling betreft sinds 1977. Maar dat die bijstelling dan niet eerder heeft plaatsgevonden. Ik vind niet dat mensen daar nu, achteraf voor moeten boe ten. Dat is dan een tekortkoming van de overheid geweest. Ik vind dat die verhoging van meer dan 10% terug gedraaid moet worden naar 3%%. Het lid van den Bos-Beckmannhet moet me van het hart, dat ik de honden belasting toch maar een rare belasting vind. De opbrengst wordt volgens het voorstel gebruikt om een klein stukje in het gat van de begroting te dichten. Ik vraag rne af waarom het niet gebruikt wordt om nu eens einde lijk te proberen hondentoiletten aan te leggen. In elk geval voor het tref fen van voorzieningen tegen de overlast die we van honden hebben. Wethouder Roosenboom: In principe zou ik meneer Walthuis gelijk moeten ge ven. Het is geen 3maar ik dacht dat we bij het geven van subsidie tussen de 4 en 3% zitten. Inderdaad hebt U al opgemerkt, dat er sedert 1977 aan die voor mij onsympathieke belasting die de gemeente toch int, geen verho gingen meer hebben plaats gevonden. Niet direkt om nu weer wat extra be lastingcenten binnen te krijgen, maar het zal U wel bekend zijn dat de hon den die in de gemeenten gehouden worden, dat dat een obsessie gaat worden voor de bevolking. De goeden die een hond hebben daarbuiten gelaten. Maai er komen bij het kollege toch wel regelmatig klachten binnen van vervui ling. We hopen door ook deze belasting te verhogen daaraan iets bij te dragen. Dat men wat selektiever gaat denken om wel of niet een hond te houden. Vijf gulden erbij dat is inderdaad meer dan 10%. loch zou ik de raad willen vragen om dat te handhaven. Mevrouw van den Bos heeft gezegd dat zij het een vreemdsoortige belasting vindt. In de motivatie staat in derdaad om de begroting iets rooskleuriger te maken. Ik heb eigenlijk al het antwoord gegeven aan meneer Walthuis. Wat betreft die hondentoiletten. Ook dat verbaast me een beetje dat dat niet van de grond afkomt. Er is ook al binnen het kollege een besluit gevallen om dat, althans zeker als expe riment, te doen. Op verzoek vanuit de Lepelstraatse bevolking, die dat met veel handtekeningen heeft overhandigd. Er is een krediet beschikbaar ge steld. Het is ook in de kommissie Volksgezondheid en Milieu verschillende keren behandeld. Het kollege heeft toegezegd het geld beschikbaar te wil len stellen en laat de mensen die dat indertijd hebben gepropagandeerd het zelf maar uitvoeren. Dan kunnen ze het naar eigen wensen inrichten. Ik geloof dat we door Uw opmerking weer een impuls moeten geven om als nog daar op zeer korte termijn wat aan te doen. Ik wou het toch nog maar tot een paar experimenten laten. Ten aanzien van de hondentoiletten zijn er mensen die zeggen dat dat zeer negatieve plaatsen zijn, waar vooral kleine kinderen in terecht zouden komen, met alle gevolgen van dien. Ik wil best Uw mening ondersteunen en toezeggen, dat ik probeer op korte ter- mijn,- wat al eerder is toegezegd-, om dat in de praktijk te verwezenlij ken. Het lid Walthuishet is een belasting die al vele jaren aanleiding geeft tot het maken van opmerkingen betreffende de willekeurigheid van de belas ting, omdat het hier betreft huisdieren. Terwijl er andere huisdieren zijn die toch ook zorgen voor een stukje overlast hier en daar. Dat is zeker al jaren bekend. Wij blijven van mening dat, als deze belasting dan toch ge heven moet worden, dat dan die verhoging niet hoger mag zijn dan de lande lijke trend. Als dat niet gebeurt, dan zijn wij in ieder geval tegen dit voorstel

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1980 | | pagina 4