Punt_24
Het lid van Eekelen zegt dat we dan aan het punt van de AROB-kwestie geko
men zijn. Nu wil hij vragen of we aan GEP een aparte raadsvergadering moe
ten wijden of moeten we deze AROB-kwestie nu behandelen. Hij wil toch wel
graag een uitspraak van de raad, gezien het feit toen hij 's avonds thuis
kwam er nog een stapel stukken lag over GEP. Aangezien hij geen kans ge
zien heeft om de zaak te bestuderen en om het met zijn achterban te be
spreken vraagt hij zich af of je er geen aparte raadsvergadering aan moet
wijden.
De voorzitter antwoordt dat het wel denkbaar is dat je deze zaken uit
elkaar moet rafelen.
Wethouder van Elzakker is het er wel mee eens dat over GEP een aparte
raadsvergadering gewijd wordt, maar de AROB-zaak moet nu wel doorgaan.
Het lid Priems stelt voor de bezwaarschriften ingevolge de wet AROB nu te
behandelen en de affaire GEP op zich in een aparte vergadering te behan
delen
De voorzitter zegt dat we nu ingaan op punt 24.
Het lid van Eekelen zegt dat zij in de AROB-kommissie uitvoerig over deze
zaken hebben gesproken en daarin heeft hij geprobeerd de standpuntbepaling
van de kommissie wat af te zwakken, ook dat lukte. Hij kreeg toen de in
druk dat het niet ging om de zaak als zodanig, maar dat de politieke ach
tergrond eigenlijk ook meespeelde. Hij durft met alle eerlijkheid binnen
deze raadsvergadering te zeggen: "als je zo'n stuk dat zoveel studie vraagt
en het terugtrekt, terwijl de overgrote meerderheid van de raad de stukken
niet gelezen of gezien heeft - zelfs het advies van de PPC is door het kol
lege achtergehouden - nog niet gelezen is toen het binnenkwam, dat zelfs de
stukken die er betrekking op hadden, die bij iedere andere raadsvergadering
ter inzage liggen en 10 dagen van tevoren aan de partijen ter beoordeling
worden toegezonden en als je over zo'n bestemmingsplan praat, dat zo inge
wikkeld is dat er een ingenieursburo een jaar op moet studerendat dan de
meerderheid van de raad zonder de stukken gezien te hebben op 2 dagen kan
beslissen om het in te trekken omdat het niet goed is, dan pleegt men toch
wel, en hij zal het zachtjes uitdrukken, toch wel een slechte vorm van eed
afleggen. Als men beweert eerlijk en rechtvaardig beslissingen te nemen,
dan zegt hij: "hoe kun je een beslissing nemen die je gewoonweg niet kent".
Volgens hem heeft buiten de heer Mouws, de heer Sinke, de heer Klaassen
de heer Verbogt en de heer van Eekelen, misschien de wethouders nog, als
je dat dan bij elkaar optelt dan kom je aan zo'n 6 man, die het plan vol
ledig gezien hebben. De anderen hebben het nog niet eens gezien. Op dat
moment hebben ze gewoon de bevolking aan hun laars gelapt door het bestem
mingsplan in te trekken. Daar maakt hij ernstige bezwaren tegen. Hij vindt
niet dat wij hier zitten voor iemand of voor een publiek of wat voor per-
dan ook. We zitten hier voor onze eigen verantwoordelijkheid. Hij
durft gerust te stellen dat degene, die de stukken niet gelezen heeft,
die kan niet met zijn hand op zijn hart zeggen dat hij een rechtvaardig
besluit genomen heeft, want dan had die de zaak moeten bestuderen en de
meerderheid heeft daartoe niet de kans gehad. Hij vindt het een zeer kwa
lijke zaak.
Het lid Verbogt wil een voorzichtige opmerking plaatsen, hij dacht dat het
de intentie van het verhaal was, dat de procedure van het geheel nlde
kwestie van vooroverleg met allerlei instanties, hij dacht dat dat voor
namelijk de hoofdmotieven waren. Tevens begrijpt hij de uitval van de
heer van Eekelen niet zo goed, want ter bescherming van het gebied heb-
2>0'
-15-
ben we een nieuw voorbereidingsbesluit genomen.
Het lid van Eekelen antwoordt dat het niet juist is dat je enkel stelt dat
het intrekken gebeurde voor het overleg. Dat overleg is geweest met Bergen
op Zoom en met 30 andere verschillende instanties. Er zijn aan 30 verschil
lende instanties meningen gevraagd en dat het daarom zolang duurde dat het
rapport een redelijke afronding kon krijgen. Daar is ook besloten dat de
bezwaarschriften, die binnen zouden komen, bekeken zouden worden in de kom
missie Ruimtelijke Ordening. Daarna een advies van de kommissie naar het
kollege, het koIDege adviseert de raad en de raad neemt dan een beslissing.
Dan had de mening van Bergen op Zoom er al in gezeten, want die hebben een
brief geschreven, die had je er dan in kunnen verdiskonterenMaar het is
alleen maar een zaak geweest van: "wij zetten alles opzij, daar zijn 2 an
dere mensen gekomen en wat er voorheen gebeurd is, daar hebben we lak aan.
Wij zullen het op Halsteren eens regelen, dat proeft hij uit heel het stuk".
En dat de heer Verbogt het verdedigt, is voor hem niet vreemd.
Het lid Verbogt zegt dat we pas geleden besloten hebben om een aparte ver
gadering te wijden aan GEP. Wanneer de heer van Eekelen toen de stukken
goed had gekend, dan zou hij nu moeten weten dat hij toen een heel belang
rijke beslissing zou nemen, waar we nu toch gelukkig voorzichtiger mee
zijn. Met kunst en vliegwerk moest dat er toen doorheen, daar heeft hij
toen persoonlijk veel moeite mee gehad en hij gelooft ook de meerderheid
van de raad. Hij kende de stukken ook enigszins en hij was de mening toe
gedaan dat deze fnuikend waren voor de zaak opzich zelf.
Het lid Sinke moet toch bezwaar maken tegen de woorden van de heer Verbogt,
al was het alleen maar voor de mensen die die kennis niet hebben en de
voorgeschiedenis niet hebben meegemaakt. Het lid Verbogt heeft gezegd dat
het plan gebracht was om bestaande zaken te forceren en andere dingen te
voorkomen, maar dat was niet de bedoeling. De bedoeling was dat bij be
slissingen over uitbreidingen daarmee en met de bebouwingsgrenzen rekening
te houden zowel door lage als hoge overheden. Het is nog steeds een jam
merlijke zaak, leest U de stukken maar die U vandaag thuis gekregen hebt
en als U leest wat voor beperkende mogelijkheden er in het plan zijn, dan
ontbreekt een plan van Halsteren.
Het lid Verbogt wil daar nu niet over diskussiëren
Het lid Sinke antwoordt dat het lid Verbogt die dingen dan ook niet moet
aandragen.
Het lid Verbogt dacht dat het lid Sinke medeverantwoordelijk was voor het
feit dat de raad de stukken toen zo laat kreegiji»
Het lid Walthuis vindt niet dat de heer Sinke zich hier in de raad moet
gaan verantwoorden voor zijn beleid in de afgelopen 4 jaar.
De voorzitter vraagt de raad hoe de procedure nu moet lopenEr liggen 2
adviezen.
Het lid Sinke lijkt het dat deze dingen niet los te koppelen zijn.
De voorzitter antwoordt dat ze juridisch los van elkaar staan, al gaat het
over dezelfde materie. Maar hier is duidelijk een AROB-procedure en hij
dacht dat de raad binnen 30 dagen of binnen enige termijn, en die termijn
is zo zachtjes aan aan HBtÜf£tfeopet%
Het lid van Wezel dacht dat voorstellen van de AROB-kommissie aan de orde
zijn. Wat de rest aangaat, dat kunnen we in een aparte vergadering behan
delen
Het lid van Eekelen weet dat wel en daar geeft hij hem overschot van ge
lijk in, alleen kom je er niet onderuit om zomaar klakkeloos te stemmen
zoals toen gebeurd is, zonder enige motivatie.