•"f -16- Het lid van Wezel interrumpeert en stelt dat hij de woorden klakkeloos stemmen toch wel vergaand vindt. Het lid van Eekelen vervolgt met dat er binnen de raad klakkeloos is ge stemd zonder te diskussiëren Het lid Priems wil nog een kleine toelichting geven op de toelichting zo als die geformuleerd staat bij punt 24 van de ingekomen stukken en mede delingen, daar staat: "de 2.000 handtekeningen die bij Gedeputeerde Sta ten zijn ingediend tegen GEP"dat moeten 5.000 handtekeningen zijn. Die 2.000 handtekeningen kwamen alleen al van de Halsterse bevolking, dat vindt hij een noodzakelijke aanvulling bij deze informatie. Wij vinden dat de mensen terecht bezwaren hebben gemaakt, dat hebben we ook vermeld in ons voorstel. We vonden het daarom zo verbazingwekkend dat de heer Klaassen met het voorstel kwam wat we eigenlijk beschouwen als een zwakke uitvlucht om zich niet te hoeven uitspreken over de ontvankelijkheid van de bezwaarschriften. Het is met name zo, dat de groepering van de heer Lap en andere, die dat ondertekend hadden alleen dan maar verder kunnen gaan in hun procedure bij de Raad van State wanneer de raad nu een be slissing neemt wel of niet positief, maar niet zeggen dat ze niet-ont- vankelijk verklaard worden. Hij vindt<dat een beetje een zwakke uitvlucht. Het lid Klaassen zegt dat je gewoon niet anders kunt. Om de doodeenvoudige reden dat het geen beschikking is in de zin van de wet AROB. Het is een besluit van algemene strekking. Dat heeft de voorzitter van de afdeling Rechtspraak van de Raad van State al uitgemaakt Het lid Priems zegt dat die voorzitter daar een speciale reden voor had, nl. omdat hij artikel 80 niet wenste toe te passen, omdat hij de urgentie niet zo zag. Het lid Klaassen antwoordt dat die voorzitter dat bij overige reclaman ten ook zo gedaan heeft. Het lid Priems zegt dat in het stuk van de heer J.van Baaien en de heer S. Lap een wezenlijk onderscheid zit. Omdat de heer Lap een andere weg heeft bewandeld en niet eerst bij de raad in beroep is gegaan. De Raad van State heeft hem als het ware geadviseerd eerst bij de gemeente be roep aan te tekenen, zodat zij later nog eens bij die afdeling zouden kunnen terugkomen. Als de raad nu gaat zeggen om dit beroep niet-ont- vankelijk te verklaren, dan vindt hij dat een uitvlucht. Je zou moeten zeggen: "we zijn het er niet mee eens en vinden dat we onze beslissing op een goede manier genomen hebben". Je moet niet gaan zeggen dat dit een besluit van algemene strekking is. Het lid Klaassen vindt wel dat de heer Priems tegen de strekking van de wet AROB ingaat als hij het wel ontvankelijk verklaart. Het lid Priems ziet er geen bezwaren in om de procedure in stemming te brengen Het lid van Eekelen wil er toch nog op wijzen dat ieder stuk dat in de raad komt we 10 dagen daarvoor over geïnformeerd zijn. Welk raadslid dan ook,maakt altijd bezwaar als 1 of 2 dagen tevoren een papier in de bus rolt om daar een besluit over te nemen, dan is het dikwijls nog maar een principe-besluit. Nu is er zo'n belangrijk gegeven aan de hand en dan zeggen we:"we hebben geen enkel stuk ter inzage nodig, we hoeven niet te kijken wat de PPC zegt, we kijken nergens naar, we gaan gewoon af op het blinde vertrouwen van de beide wethouders, want die kwamen toch met het voorstel, om net plan in te trekken". Dat klopt op geen manier met wat in de gemeentewet en de gemeentelijke verordening staat, daar staat: dat het stuk voorbereid en 10 dagen van tevoren binnen moet zijn". Als je dan in de vergadering tot meerdere keren toezegt: "laat ons maar -17- stemmen mannen", en niet meer advies en kommentaar hebt als dat, dan zegt hij dat die mensen overschot van gelijk hebben dat de juiste procedure en de zorgvuldigheid niet in acht genomen zijn. De voorzitter vraagt wat praktisch is, er liggen 2 adviezen. Eerst advies a aan de orde stellen en dan b of laten kiezen. Het lid Walthuis lijkt dat eerst gekozen dient te worden tussen het meest verstrekkende voorstel en het meest verstrekkende lijkt hem in alle AR0B- gevallen: niet-ontvankelijk verklaren. De voorzitter vraagt of men stemming verlangt. Dat wordt bevestigd. Ver volgens brengt hij het voorstel in stemming tot niet-ontvankelijk-verkla- ring Vóór het voorstel stemmen de leden de Goffau-van Kaam, Verbogt, Klaassen, van Wezel, van den Kieboom, Walthuis, Roosenboom en van Elzakker. legen het voorstel stemmen de leden van Eekelen, Mouws, Sinke, Uytdewil- ligenPriems, van den Bos-Beckmann en Mens. Hij konkludeert dat het voorstel met 8 stemmen voor en 7 stemmen tegen is aangenomen. Hetzelfde geldt voor de punten 25 en 26 van de ingekomen stuk ken en mededelingen. Punt_27 Het lid Klaassen zegt dat door de kommissie een kleine denkfout is gemaakt. Het is namelijk zo, dat men dit niet niet-ontvankelijk kan verklaren om de doodeenvoudige reden, dat hier wel sprake is van een beschikking in de zin van de wet AROB, nl. hier is sprake van één konkreet geval. De voorzitter licht toe dat de wet AROB vooral is bedoeld voor alle zaken waarvoor geen andere procedure geldt. Nu gaat het hier om de wet Ruimte lijke Ordening en daarbij zijn procedures te over. Hij vraagt zich daarom af of het ook maar iets met de wet AROB te maken kan hebben, nu de wet Ruimtelijke Ordening allerlei rechtsgangen kent. Het lid Klaassen zegt dat er wel jurisprudentie over is omtrent vergelijk bare gevallen. De voorzitter merkt op dat als Gedeputeerde Staten de verklaring van geen bezwaar afgeven er in dat geval geen beroep tegenover staat. In dat ge val kun je dan naar de wet AROB. Dat zou dus hier eventueel aan de orde kunnen komen. Het lid Klaassen zegt dat de heer de Wit wel in beroep is gegaan bij de wet AROB. De voorzitter licht toe, dat hij eigenlijk had moeten wachten tot het plan ter visie ligt. Dan had hij een bezwaar in kunnen dienen in het kader van de Wet Ruimtelijke Ordening. Hij denkt daarom dat hij bij de wet AROB niet ver zal komen Het lid Klaassen wil voorstellen hem wel ontvankelijk te verklaren, maar voor de tweede volzin erbij zetten dat het niet gegrond is. De voorzitter antwoordt dat dat zou kunnen,. Misschien had de zaak nog eer der afgekapt kunnen worden door te zeggen dat hier de bedoeling aanwezig is, om er artikel 19 van te maken. Het wordt dus gepubliceerd en men krijgt de kans om bezwaren in te dienen. Dus daarom komt de wet AROB niet in aanmer king. Dat lijkt hem zo. Als men zegt wel ontvankelijk en niet gegrond, dat zou ook kunnen, maar dan kan hij straks toch nog terug komen als het plan >ter visie ligt. Het lid Klaassen bevestigt dat. De voorzitter gelooft dat er daarom niet al te lang bij stil gestaan moet worden

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1978 | | pagina 95