1c \0
-22-
3 standplaatsen.
Het lid Mens zegt dat er uitspraken zijn gedaan door de
woonwagenbewoners en die kent de voorzitter ook wel.
Die gaan heus niet op 3 of 4 kampjes, We moeten wel reëel
b I i jven
De voorzitter antwoordt dat wanneer men een kampje van 3
een levensvatbaar kampje vindt, dan zouden we'voor Lepel
straat kunnen mikken op zo'n kampje van 3, En voor Halsteren
op ééntje van bijv, 7»
Het I i d V er loogt zou het zinnig vinden om na de eerste werkverga—
dering van het schap kennis te kunnen nemen van de inhoud en het
resultaat van die gesprekken.
De voorz itter zegt dat als hij begrijpt uit de reaktie van
de raad "dat men het BI i ndenstraat je maar rnoet laten zitten,
dan vindt hij het zinnig dat de commissie Ruimtelijke Ordening
opnieuw gaat studeren. Zijn er zaken die acceptabeI erzijn
dan dat stukje Bloemendaai en hoe kom je dan tot een bi I I ijke
spreiding. Dat is een moei I ijk werk, maar het moet wel ge
beuren
Wethouder Roosenboom zegt dat men het toekomstige woonwagenkamp
n i et moet zien a Is het huidige Kortjan, Men denkt echt aan
een lokatie waar men wagens kan plaatsen en geen schroothoop,
S LIJ I Tl NG
Niets meer aan de orde zijnde en geen der leden meer het woord
verlangende sluit de voorzitter de vergadering met het gebruikelijke
gebed om 21,30
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van de raad der gemeente Halsteren
van' l 1 DEC. 1978
De secretary De voorzitter,
-fc.oV
Uittreksel uit de notulen van de
gemeenteraadsvergadering van: i 1 üt'C. 1272
1. VASTSTELLING NOTULEN VAN DE RAADSVERGADERINGEN VAN 26 OKTOBER 1978, 2 NOVEM
BER 1978 FM 73 NDWFMRFR 1978.
Het lid Walthuis wenst stemming over de notulen van 26 oktober 1978.
De voorzitter antwoordt dat dat mag.
Het lid~Mouw"s vraagt wat de reden hiervan is.
Het lid Walthuis antwoordt dat er een aantal redenen zijn. Er staan een aantal
dingen in, die hij tot op dit moment nog niet voldoende heeft kunnen uitzoeken,
dus dat de notulen teveel afwijken van het gebeurde. Vandaar zijn voorstel om
er over te stemmen of om ze alsnog niet vast te stellen.
Het lid Mouws vraagt of dit een motie van wantrouwen tegen de notuleur is.
Het lid Walthuis antwoordt dat dat ook een kwestie is, die uitgezocht zal die-
heft* te worden
Het lid Mouws vraagt het lid WalJJnyjjs of hij met naam en toenaam kan zeggen,
wat er aan de notulen schort.
Het lid Walthuis mist met name een phrase wanneer hij de voorzitter erop wijst
dat hij n.a.v. het afgeven van een bouwvergunning in strijd met het bestemmings-
rjian - dat de voorzitter de raad mededeelde dat het kollege dat al meerdere ma-
en gedaan zou hebben en met name werd daarbij aangehaald het pand Dorpsstraat
170. Naar aanleiding daarvan ontstond er een diskussie, waaruit bleek dat dat
in eerste instantie wel was gebeurd, maar dat die bouwvergunning daarna direkt
weer werd ingetrokken, toen het de beide wethouders bekend werd, dat die in
strijd was met het bestemmingsplan. Dat was fundamentele nieuwsgevingdie de
voorzitter ons op dat moment onthield. Hij heeft daarover een opmerking ge
maakt, omdat dat naar zijn mening beïnvloeding was van de meningsvorming nl
achterhouden van informatie. Dat heeft hij in de notulen niet terug kunnen
vinden. Voordat hij daar vragen over wil gaan stellen, wil hij dat eerst goed
uitzoeken.
Het lid Mouws vraagt zich af hoe dat in godsnaam beïnvloeding van de menings
vorming "kan zijn. Dat is volgens hem één van de taken van de voorzitter.
Het lid Walthuis beaamt dat, maar de voorzitter had op dat moment gezegd dat
er door B&W in dat geval een bouwvergunning was afgegeven in strijd met het
bestemmingsplan, maar hij vergat er bij te vertellen dat toen B&W één en ander
duidelijk werd, de betreffende bouwvergunning werd ingetrokken. Dat vindt hij
wel een fundamentele zaak,
De voorzitter dacht dat we niet moeten gaan diskussiëren n.a. daarvan3at hebben we
-3 e "aantal jaren geleden afgeschaft, Het staat de heer Walthuis volkomen vrij
om stemming te vragen, maar misschien was net nog beter geweest als hij schrifte
lijke aanvulling had gevraagd. Allicht als er iets wezenlijks ontbreekt, dan
staat hem dat vrij. We kunnen nu de notulen aanhouden en later misschien een
regeltje er aan toevoegen met dat moet erin. Niemand die daartegen bezwaar maakt,
als dat zo gegaan is. Vervolgens vraagt hij of we de notulen van 26 oktober 1978
aanhouden en de overige 2 wel vaststellen.
Het lid Klaassen vraagt de voorzitter of hij hem kan informeren over de voorgedrage
vernietiging van
De voorzitter antwoordt dat we jaren geleden hebben afgesproken dat we niet n.a.v.
ïïe'TiotüïëiT'drskussiërenWel staat het een ieder vrij om schriftelijk te reageren
met: "ik vind dat of dat niet goed".
Het lid Klaassen beaamt dat, maar hij wil de vraag stellen of de voorzitter
daar inmiddels antwoord op heeft gekregen.
De voorzitter zegt datdat naar aanleiding van de notulen is.
Het lid Klaassen zegt dat dat geen reaktie op de notulen zelf is. Hij heeft niets
kunnen vinden over een eventuele schorsing of vernietiging.
De voorzitter antwoordt dat dat niet in de stukken hoeft te staan.
Het lid Klaassen vraagt hoe we er dan iets over kunnen vernemen
De voorzitter antwoordt:niet d.m.v. de notulen. Als er een stuk komt voor de
raad dan komt het in elk geval bij de stukken te liggen.
Daarna worden de notulen van 26 oktober 1978 aangehouden en de notulen van de
vergaderingen van 2 november en 23 november 1978 ongewijzigd vastgesteld.