-10-
Ook is mij opgevallen, dat het advies van de inspekteur van
Volksgezondheid ontbreekt en dat de standpuntbepaling van de
minderheid van Gedeputeerde Staten ook niet aanwezig is»
Daarbij komt nog, dat onder het hoofdstuk planologische dienst
om milieu-hygiënische redenen, de Molenplaat, die op 2 km af
stand van de Theodorushaven Iigt, niet zal worden bebouwd,ter—
wijl we! uitbreidingen van de industrie op de afstand van 500 m
van het woongebied plaats mogen vinden» Deze stellingname vind
ik wel inkonsekwent
Wat het sociaaI-ekonomisch aspekt betreft, wil ik aannemen,dat
de uitbreidingen van GEP nationaal gezien van belang zijn en
ook dat we de werkeloosheid in de omgeving met de uitbreidingen
een handje In de goede richting helpen» Ik hoop niet, dat dit
aspekt t.o.v. het mi I ieu-hygiënische doorslaggevend is, maar
die indruk heb ik wel gekregen»
Msjn persoonlijke mening over de uitbreidingen van GEP is,dat:
a„ in eerste instantie wordt voldaan aan alle milieu-eisen bin
nen de bestaande fabriek en dat door Gedeputeerde Staten of
door een onafhankelijke instantie hierop wordt toegezien.
b. tot zolang een negatief standpunt wordt ingenomen.
c. intussen Gedeputeerde Staten en GEP en deskundige instanties
zodanige informatie verzameI en, waaruit een duidelijk inzicht
verkregen kan worden in de mogelijke gevolgen bij uitbreidingen,
waarna een duidel ijker standpunt te bepalen is.
d» pok de TN «0.-rapporten, die bij GEP aanwezig zijn hierbij
ingekaIkuIeerd worden»
e. in de door GEP gegeven informatie wordt steeds gesproken over
a^ufe toxiciteit» Is er Informatie over de chroni sche toxi
citeit van de te gebruiken stoffen?"
Het I id WaIthu is zegt dat zij in de vergadering nogal rustig ge
weest zijn, omdat zij vinden, gezien de huidige informatiestroom
die ons bereikt heeft omtrent GEP - hebben zij erg weinig aanlei
ding gevonden om ons standpunt van een jaar geleden, die men terug
kan vinden in de algemene beschouwingen, te herzien» Zij vinden
het op dit moment verstandiger de besl issing hierover aan Gede
puteerde Staten toe te vertrouwen, omdat zij de mening toegedaan
zijn, dat zij in de toekomst zeer zeker toe zullen zien op nako
ming van de gestelde of te stellen eisen en omdat zij beschikken
over een betere know-how van het bedrijf als zodanig,
KI aassen wil nog even duidelijk maken dat wanneer zij vóór
zouder} stemmen, dan wil hij dat wel doen onder voorbehoud dat aan
de eisen in zijn verklaring is voldaan»
De voorzitter zegt dat het het beste i s om Gedeputeerde Staten een
inzicht te geven, niet al leen zeggen het was zoveel en zoveel,maar
ook de overwegingen» Er zi jn toch waardevoI Ie dingen aangedragen
vanavond, waarvan Gedeputeerde Staten naar zijn mening beslist
kennis moet nemen en goed bestuderen. Deze vergadering is echt
niet voor niets geweest. A!leen zijn we wel verpIicht om het op
10 januari a „Sn, binnen te hebben» Misschien zouden de notulen
zo spoedig mogelijk uitgewerkt kunnen worden.
Wethouder Roosenboom zegt dat er door het I id van Eekelen gesugge
reerdis om te gaan stemmen. Hij heeft ook een persoonlijke ver—
klaring hier, die door de raad overgenomen zou kunnen worden. Hij
ge I ooi t niet dat dit een vergadering is, waar je met een aantal
stemmen 8-7 kunt zeggen» Hij gelooft niet dat Gedeputeerde Sta
ten daar veel aan heeft» Volgens hem heeft Gedeputeerde Staten
meer aan het stemgedrag van ieder raadsl id» Hij wi I toch wel
proberen om tot een stemgedrag te komen of om een mening te
vormen binnen deze raad» Hij heeft nl» het volgende opgeschre
ven:
De raad der gemeente Halsteren heeft kennis genomen van de con-
cept-br"ef van het College van Gedeputeerde Staten van Noord-
Brabant aangaande de beoogde uitbreidingen van General Electric
Plastics te Bergen op Zoom, In genoemde brief spreekt het Col lege
de redelijke verwachting uit op eventueel door GEP in te dienen
u ftbre i d l ngsaanvragen in het kader van de wet inzake de luchtver
ontreiniging en de hinderwet tot vergunning verlening te kunnen
bes I issen
Het College van Gedeputeerde Staten brengt reeds tot ui tdrukking
dat; General Electric er rekening mee zal moeten houden dat hoge
milieu-eisen zullen worden gesteld»
Ook stelt het College van Gedeputeerde Staten als voorwaarde,
dat vergunn i ngverlen i ng eerst kan plaats hebben, nadat voor
een aantal lopende zaken (oplosmiddelen, geluid en stank) een
oplossing is gevonden» In zijn overweging betrekt het College
van Gedeputeerde Staten ook zeer nadrukkel ijk het moge I ijk ge
vaar voor de omringende woonomgeving.
Op grond van de inhoud van deze brief acht de raad der gemeente
Halsteren geen gronden aanwezig een standpunt in te nemen dat
afwijkt van het door het Col lege van Gedeputeerde Staten gede
finieerde standpunt. De raad der gemeente Halsteren behoudt
zich het recht voor een afwijkend standpunt in te nemen,indien
nieuwe informatie dit zou rechtvaardigen
Een kleine toelichting op de laatste alinea: op dit moment dacht
hij niet dat het verlenen van vergunningen voor uitbreidingen
aan de orde zijn» Hij heeft de stukken als volgt begrepen als
zou Gedeputeerde Staten aan de raden van Halsteren en Bergen op
Zoom vragen om instemming om het gesprek met GEP op gang te hou
den. Het afgeven van vergunningen komt in een later stadium. We
moeten deze zaak nog verder bestuderen en als er later één of
andere vergunning aan de orde is, dan zullen inderdaad die
zaken door middel van de wet op de Iuchtverontreiniging en de
hinderwet bijzonder grondig bekeken worden. Pas dan zal men
vragen of de raden er zich mee kunnen verenigen. Hij vindt dat
de raad van Halsteren, voorzover nu de zaak aan de orde is,
ziet hij niet dl rekt een afwijkend standpunt. Alleen dat ver
klaart die laatste alinea, mocht blijken dat vanaf vandaag tot
het moment dat eventueel het uitgeven van vergunning aan de
orde komt, dan moet de raad van Halsteren het recht van een af
wijkend standpunt in te kunnen nemen ais nieuwe informaties dat
rechtvaardigen. Naar zijn gevoelen is het al of niet uitbreiden
van GEP niet aan de orde, Al leen een intentie-verkI aring of men
eigenlijk over eventuele uitbreidingen die daar plaats zouden
moeten vinden een gesprek daarover open te houden.
De voorzitter dacht dat het zo was dat. onze i nstemm i ng wordt ge-
vraagd voorzover we bevoegdheden hebben» Die zijn in het kader
van de mi I ieuwetten vrij gering, maar wel van gewicht in het ka
der van het bestemmingsplan. Als we in principe voor uitbreiding