6 De overwegingen die aan de standpuntbepaling van de meerderheid van d« gedeputeerde staten ten grondslag liggen zijn ons bij het concept voorste! aan provinciale staten gebleken» De overwegingen van de minderheid, te weten leden van de PVDA en PPR, zijn hierin niet vervat, zodat deze helaas geen invloed op onze meningsvorming hebben kunnen uitoefenen hetgeen door ons wordt betreurd» Verder willen wij ten aanzien van onze meningsvorming over de milieuhygiënische aspekten nu reeds aangeven dat de beoordeling hiervan dezerzijds als problematisch wordt beschouwd» Wij willen hierbij echter wel wijzen op het feit, dat Gemeentebelangen reeds een aantal jaren het bestuur van de Gemeente Halsteren heeft verzocht te zorgen dat terzake, door bijvoorbeeld inschakeling van externe deskundigen, voor voldoende voorlichting en kennisvergroting zou worden gezorgd, waardoor meer vantwoorde beslissingen moge lijk zouden worden» Ten aanzien van het onderhavige hebben wij binnen onze menings vorming wel gebruik kunnen maken van deskundigheid ten aanzien van milieulhygiënische aspekten doch de onvoldoende kennis terzake van het feitelijke funktioneren van General Electric Plastics is hierbij uiteraard een remmende faktor» Terzake van de voorgelegde informatie merken wij op, dat deze- uitvoerig is, doch dat de vol ledigheid hiervan door ons niet is vast te stellen en dat de tijd van bestudering kort zoniet on voldoende is geweest» Onze huidige mening is dan ook een voorlopige, gevormd en gebaseerd op de ons ter inzage gegeven informatie» Overigens merken wij nog op dat de voorgenomen uitbreidingen ener zijds een nieuwe fabriek op Bergen op Zooms grondgebied betreffen en anderzijds een vergroting van de bestaande installaties deels op het grondgebied van Bergen op Zoom en deels het grondgebied van Ha Isteren 2.BESCHOUW!NG OVERWEG ING EN VAN DE MEERDERHEID VAN GEDEPUTEERDE STATEN: "A. Sociaal-economische overwegingen: De genoemde aspekten zijn zowel reg i onaaI als landelijk aanzien lijk» Vooral in deze tijd behoeft het geen betoog, dat vergroting van werkgelegenheid voor deze regio belangrijk is» Ten aanzien van het punt, dat ten tijde van de vestiging van GEP in Bergen op Zoom/Ha Isteren de overheid aan GEP concreet uitzicht op de mogelijkheid van uitbreiding heeft gegeven, zijn wij van mening, dat alleen zeer zwaarwegende argumenten deze toezeggingen on' gedaan kunnen en mogen maken» Uiteraard mogen en kunnen wel de gestelde op te stellen eisen wijzigen cq verzwaren» Samenvattend kunnen wij de conclusie van de sociaaI-economische overwegingen van de meerderheid van de Gedeputeerde Staten onderschr i jven ET.PJI ano Iog ische overwegngen De genoemde aspekten zijn ons duidelijk en evenmin voorzover tans te overzien in strijd met het in voorbereiding zijnde bestemm i ngsp an Tineodorushaven van de Gemeente Halsteren» De conclusie van de meerderheid van Gedeputeerde Staten kunnen wij, indien inderdaad aan het daarin I aatstgesteI de wordt voldaan, aanvaarden COverwegingen m.b.t.de milieuhygiënische aspekten: De genoemde aspekten zijn in aanleg voor het merendeel negatief. Vooral meer recente aktiviteiten en alsmede de nog terzake te verwachten maatregelen door GEP leiden echter tot. de conclusie, dat de vereiste vergunningen te zi jner tijd verleend zti I l'fen kunnen worden - 7 - Naar onze mening zal aan de eisen, die tot vergunningverI ening leiden, in grote mate en over en door een zo breed moge I ijke bas<s, een zo groot mogelijke aandacht moeten worden besteed» Hierbinnen zal namelijk het veiIigheidsaspekt moeten worden ver zekerd» Ook de controle door de bevoegde instanties op het feite! jke funktioneren van GEP in relatie tot de daaraan gestelde eisen zal in de eerstkomende jaren intensief en continu moeten blijven» Ook vinden wij dat de gemeente zelf plannen dient te ontwikkelen tot het uitvoeren van steekproeven met betrekking tot de emissies» De door de raad indertijd goedgekeurde aanschaffing van meet apparatuur dient daartoe zo spoedig mogelijk in gebruik te worden genomen» In onze meningsvorming is met name ook een belangrijke waarde toe gekend aan de inhoud van de conceptbrief van Gedeputeerde Staten aan de direktie van GEP» Deze stellingname geeft ons vertrouwen voor het terzake te voeren beleid in de toekomst. Voorlopig kunnen wij ons dan ook vinden in de conclusie van de meerderheid van Gedeputeerde Staten, waarbij wij ons echter alle rechten voorbehouden terzake var» de eisen, die aan het ver lenen van de vereiste vergunningen, en derhalve aan de bedrijfs uitoefening, ten grondslag liggen» Overigens merken wij op dat de eisen die in Nederland als regel worden gesteld reeds vele malen hoger zijn dan die in bijvoorbeeld West-Du its land» De ei sen zullen echter een in rede I i j khe i d te steI len voI Ied i ge veiligheid moeten inhouden» 3 -SLOTBESCHOU WI NGj_ Op basis van het voorgaande en daarbij nog in aanmerking nemende de voorlopige mening van de direkteur Gemeentewerken en de ambtenaar Milieuzaken van de gemeente Halsteren d.d»30 november 1978 zijn wij van mening dat voorshands nog geen zwaarwegende motieven gebleken zijn om tegen te zijn. Mochten evenwel voor ons nieuwe elementen blijken dan zullen wij deze in onze meningsvorming betrekken en zul len w'i j indien nodig onze visie herzien. Politieke motieven zijn door ons vooralsnog niet in de menings- en voorlopige besluitvorming betrokken» Ten aanzien van de voor I iehting van de bevolking van onze gemeente, terzake van de ontwikkelingen rondom GEP zouden wij U ten dringendste willen verzoeken hierin met spoed te willen voorzien door middel van een voorlichtingsblad» Dit temeer omdat de nieuws- verspreiding door middel van de nieuwsbladen terzake van enerzijds aktiviteiten van het bestuur van de gemeente Halsteren in to taliteit en anderzijds die terzake van GEP» In het bijzonder naar onze mening te vaak eenzijdig, tendentieus en in een aantal ge vallen niet geheel waar he i d bevattend en/of volledig is» Het I ïd Mouws wi I zich beperken tot enkele aanhalingen van de werkgroep de Generaal", H>j heeft ze allemaal gelezen. Hij heeft ook veel tijd besteed om alle bijlagen door te nemen en wat ook al is gesteld door zijn collega Sinke, de werkgroep heeft dat allemaal keurig op een rijtje gezet. Aangezien de mogelijkheden en waarschijnlijk heden ook in het verhaal van het I id Kiaassen menigmaal hebben door-r geklonken wiI hij een paar zaken nog eensop een rij zetten. Op bladzijde zeven van bijlage acht zegt GS in hun mededeling aan de Provinciale Staten "het fabriekscompI ex kan het best worden gekenschetst als een bedrijf met zeer1 giftige stoffen en met zeer exp I os i egevaar I i jke stoffen"

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1979 | | pagina 4