-18-
Het lid Priems zegt dat in de stukken staat dat hij het advies van de kom
missie niet deelt, maar daar sxaat geen motivering bij. Die wil hij daarom
hier in het kort naar voren brengen. Hij vindt dat meneer de Wit gelijk
heeft, omdat op deze manier een uitzondering gemaakt wordt waar niet vol
doende argumenten voor aanwezig zijn. In de AROB—kommissie ontstond op
een gegeven moment bij een aantal mensen het idee dat de Wit gelijk had.
Maar toen kwam ter sprake dat er in het verleden toezeggingen zijn gedaan
aan ,^e gemeente Steenbergen en aan de man. Dat was voor een gedeelte van
de kommissie kennelijk de reden om hun principiële standpunt te wijzigen
en te zeggen: ja, als er eenmaal toezeggingen gedaan zijn, ook al is dat
ten onrechte gebeurd, nou, dan leggen we ons daar bij neer. Dat vindt hij
een onjuist standpunt. Als hij er op tegen is, om principiële redenen tot
bescherming van het buitengebied in dit geval, dan vindt hij niet dat men
zijn standpunt moet veranderen, omdat in het verleden door het kollege toe
zeggingen zijn gedaan. Dit neemt overigens niet weg dat zij best bereid
zijn om de mogelijkheden te onderzoeken om die molen op de een of andere
wijze te doen restaureren. Maar niet op deze manier. Het lijkt hem ver
dacht veel op chantage van die meneer Schiffer.
De voorzitter licht toe, dat de toezeggingen ook niet verder gingen dan:
wij zijn bereid te bevorderen dat. En dan komt men altijd nog een keer
bij de raad terug.
Het lid Priems wijst erop dat dat in de kommissie heel anders werd gefor
muleerd. Het werd zodanig geformuleerd dat sommigen hun standpunt gingen
wijzigen. Dat vindt hij jammer.
Da voorzitter zegt dat de kommissie eigenlijk adviseert: niet-ontvankelijk
en dat zou kunnen op basis van:er is een andere rechtsgang voor.
Het lid Priems merkt op dat dat niet het voorstel is van het lid Klaassen.
Die zegt wel ontvankelijk verklaren, maar niet gegrond. Daar heeft hij be
zwaren tegen, omdat hij het daar niet mee eêns is.
De voorzitter licht toe dat als er een andere rechtsgang open staat, je bij
de AROB niet terecht kunt
Het lid Sinke vraagt of het dan niet het eenvoudigste is om de suggestie
te volgen en te zeggen niet-ontvankelijk-verklaren en onderbouwen met de
verklaring dat er een andere rechtsgang open staat.
Het lid Klaassen merkt op dat als men het niet-ontvankelijk verklaart het
gegarandeerd terug komt in de AROB-kommissie.
,..e '.'o-.-i zitter antwoordt dat dat de vraag is. Als de man inmiddels het in
zicht van hem zou delen dat de wet Ruimtelijke Ordening hem de weg wijst,
dan komt hij niet terug. Hij maakt dan gewoon bezwaren als straks het
bouwplan ter visie wordt gelegd.
Het lid Klaassen zegt dat dan af te wachten.
De voorzitter stelt voor de man niet-ontvankelijk te verklaren en dat op
twee manieren te onderbouwen.
Punt 31
Het lid Priems zegt dat het gaat om die vijfduizend handtekeningen. Hij heeft
er bij het vorige punt al op gewezen, en hij denkt dat dat de raadsleden als
bestuursleden toch wel erg goed in de gaten moeten houden dat er een vrij
grote mate van onrust leeft onder de Halsterse bevolking. Hij wil daar de
grootste aandacht voor vragen. Dat iedereen dat zich goed realiseert en er
niets onder de tafel geveegd wordt. Hij vindt die tweeduizend handtekenin
gen een groot aantal in vergelijking met het bevolkingsaantal van Halste
ren, terwijl bovendien niet alle woonwijken van Halsteren zijn bezocht voor
een handtekening onder dit manifest.
-19-
De voorzitter voegt daaraan toe dat ook-niet iedereen kan lezen en schrij
ven. We hebben er goede no.ta van genomen.
Punt 32
Het lid Mouws zegt dat het heel wat vragen zijn, die zij gesteld hebben.
Om maar met het eerste punt te beginnen. De vraag of het kollege toestem
ming heeft gegeven aan Paxfrites om op de riolering aan te sluiten. Dat
is een lang slepende zaak waar de laatste tijd nogal wat publikaties
over waren. Er werd hier en daar gefluisterd dat dat gebeurde en daarom
hebben zij die vragen gesteld. Onmiddellijk werd volmondig toegegeven dat
er inderdaad een vergunning was afgegeven. Zijn eerste reaktie daarop is
of burgemeester en wethouders wel bevoegd zijn zonder de raad daarin te
kennen om een vergunning als deze af te geven. Hij dacht o.a. dat in de
bouwverordening duidelijk stond dat het kollege inderdaad wel de bevoegd
heid heeft voor wat betreft aansluitingen van woonhuizen, juist omdat het
begrip woonhuis genoemd is. Maar daarom dacht hij ook dat andere zaken
ook uitgesloten zouden zijn, en dat men hiervoor dus bij de raad diende
te komen. Het tweede punt betreft hun bedenkingen tegen het feit dat er
in het verleden adviezen kwamen van onder andere de Vereniging van Neder
landse Gemeenten waarin duidelijk staat dat er nogal bezwaren zijn, omdat
enerzijds de zuivering van Lepelstraat niet groot genoeg is. Dat was een
rapport van 1972. Inmiddels zijn er in Lepelstraat zo'n 70 huizen bijge
bouwd. En hij neemt aan dat de marge nog kleiner geworden is. Desalniet
temin vindt het kollege toch dat het best kan. Zij vragen dan of er dan
ook weer een adviesburo is ingeschakeld. Hij dacht dat dat zelfs in de
kommissie bedrijven aan de orde geweest is. Het kollege zegt daarop dood
leuk dat ze wel een adviesburo hebben geraadpleegd, maar niet zelf ge-
konsulteerd. Zij hebben dat door de aanvrager laten doen. Aanvrager, Pax
frites, hebben ze laten zeggen dat het best doenbaar is, er is geen enkel
punt eri het kollege gaat er gewoon vanuit dat dat ook juist is. Zij zou
den het enorm op prijs gesteld hebben, als er een objektief buro ingescha
keld geweest zou zijn, zoals bijv. weer van de Vereniging van Nederlandse
Gemeenten, Gezien die eerder gedane uitspraken, om zondermeer meer toe
stemming te geven, zonder enig voorbehoud te maken, zonder daar bijv. te
zeggen dat mocht er schade optreden, wie gaat die dan betalen, of zonder
misschien een waarborgsom te eisen,- hij doet zomaar een aantal suggesties-,
dan vindt hij dat het kollege hier erg voortvarend is geweest. Zij zouden
graag willen wéten wat daar de reden van is. Waarom moest dat zo snel. Is
dat niet een beetje overhaast gegaan. Dreigen we hier niet zelf het slacht
offer van te worden. Het is natuurlijk best aardig dat een partikulier op
deze wijze geholpen wordt, maar als dat ten koste van de gemeenschap gaat,
dan moeten zij daar toch wel ernstig bezwaar tegen maken. Dat zijn zijn
vragen aangaande Paxfrites.
Wethouder van Elzakker hoort het lid Mouws vragen of dit geen kwestie
voor de raad is. Hij kan wel zeggen dat dit nog nooit een kwestie voor
de raad is geweest. Hij kan wel zeggen dat nog nimmer in de raad toe
stemming is gegeven voor het leggen van kabels en leidingen. Dat is,met
alles wat er aan vast zit, een kwestie van burgemeester en wethouders.
Het lid Mouws vraagt waar dat op steunt.
Wethouder van Elzakker vraagt of het lid Mouws hem kan vertellen wanneer
de raad al eens eerder een besluit genomen heeft.
Het lid Mouws zegt dat het dat juist is. Als het hier de eerste keer is
dat een dergelijk besluit wordt genomen dan moet hij dat kunnen aantonen...
Wethouder van Elzakker onderbreekt dat het lid Mouws dat aan moet tonen.