artikel 19 van de wet op de Ruimte! ijke Ordening» De raad en over
de hoofden van de raadsleden, het publiek wil hij hiermee duidelijk
maken dat het bij hun geenszins de bedoeling is om daar een bouw
werk te vermijden, maar het zal wel langs de legale weg moeten
gebeuren
Het Md Pr I ems vraagt de wethouder waarom hij dan de afgelopen
vergader i ng het voorstel intrekt en nu na twee weken weer eens
opnieuw gaat indienen»
De wethouder kreeg de sndruk dat in de laatste raadsvergadering
de raad er helemaal niet blij mee was en het voorbereidingsber
sluit op dat momént helemaal niet wenselijk was. Bij de uit
voerige discussie daarover is duidelijk gebleken, dat de raad
dat niet wi ide» Als de raad iets niet wil, dan trekt hij zo'n
voorstel terug.
Het I id van Eeke1 en zegt dat wethouder Roosenboom het prachtig
verteld, maar het is helemaal niet waar. Hij was bang dat het
weg gestemd zou worden en dat zou ook gebeurd zijn. Dan had
van Leengoed gewoon verder kunnen bouwen en was het plan aange
past geworden. Daar was hij op dat mome«nt bang voor. Dat er
binnen de club van acht, als hij ze zo mag noemen, er mensen gewees
zouden zijn die overgestapt zouden hebben omdat zij de realiteit
er van inzagen en dan was de zaak van de baan geweest. Maar
wethouder Roosenboom zac als oude politicus op tijd de bui aankomen
en hij wist goed wanneer hij het besluit moest terugnemen, want
anders had hij het ook wel van te voren kunnen doen. Van die
intentieverkI aring gelooft hij niets,
Het lid Pr iems vraagt aan wethouder Roosenboom waaruit hij op
maakt da"F" die gevoelens van die raad daaromtrent binnen twee
weken zo verandert zijn.
Wethouder Roosenboom hoopt dat. De raad is toch zo in de weer
om die meneer van Cëengoed te laten bouwen. Dat proeft hij nu
uit de discussie. Het college zal er dan alles aan moeten doen
om die gevoelens van de raad te honoreren en dat kan alleen
maar via artikel 19. Dat is de enige en legale manier.
Het lid Pr i ems zegt dat zij de vorige week donderdag ook andere
mogelijkheden hebben aangegeven.
Wethouder Roosenboom merkt op dat planwijziging ook moet gebeuren
als men art i keI 19 toepa stAlle legale of illegale vergunni ng d i e
in strijd zijn met het bestemmingsplan worden na enige tijd aan
gepast door planwijzigingen.
liet I i d Pr i ems v i ndt dat er sprake i s van onvo I I ed i ge i nf ormat i e,
als men zegt dat artikel 19 de enige methode is om tot plan
wijziging te komen,
Wethouder Roosenboom licht toe dat dat betrekking heeft op dit ge-
va I
Het I id van EekeIen wijst er op dat dat zo is omdat wethouder
Roosenboom de i nte nt i e van de raad niet volgde. Ondanks de
intentie van de raad die bekend was werd het voorbereidings—
besluit ingetrokken, maar werden de brieven wel verstuurd.
Wethouder Roosenboom antwoordt dat die brieven al verstuurd
waren
Het s id van EekeI en vraagt of wethouder Roosenboom dat zeker
weet
Wethouder Roosenboom bevestigt dat.
Het lid van Eeke Ten" begrijpt dan niet waarom de raad die dan niet
ter inzage krijgt, want hij interesseert zich bijzonder voor de
datum waarop ze verzonden zijn.
Het i id Mens zou toch nog eens uitdrukkelijk wi Men wijzen
-11-
op de schade die hierdoor ontstaat en die de gemeente moet
gaan betalen.
Wethouder Roosenboom merkt op dat dat de consequentie is van
een slecht beleid dat het vorige college heeft gevoerd.
De voorzitter vindt het jammer dat hij de wethouder moet tegen
spreken, maar hij moet de raad er toch op wijzen dat artikel
19 voor de betrokkene eerder schade I ijk is dan voordel ig.
Wethouder Roosenboom zegt dat dat nu niet aan de orde is.
De voorzi iter antwoordt dat dat natuur! ijk wel aan de orde is,
want door wethouder Roosenboom wordt gezegd dat dat de enige
moge I ijkheid is, maar er zijn twee moge I ijkheden. Artikel 19
en pianwijzigingArtikel 19 betekent een procedure met publikatie
en als er dan bezwaren worden ingediend dan zitten ze er daar
in Den Bosch mee. Dan moeten ze die al of niet afwijzen.
Laat men gewoon doorbouwen en daarop een wijzigingsplan volgen,
dan komt die publikatie er niet en gaat het zonder publikatie
naar Den Bosch. Dat is in de vorige raadsvergadering uitvoerig
uitgelegd, Hij persoonlijk ziet helemaal geen heil in artikel
19 en zou de raad dat met klem willen ontraden, want daarmee
ontreddert men de zaak nog meer dan nu het geval is.
Wethouder Roosenboom merkt op dat ook dan de mensen planschade
i n kunnen d i enen
De voorzitter vraagt waarom men expres die schade zou oproepen.
Uw he Ie bee i d van zes september tot heden is schade oproepen.
Wethouder Roosenboom zegt dat als men het bouwplan nu laat uit
voeren in de huid i ge vorm en men wi I dat achteraf legal iseren,
dan moet dat toch via een ter-vIsie-I egging van het plan. Dan
kunnen de mensen die wonen om en nabij de woning van de heer
van Leengoed planschade claimen.
De voorzitter ontkent dat.
Wethouder Roosenboom beweert dat de mensen planschade kunnen
cI a i men
De voorzitter zegt dat ze dat altijd kunnen, maar dat maakt
niet uit. De procedure is niet van belang voor de hoogte van de
schade
Wethouder Roosenboom vervolgt dat de mensen die in de omgeving
van de heer van Leengoed wonen of gaan wonen of daar gebouwd
hebben kunnen bij wijze van spreken over tien jaren, als
dan het plan ter visie Iigt, planschade bij de gemeente claimen om
dat daar een gebouw is gebouwd in strijd met het bestemmingsplan.
Het maakt niets uit of die schade ontstaat in 1978 of in 1988.
De voorzitter zegt dat dat ook zo is, maar door wethouder Roosen
boom wordt gezegd dat artikel 19 beter is in verband met plan
schade, Neen, dat maakt niets uit, want we hebben nu een arrest
van de Hoge Raad, dat artikel 19 ook kan leiden tot planschade.
En wethouder Roosenboom wiI artikel 19 toepassen.
Wethouder Roosenboom zegt dat als die vijftien raadsleden repre
sentatief zijn voor de t>evolking, die er ook voor moeten zorg
dragen dat de bevolking die deze raadsleden op een of andere wijze
dienbaar is, dat er geen bezwaren binnen komen.
Het lid S i nke merkt op dat er nu zeven raadsleden zijn die ernstig
bezwaar hebben om de schade die door wethouder Roosenboom wordt
veroorzaakt die in de toekomst te moeten helpen betalen.
Hij dacht dat hij in het begin van de avond reeds had aangegeven
hoe dit op een goede wijze geregeld had kunnen worden. Er wordt
nu wel gediscussieerd, maar hij dacht niet dat dat enig effect
zou kunnen hebben, We doen dat ten genoege van de publieke tribune
en hij wil dat tot al Ie soorten van genoegen bl ijven doen, maar
overigens dacht hij dat het zeker zo verstandig was, nu de zaken
voor iedereen er duidelijk liggen, om maar tot stemming over te