sS -4- Het I id Wa1 thu i s merkt op dat iedereen kan constateren dat de bevolking in kampen sneI Ier'groeit dan elders. Het I id Mouws vraagt zich dat nou juist af. Kan mén dat aantonen? Kom maar met cijfers. De voorzitter zegt dat men dan inderdaad de kinderaantallen van nu zou moeten hebben. Die zijn toch wel op zijh retour. Dat grote woonwagenbewonersgezin is ook verleden tijd aan het worden. Het I id KIaassen dacht niet dat men moest gaan debatteren over het aantal woonwagens, maar over de lokaties. Hij zon daarom vv i I len voorstel len om voorlopig één lokatie aan te wijzen en wel voor 12 S 13 wagens. Als er dan uitbreiding gepleegd moet worden, dan kan men naar het alternatief uitkijken. Wat betreft het kiezen tussen Lepelstraat en Halsteren betekent dat, dat we nu beginnen in Ha Isteren en dat er straks overgeschakeld wordt op Lepelstraat indien dat nodig blijkt. Het is veel voordeliger om één kamp op te richten, dan twee. De voor z i tter antwoordt dat men in Den Bosch wel wi I hebben, dat afsje wat doet, je dat moet doen in de schaal die je is toege dacht en voor Halsteren is dit misschien wat veel Het I id KIaassen merkt op, dat men in Lepelstraat nu uitgaat van twee wagens. De voorz i tter wijst op de moge I i jkheid dat in Lepelstraat misschien ni erna no wil staan als ze horen dat het er maar twee of drie zijn. Wethouder van EI zakker vindt het des interessanter als er wel AajL een IokafTe Ts aangewezen, maar er komt niemand. Terwijl men dan acht of dertien plaatsen ter beschikking heeft. Het I id Verbogt zegt dat men dan daarvoor wel de kosten heeft moeten ma ken Wethouder Roosenboom I i cht toe dat vv i j die niet hoeven te be talen, Dat betaalt het schap allemaal. Het I id WaIthu i s vindt dat als men gaat praten over één lokatie, ongeacht öT die nu in Halsteren of Lepelstraat koint, dat veel te veel gaat overheersen. Of het nu gaat om 7, 8 of 9 plaatsen, men moet er naar streven dat dat niet, ook in de toekomst niet, een overheersend beeld mag gaan uitmaken van een gemeenschap. Hij zit toch te denken aan de lokatie van de Beek laan en naar wat hij er van gehoord heeft, is dat een vrij rede I ijke lokatie en naar hij begrijpt, het Kinderstraatje, waar men bovendien een groot gedeelte van de grond in eigendom heeft. Het I id KIaassen neemt aan dat het al lemaal nog wel een jaar of zes aan kan lopen. Wethouder Roosenbooin denkt dat het in Lepe I straat binnen een jaar of drie zou kunnen, omdat men daar de grond in eigendom heeft. Het 1 id van EekeI en zegt dat als er een gedeelte van het kamp in Lepelstraat moet komen, hij het aan de KIutsdorpseweg meer ge schikt vindt dan aan Bloemendaal. Maken ze rotzooi of stoken ze wat Wethouder Roosenboom onderbreekt dat men daar niet aar» mag denken, In het stuk van het schap staat daarover: "De visuele relatie tot Lepelstraat, - en dan praat hij over de lokatie KIutsdorpseweg -, is er niet Bovendien grenst de lokatie aan een kwekerij-tuinderij Hij weet dat niet zo, maar de man is ter plekke gaan kijken, de Lepe I st.raters zouden dat moeten weten. De voorz i tter merkt op dat dat bij de Tholenseweg ook geldt; een kweker i j Wethouder Roosenboom vervolgt met de brief van het schap: "Daar vandaan komen zeen zeker bezwaren. De I igging is toch te afge legen en daardoor niet zo geschikt. Een voorkeur uitspreken is -5- hier moeilijk. Lokatie drie bi edt- en dat is dan het K i nder straat je -, de meeste moge I ijkheden wat betreft de relatie met de woonbebouwing. Bij een meer rechtstreekse ontsluiting naar Lepelstraat I ijkt lokatie drie de voorkeur te verdienen." Het I id Mouws zegt dat als die man is wezen kijken hij wel wat in zijn ogen heeft gehad. Hij heeft het niet bewust gezien. Als je zegt: duide I ijk visueel vanuit de Klutsdorpseweg niet en vanuit het Kinderstraatje wel, dan vindt hij,dat juist eerder het omgekeerde het geval is. Het Kinderstraatje zie je helemaal niet en bij de KI utsdorpseweg juist duidelijk wel. Als dat een argument moet zijn, dan vindt hij dat wel gek. v De voorz itter vindt het wel goed dat ze horen wat zo'n club zegt en het is ook goed dat men hoort wat bijvoorbeeld een P.P.D. zegt, maar uiteindel ijk moet de raad zijn plaatse! ijke know-how in brengen en zeggen dat dat of dit het beste is. Wethouder Roosenboom zegt dat ze naar zijn gevoel voor de Kluts- dorpseweg geen argumenten aan kunnen voeren die strijdig zijn met de richtl ijnen van C.R.M.. Het ligt voldoende dicht bij de scholen, winkels en bushalte. Overigens blijkt aan de hand van de cijfers dat West-Brabant een gewiIde streek is voor de woonwagenbe wohers. De cijfers zijn gebaseerd op gegevens van 1976. Het I id U i jtdew i I I i gen gaat er vanuit dat ze er dit jaar staan en wie garandeert hem dan dat er volgend jaar geen slopers staan. Kan men die er afhouden of hebben wij machtsmiddelen om een sloper te kunnen weigeren. Want mocht er volgend jaar toch wel gesloopt worden, dan zitten we nog in het schip. v Wethouder Roosenboom zet uiteen dat de plaatsing geschiedt in overleg met de gemeente. Hem is zelfs gezegd dat het moge I ijk is een kamp zodanig in te richten dat het alleen maar geschikt is om te bewonen, waarbij geen slopers hoeven te worden toegelaten. Het kamp kan daar naar ingericht worden dat er voor die slopers geen ruimte is. Komen er toch slopers dan zou men daar een terrein voor aan kunnen bieden, bijvoorbeeld op het industrieterrein en zou je daar gewoon huur voor kunnen vragen. De voorzitter merkt op dat men dat wel kan vragen. Het I i d Verbogt neemt aan dat toch wel bekend is dat er tegenwoord in Bergen op Zoom minder gestookt wordt na een intensiever politie optreden. Dat was al voor de regel ing met de banden er kwam. Men heeft dat daar vrij goed in de hand. Die s I oopterreinen daar zijn gewoon gegroeit omdat daar braakliggende terreinen waren. Dat is een logische zaak, maar dat is ook in deze gemeente. Als er een braakliggend terrein is, dan wordt dat gewoon in beslag genomen, ook door andere burgers. Daar hoef je niet persé een woonwagen bewoner voor te zijn, In Bergen op Zoom hebben ze daar tiental len jaren ongecontroIeerd gebruik van kunnen maken. Niemand heeft dat ooit gecontro I eerd of gepoogd dat af te remmen. Vandaar dat het zo'n uitwas is geworden. Het lid Mens ziet dat gevaar heus wel. Een terrein moet duidelijk afgebakend worden. Als we de Beek laan aanwijzen dan vreest hij wel dat de omliggende terreinen in de kortste keren als sloopterrein gebruikt zullen gaan worden. Hij zou dat dan ook duidelijk willen afbakenen. Het lid _V erbogt noemt als nog een mooi voobeeId het kamp in Huy— bergen. Dat was ook zo'n mooi afgeschermd plaatsje achter een hout wal. Daar lagen de sloopauto's tot op de weg. Nu heeft men daar practisch geen sloopauto's meer. Het is mooi bestraat, er zijn tói I et-gebouwtjes aan. Het is een hardstikke kuis kampje. Een kamp waar de wagens orde I ijk staan daar kan dat makkei ijker.

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1979 | | pagina 16