-16- Milieu: Ontwikkelingen in de omvang en samenstelling van onze bevolking en voort gaande maatschappelijke veranderingen zijn van grote invloed op de gezondheid van de mens. Vastgesteld kan worden, dat'belangrijke veranderingen in maatschappelij ke opvattingen plaatsvinden. Mensen willen metterdaad betrokken worden bij het geen zich in de samenleving afspeelt. In tegenstelling met vroeger worden tech nologische ontwikkelingen niet zonder meer als verbeteringen ervaren, omdat zij gepaard kunnen gaan met echte of vermeende risiko's. Mensen willen weten welke de gevolgen zijn van de beslissingen waar zij zich bij betrokken voelen; zij willen zekerheid vooraf. Begrijpelijk, want de menselijke samenleving is voor haar voortbestaan afhankelijk van een gezond milieu. Het besef, dat er een grens is aan de beschikbare grondstoffen en aan de kapaciteit van het milieu om de door de moderne maatschappij veroorzaakte verontreiniging te verwerken, wordt algemeen, door brede lagen van de bevolking gedeeld. Het milieu-hygiënisch beleid is de laatste jaren in onze gemeente onderwerp van diskussie geweest, voor wat betreft het bestrijden en voorkomen van aantastingen van het milieu, die het direkte gevolg zijn van het in dat milieu brengen van bepaalde stoffen. De Par tij van de Arbeid heeft het begrip "Leefbaarheid" op haar waarde getoetst en is daarbij tot de konklusie gekomen, dat in de raadsdiskussies niet alleen te voort varend voorbij werd gegaan daar, waar het de inbreng van onze partij betrof over de problematiek van milieugevaarlijke stoffen, maar dat daarnaast vergeten werd, dat de toestand van het milieu echter ook wordt bepaald door wat er aan wordt onttrokken en wat er in kleine tot zelfs zeer kleine hoeveelheden aan wordt toe gevoegd: - de emissie van verontreinigende stoffen vanuit puntbronnen, zoals schoorstenen en rioleringen is in veel gevallen verminderd, maar emissies vanuit verspreide bronnen zijn in het algemeen toegenomen; - de mate waarin sommige ver ontreinigende stoffen op "zwarte plekken" zijn gekoncentreerd kunnen zijn vermin derd, maar sommige verontreinigende stoffen, zoals zwavelverbindingen die over grote afstanden door de lucht worden vervoerd, tasten nu veel grotere gebieden aan; - akute ziekteverschijnselen en overlijden, veroorzaakt door een blootstel ling gedurende korte tijd aan zeer ernstige vormen van verontreiniging is in het algemeen verminderd, maar de risiko's voor de mensen op lange termijn tengevolge van blootstelling aan stoffen die aanleiding kunnen geven tot genetische verande ringen, kanker en misvormde kinderen, krijgen steeds meer aandacht. Deze woorden moeten met name de V.V.D. aanspreken. Zij zijn namelijk ook geuit door Minister Ginjaar bij de begrotingsbehandeling 1980 van Volksgezondheid en Milieuhygiëne. Daar is zelfs impliciet Noord-Brabant genoemd, daar waar het de verontreiniging van zwaveldioxyde in de lucht betrof. Gelukkig heeft minister Ginjaar dit niet alleen bij woorden gelaten, maar hij heeft diezelfde benadering ingebracht in wetswijzigingen. Bij de wijziging van de Hinderwet schrijft hij op 4 september 1979 in zijn memorie van antwoord: "Met de bepaling van het nieuwe artikel 12a in de Hinderwet wordt beoogd het vergunningverlenend gezag bij zijn beslissin gen op het verzoek om vergunning reeds zo veel mogelijk rekening te doen houden met faktoren, die in de toekomst van belang zijn of kunnen zijn voor de totale milieubelasting in het betreffende gebied. Het spreekt vanzelf, dat het bevoeg de gezag zijn oordeel daaromtrent niet alleen zal kunnen baseren op gegevens, die door de aanvrager zijn verstrekt, doch ook gebruik zal moeten maken van in formatie die anderszins beschikbaar is. Zo zullen streek- en bestemmingsplannen, regionale ontwikkelingsplannen en dergelijke een indikatie kunnen geven. Dit geldt zowel voor eventuele cumulatie van gevaar, schade of hinder door de oprichting van nieuwe en uitbreiding van bestaande inrichtingen in de omgeving, alsook voor de komst van objekten in de omgeving/zoals bijvoorbeeld woningen, die gevoelig zijn voor gevaar, schade of hinder". Ondanks dat de gemeente Halsteren weinig toetsing zal hebben aan de beleidsgedachte van de minister, daar waar het gaat om afgifte van een Hinderwet- c.q. vergunning Luchtverontreiniging voor die be drijven die zich ophouden op het industrieterrein Theodorushaven (dit doet de provincie namelijk) had het ons toch beter geleken, dat onze kollegae dit voor ogen hadden gehouden bij het totstandkomen van het bestemmingsplan aldaar. Dit geldt natuurlijk ook voor de wethouders. Wij hebben nu het gevoel, dat leef baarheid niet verder gaat dan een ROOS en een BOOM. Wethouder Rocsenboom heeft dat zelfs nog eens willen bevestigen via krantenberichten, daar waar het ging -17- om de bouwvergunning voor General Electric. Mijnheer de voorzitter, op welke gronden heeft de wethouder dat gedaan en wij doelen hiermee op de juridische? Is het niet zo, dat het bouwen, dat tevens oprichten is, niet is toegestaan, wanneer het oprichten is? Is dat niet het geval zodra vaststaat, dat het ob- jekt van de bouwwerkzaamheden een inrichting zal vormen als bedoeld in arti kel 2 van de Hinderwet en, voor wat de wet inzake de Luchtverontreiniging be treft, als bedoeld in artikel 19? Heeft de wethouder dit niet waar kunnen ne men uit de aanvraag voor een bouwvergunning of heeft hij die leemte terugge vonden in de bescheiden van de provincie, daar waar het ging om een aanvraag op grond van een vergunning Hinderwet of de Wet inzake de Luchtverontreiniging/ U ziet, dat hardop denken wel eens vragen kan oproepen. Wij verwachten van de wethouder, dat hij ook nu eens hardop denkt. Niet vanuit loze kreten, maar op basis van de wet. Op basis van het advies van de Raad van State uitgebracht aan de Minister van Volksgezondheid en Milieuhygiëne. Wij zouden ook graag ver nemen hoe het kollege de milieuproblematiek van Halsteren beziet in het kader van het toekomstige artikel 12a van de Hinderwet. Is het kollege bereid om bin nen een half jaar te komen met een milieubeleidsplan, waarin alle facetten van het milieuhygiënisch beleid zijn aangegeven? Hierbij kan ook artikel 35 van de Hinderwet meegenomen worden (in dit artikel staat, dat kategorieën bedrijven/ inrichtingen uit bepaalde gedeelten van de gemeente geweerd kunnen worden). Naast het milieuhygiënisch beleidsplan zou men nog verder kunnen gaan, namelijk het initiatief nemen om te komen tot een regionale milieudienst. Hoe belangrijk dat is hebben we kunnen konstateren bij de gasontsnapping uit een schip in de haven van Antwerpen. Omdat Den Bosch niet bereikbaar was, verbond de Rijkspoli tie de klachten door naar de sekretaris van Benegora. Wij vinden, dat een ak- tieve milieugroepering als Benegora een financieel steuntje in de rug verdient, zolang de Provincie of het St.reekgewest het laten afweten. Wij stellen U dan ook voor om de gevraagde subsidie aan Benegora wel toe te kennen. U ziet, mijn heer de voorzitter, en daarmee wil ik dit hoofdstuk afsluiten, de P.v.d.A. staat voor het leefbaar houden van onze gemeente. Wij willen dat doen op wet telijke basis, waarbij Wij ook oog hebben voor de werkgelegenheid. Wij hopen daarbij echter, dat die werkgelegenheid ook zal betekenen, dat onze nakomelin gen nog een kans hebben en dat kan alleen, wanneer we met zijn allen instaan voor het milieu, het laten leven van mens, dier en plant. Cultuur, Rekreatie en Maatschappelijk werk: Welzijn: Voor het gemeentelijk ap paraat zijn de ontwikkeling met betrekking tot de decentralisatie van liet wel zijnsbeleid en met name de uitvoering daarvan een geweldige klus. Uitbreiding van het ambtenarenkorps met een welzijnsambtenaar achten wij dan ook een goede zaak. Ook zijn w.ij qelukkig met de visie van de begeleidingskommissie van de welzijnsplanning om te komen tot het opstellen van een breed plan. Welzijns beleid is naar onze mening meer dan alleen het verdelen van de toegekende sub- sidiepot. De mogelijkheid om nieuwe initiatieven te ontwikkelen en daarbij duidelijke prioriteiten vast te leggen kan alleen als daar een goed onderbouwd plan met jaarlijkse programma's aan ten grondslag ligt. De vakbekwaamheid en de onafhankelijkheid van de onderzoekers van het PON lijken ons een waarborg voor het duidelijk in kaart brengen van de bestaande situatie. We spreken de hoop uit dat deze middelen in de toekomst mee zullen zorgen voor een verantwoord politiek beleid. AkkommodatiesAan panden, waarin het vrijetijds- en culturele leven van de gemeenschap zich afspeelt, is gezien de kwantiteit geen gebrek.We hebben de barakken, de Kannebuis, het Vrijetijdscentrum, Samarbete, het gemeen schapshuis en de Lepelaar. Daarnaast nog een aantal flinke kantines. Bij bijna elk van deze gebouwen zijn een aantal vragen te stellen. Het vrijetijdscentrum kost ongelooflijk veel geld; de barakken zijn semi-permanent (de vraag is hoe permanent semi-permanent is) en worden veel duurder ook in huur; de Lepelaar is in slechte staat en er zijn bij de funktionaliteit van het gebouw vraagte kens te zetten. Over Samarbete bestaat helemaal geen duidelijkheid en de vraag is of die bij de huidige gang van zaken er ooit komt. Kortom veel mist, vraag-

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1980 | | pagina 24