18 Op de tweede plaats is door het I id Sinke gezegd dat lande! ijke overheden maar moeten oordelen over zulk soort zaken, maar het voorste! van wethouder Roosenboom houdt dat in feite in. Daarnaast vindt hij nogmaals dat het college van Gedeputeerde Staten voldo'ende waarborgen heeft vermeid om uiteindelijk tot vergunning-verI ening te komen. Ze hebben duidelijk die voorwaarden vernoemd. Hij gelooft ook dat Gedeputeerde Staten, die situatie kennende, voldoende daar achter zullen zitten en GEP daar aan zal houden. Hij gelooft dat in feite ook hier weer het antwoord Iigt bij GEP. Die moeten voldoen aan die'zaken en dan kunnen ze komen praten over uitbreiding. Hij dacht dat dat heel duidelijk gezien moest worden. Het is niet zo dat het zo ïs dat GS zegt van; we zullen ze eens een plannetje toespelen. GS zeggen gewoon wel met hen te wi Men praten, maar eerst moet er aan die voorwaarden voldaan zijn. Dat vindt hij een erg goede zaak Het I id Sinke vindt het het beroerde dat GE aan den Bosch vraagt om een principe-uitspraak over de uitbreidingsmogelijkheden van het concern hier ter plaatse. Het zegt daarbij niets of dat op Bergs of Halsters grondgebied IigtHet gaat er gewoon om, kun je als Halsterse woongemeenschap een concern van dit formaat, dat deze stof fen produceert en dat in de toekomst verder blijft doen, kun je dat op deze afstand hebben. Dat. is de vraag van GS aan de raad van Halsteren. Daarnaast spelen dan die onduidelijkheden. Hij dacht dat het pakket ten aanzien van GEP zoals dat. hier bij de raad igt een goed pakket zou zijn als de fabriek op een andere plaats was gelegen. In de Botlek bijvoorbeeld is er ook best wel eens iets ontsnapt en op meerdere plaatsen is er wel wat meer ge beurd, maar juist door de afstand komen de gevaren zo naar voren dat die metingen veel meer bepalend zijn voor de gezondheid. Die barrière, wi I men nu persé passeren. Hij dacht dat de raad van Halsteren dat nooit kan toestaan. Hij kan zich voorstellen dat een plaatsje dat is gelegen bij de aanlegplaats voor gès bij Delfzijl zal zeggen; nooit, van zijn leven, dat kunnen we onze gemeenschap niet aandoen. Maar een overheid die weegt, tussen het plaatsje bij Hoek van Holland en bij Delfzijl en die zal misschien dan een andere beslissing moeten nemen. Dat doet niets af aan de verantwoonde I ijk- heid van de gemeente zelf. Wij kunnen alleen maar vechten tot het einde toe. Dat er eenmaal een verkeerde beslissing is genomen hoeft toch niét. te betekenen dat daar tot aan de horizon alles volge bouwd moet worden met levensgevaarlijke chemische industrieën. Zoals hij al in het begin van de avond heeft gezegd, we kunnen nu nog één keer meepraten, maar vergeet het daarna maar. Niet alleen krijgt men het te maken met de body zelf, mdar ook de leveranciers en alle entingen die daaruit zijn gegroeid. De vestiging is er dan en zal steeds zelf meeH gaan beslissen. Dit is een historisch moment.Gedeputeerde Staten zouden het bijzonder prettig vinden als de raad van Halsteren de uitbreidingen toelaatbaar zouden vinden. Het grote probleem ligt voor hem in de brief van de direkteur-generaaI van de volksgezondheid van vorig jaar waarin hij zegt dat als alles aangepast is, dat dan voor hem uitbreiding nog niet mogelijk is. Dat staat duidelijk in die brief. In ditzelfde pakket ontbreken alle zaken vhn gezondheidszorg van provinciaal niveau en wel om de reden dat hun stemming bekend fs en ze blijkbaar in deze diskussie niet bruikbaar zijn. - 19 - Daarom kunnen wij niet anders doen dan nee zeggen tegen de uit- bre i d i ngen Het lid van den Kieboom merkt op dat zijn fraktiegenoot een eigen mening heeft; u itgesproken, maar hij staat niet negatief tegenover de uitbreiding. Hij gaat er vanuit dat men er rekening mee moet houden dat die fabriek van GEP een realiteit is. Voor hem geven GS voldoende waarborgen met de te stellen voorwaarden. Hij vraagt zich ook af of GEP het risico wel wil nemen om, vooruitI opende aan het voldoen aan die eisen, die door GS gesteld worden, terwijl ze nog niet de zekerheid hebben dat ze aan die eisen wel zullen kunnen voldoen, of ze dan we! zo ver zullen gaan dat ze voorberei dingen zullen gaan treffen voor het doen van uitbreidingen aan die fabriek. Wei is hij van mening dat GS er nauwlettend op toe moeten zien dat aan die eisen voldaan wordt, maar hij kan niet zeggen dal hij GS daar niet in zou vertrouwen. Ook ten opzichte van de werk gelegenheid vindt hij dat hij niet negatief kan staan ten opzichte van de uitbreiding door GEP. Het lid K1aassen wil het lid Sinke antwoorden op zijn aanhaling van de brief van het ministerie van Volksgezondheid. Hij geeft daar toch wel'een verkeerde belichting aan. Er staat duidelijk in die brieP "naar mijn oordeel kan genoemd bedrijf - gezien de fosgeenontsnappingen de grote verllezen aan benzeen en methyleenchlorido en de reeks van kleine incidenten die z i ch hebben voorgedaan'/- maar dat was meer dan een jaar geleden- "in zijn huidige omvang ter plekke nog juist aanvaardbaar worden geacht, mits de procesbewaking tot het uiterste wordt opgevoerd en zeer scherpe eisen aan de technische voorzieningen worden gesteld". En dan komt het. Tegen deze achtergrond komt een verdere uitbreiding van het bedrijf ter plaatste mij uit een oog punt van milieuhygiëne, in het bijzonder gelet op de vergroting van de risico's voor de omwonenden, niet wenseI ijk voor". Dus tegen die achtergrond van de. ontsnappingen. Maar die behoren tot het ver I eden Het lid S i nke hoort dat het lid Klaassen er niets van snapt en raadt hem aan het nog een keer te lezen. Het I id Klaassen herhaalt dat tegen die achtergrond van die ont- snappingen van toen der tijd, die dus gelukkig tot het verleden behoren, en dat weten we allemaal. Het lid S i nke onderbreekt dat hij de zin goed moet lezen die er tussenin staat. Er staat in gewoon neder lands dat er veel onheil geweest is en als dat hersteld is dan is dit geheel in die omgeving net haalbaar, maar verder niets. Het I id KIaassen merkt op dat er staat "tegen deze achtergrond" en dat is voIgenshem de hele zin. Het I id S i nke ontkent dat. De voorz i tter vraagt wat er vervolgens gedaan moet worden. De dis kussie afronden? Het I id Mens is het wel eens met hetgeen wethouder Roosenboom zei. Hij zou het jammer vinden als de gemeenteraad van Halsteren zou beslissen met een stemmenverhouding van bijvoorbeeld 9t> of 8:7 en dan dit principebesluit aan GS mede te delen. Dat zou hij jammer vinden. Veel beter zou hij het vinden als -de raad van Halsteren een gemeenschappeI ijk standpunt in zou nemen en dat aan GS.zou kunnen sturen. Dat zou hij veel wense1 ijker vinden en in zoverre is hij het roerend eens met wethouder Roosenboom. Maar met wat hij verder in zijn verklaring stelt, dat hij het col lege van Gedeputeerde Staten een soort carte blanche geelt, zo van wat jul I ie doen is goed, daar heeft hij toch wel zijn bezwaren tegen.

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1979 | | pagina 10