mcef h uden, Als m» n d t nu zegt, dan weet hij zeker dat in 1979 de w g net- aangelegd wordt. Het is in ieder geval een antwoord, a l s hè» hm we; onbevredigend en anders dan de vorige keer ge.s' fd. Graag neem' hij nog wat omtrent de nieuwe bestemmings plannen d"e men heeft voor Lepelstraat, We tb i der Roosenbc rn 1 i cht toe dat dat in studie is bij de stede- bouwknd;ge» Er *s een opdracht van het kol lege om een nieuw be- stemmngspI an op te steI I en Het d Mcuws nmeert over welk gebied dat gaat. Weth ude. "Re senb m kan dat niet precies omschrijven. Het 2 d Mcuws dat het er niet toe doet wanneer dat bestem- ms ngsp: an ooit klaar* komt. Vindt de wethouder het dan niet nood- zakejk dat de toegezegde dertien woningen, waar de provincie het mee eens was, dat die, er al of niet komen. Werkt de wethou der wee* in die richting dat er weer eens zo'n 50 huizen tegelijk geb uwd moeten worden na verloop van tijd. We* hu uder Roos en boom antwoordt dat er voldoende bouwgrond is om het ntïngervt van 1979 te realiseren. Het d Mcuws vraagt waar die gronden dan Iiggen. In het goedge- ke de bestemmingsplan is dat maar een klein stukje meer. Daar ku nnen geen dertien huizen op. Wet h u d r Rt senbt. m cht toe dat er in de BIoemendaaIseweg vijf geb' ofd kunnen w rden. Een blokje van twee en een van drie, en dan n g langs de Kra:sweg, waarvan hij het aantal niet uit zijn hoofd kent. Het d Mouws vindt het nogal onbevredigende antwoorden, als het al an*woe rden z jn. Verder dan de toegezegde contingentering voor 1979, Ook die was toegezegd dat men die zou krijgen. Wetr.h: uder Roosenbc. m antwoordt dat hij die toezegging niet heeft gedaan Het d Meuws zegt dat wethouder van Elzakker die toezegging heeft gedaan. De yp- rzit ter zegt dat het kollege dat dus gedaan heeft. He^ Mouws vraagt wat voor zin het heeft om op deze manier ver der te gaan. Er* is geen enkele diskussie moge I ijk. Als men een vraag gesteld heeft en men krijgt er antwoord op en als dat dan op deze manier' moet gaan, dan heeft hij weinig zin om verdere vergaderngen bij te wenen. Op zijn minst moet je toch een be- ho rjk antwoord krijgen. Het verbaast hem dat hij toch zo wei nig st> jn van z: jn ko I ega—raads I eden krijgt. Het I ijkt of ieder een er mee akko rd is als er- op deze manier vragen worden beant- woc rd De r z eter w 1 er nog iets aan toevoegen. Er* lag een uitgewerkt plan BI o e me n ;Jaain den Bosch, Toen hadden we die grond van van Koppen nog niet. Aan Gedeputeerde Staten hebben we toen gevraagd of we misschien die grond zolang buiten beschouwing mochten laten en ten zuiden van de Boemendaaseweg gaan bouwen. Daar is een pr rw spe-beslnt op gekomen dat dat mocht. Inmiddels heeft het kolege gezegd dat toch maar niet te doen, want nu hebben we de rond van van Koppen wel. Het plan dat er zo Iigt zou dus eigen- ijk <n precedure genomen kunnen worden door Gedeputeerde Staten, ware het niet dat het kollege vindt dat van dat plan een bepaald stuk toch busten de procedure moet worden gehouden en dat is dat stuk waar een optje op lag van een aannemer uit Steenbergen. Dus nier het hele gebed langs de BIoemendaaIseweg wordt in procedure gebra ht, maar het gebied zoals het er lag en daar knipt men eerst een stuk van af. De optie voor Uytdewi I I igen wordt er uit- geknIpt Het lid Mouws vraagt wat de reden daarvan is. De voorzitter kent die ook niet, Het lid Mouws vindt het een zeer onverkwikkelijke zaak als op deze wijze bepaalde toezeggingen, waar men in het verleden vaak op is teruggekomen en bepaalde beloften worden gehonoreerd. Hij vindt het een zeer twijfelachtige zaak. De v oorzi tter neemt aan dat de raad de volgende vergadering een overzichtje krijgt hoe de contingentering is geweest of zal wor den. Dat is toegezegd en als het rond is Wethouder Roosenboom onderbreekt dat het niet rond is. De voorz rc.ter ""zegt dat dat in feite wel het geval is. Het vorige koI Iege heeft het rond gebreid voor 1978 en 1979 en dit kol lege kan daar wat i n veranderen a I s het wil. Dat i s geen punt,Zoa I s het toen óp rijtje is gezet, zou het medegedeeld kunnen wor den, zij het met de bepaling dat dit kollege er wellicht nog wat aan verandert. Hij gelooft niet dat men bang moet zijn om dat de volgende keer te doen, want het is zover rond. Wethouder Roosenboom wiI wachten op de drie extra woningen. De voorz t h e. r zeg! dat men er bij kan vertel len dat dat misschien een ongewisse faktor is» In de februari-vergadering zou de raad dit kunnen hebben. Het lid van WezeI dacht dat het vorige kollege besloten had de cont i ngenteri ng en woningtoewijzing aan zich te houden en dat de raad daarin niet meer gemoeid zou worden. Hij heeft daar bijzon der veel moeite mee, want als raadslid zou hij toch wel op de hoogte wi;!en zijn omtrent de toewijzing van de contingentering De voorzir^er antwoordt dat dat ook de bedoeling was van de raad van november. Daar is toen gezegd dat de raad zich aan de contin- gentering zou houden en er geen grote debatten over zou houden, maar wel wil de raad graag wet éi*.-, hoe het zit. Toen heeft het kol leg0 gezegd dat de raad als mededeling krijgt hoe het contingent over 1978 en 1979 is verdeeld. Dat ligt dus vast. Het id Wa i th u i s zegt dat men dan dezelfde problemen krijgt. Want als de raad dit onder ogen krijgt dan ligt het vast, en zijn de toezeggingen gedaan» Men kan er dan nog wel een verschrikkelijke hoop stof over doen opwaaien. De vo.rzitter antwoordt dat dat niet de bedoeling is. De bedoeling is dat de raad dit krijgt en er kennis van kan nemen. Zou de raad een voorstel willen doen naar aanleiding daarvan, dan kan men ko men met een voorstel vreemd aan de orde van de dag of men kan vra— gen steIlen. Maar niet die eindeloze debatten die we vroeger al tijd gehad hebben. In eerste instantie niet. Wel kan de raad er op allerlei manieren op inspelen, maar niet diezelfde vergadering. Het I id van Wezel merkt op dat dat nou net zijn bedoeling is. Als het kollege het verdeelt en er is niks meer aan te doen, dan is de beer geschoten en kun je hem alleen nog villen. D e y o o r z sjter 1 icht toe dat het de raad vrij staat om met een pr* i nc ipe-u itspraak te komen en het kollege te vragen het volgende jaar* daar rekening mee te houden. Bij wijze van motie zou men de wens te kennen kunnen geven aan het kollege het volgende jaar het zo of zo te doen. Dan heeft men toch een soort inspraak. Maar wat op dat moment gebeurd is, dat ligt vast. EMBKrat. LM- t_ y O

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1979 | | pagina 46