J <2.52) -18- Vervolgens stelt de voorzitter aan de orde punt 22 van agendapunt 2, nl de benoeming van een kommissie ad-hoc voor AROB-bezwaarschriftenHij verzoekt 6 namen op een briefje te zetten. Het lid Priems vraagt of het misschien zinvol is dat iedere fraktie van te voren bekend maakt wie zij kandidaat stelt. Het lid Mens is blij dat hier de dernokratische gedachte heeft gezegevierd en dat elke partij in de gelegenheid is om een kandidaat aan te dragen. Derhalve menen zij dat zij hieraan hun medewerking moeten verlenen en daarom stelt hij, namens het C.D.A., Werknemerspartij en P.v.d.A., voor om J.van Eekelen, W.Priems en J.Sinke hiervoor te benoemen. Tevens zou hij de kandidaten willen vernemen van de overige groeperingen om zo een eensluidend standpunt in te nemen. Het lid Walthuis deelt mede, dat de V.V.D. de heer van Wezel als kandi daat naar voren draagt. Voor Gemeentebelangen is dat de heer Klaassen en voor Leefbaarheid de heer van den Kieboom. Zonder hoofdelijke stemming wordt aldus besloten. BEHANDELING VAN DE INGEKOMEN STUKKEN EN MEDEDELINGEN Punt_19 Het lid van den Bos-Beckmann heeft tot haar grote spijt gekonstateerd dat de brief van de Voorlopige Raad voor de Milieuhygiëne veel en veel te laat ter inzage is gelegd. Die studie milieudag is nl. op 19 oktober j.l. ge houden en de uiterste inschrijvingsdatum was 28 september j.l. Zij zou graag van de wethouder willen vernemen waarom deze brief te laat ter ken nis werd gebracht van de raadsleden. Wethouder Roosenboom kan daar kort op antwoorden, want hij kent de hele inhoud van die brief niet. Het lid van den Bos-Beckmann vindt dat ontzettend jammer, want haar par tij heeft milieu hoog in het vaandel staan. Ze hebben niet de gelegenheid gekregen om aan die dag deel te nemen. Wethouder Roosenboom zegt nogmaals de brief niet te kennen. Alles wat hij anders zou zeggen, zou hij liegen. Hij heeft niet meer de tijd, zoals vroe ger als raadslid, om alle stukken te bestuderen. Het betreft waarschijnlijk een stuk wat ingekomen is voor de periode van zijn wethoudersschap. Het lid Priems vindt het dan toch merkwaardig dat onder de brief ook de paraaf staat van wethouder Roosenboom. Wethouder Roosenboom antwoordt als dat waar is, dat hij die brief dan toch wel gezien zal hebben. Het lid Priems zegt dat de paraaf van de wethouder afwijkt van de anderen, omdat hij de noodzaak waarschijnlijk inzag om dit te bespreken. Men kan, toch moeilijk iets bespreken wat men niet kent. Wethouder Roosenboom blijft er op dit moment toch in volharden, dat hij de inhoud van de bewuste brief niet kent. De voorzitter vraagt of er afdoende geantwoordt is. Het lid Priems ontkent dat, maar stelt dat er weinig aan te doen valt. Punt 20 Het lid Priems zegt dat dat de brief is die de heer de Wit geschreven heeft aan de raad van de gemeente Halsteren. Zij kunnen de opvatting van de heer de Wit onderschrijven dat voor wat betreft het intrekken van plan Theodorus -19- haven er geen goede besluitvorming heeft plaatsgehad en geen diskussie heeft plaatsgevonden over dat onderwerp. Hij acht deze brief van zo'n groot belang, dat hij de andere frakties wil verzoeken de heer de Wit hierop schriftelijk te antwoorden. Voor wat betreft hun fraktie zal dat beslist gebeuren. De voorzitter antwoordt dat het voorstel luidt om het in handen van het kol lege te stellen. Dan schrijven wij dus een antwoord aan de heer de Wit. Uiter aard mag men dat als fraktie ook nog een keer doen. Hij krijgt wel antwoord van ons. Het lid Priems zegt dat de voorzitter kan voorstellen dat het kollege dat doet, maar hij stelt voor dat de frakties dat zelf eens doen. De voorzitter antwoordt dat de raad ook kan zeggen, dat zij op de hoogte ge steld willen worden van het antwoord. Dan leggen we het gewoon ter visie bij de volgende raadsstukken.' Daar wordt mee ingestemd. Punt_21 Het lid Priems zegt dat dat de vraag van zijn fraktie is aan het kollege hoe de portefeuilles verdeeld zijn en dat schriftelijk mede te delen aan alle raadsleden. Hij wil hieraan vastknopen het feit, dat zij op hun vorige schrif telijke vragen van een maand geleden nog steeds geen antwoord hebben ontvangen. De voorzitter zegt te zullen bevorderen dat één en ander zo spoedig mogelijk de deur uitgaat. Wethouder Roosenboom zegt inmiddels wel een antwoord te kunnen geven t.a.v. punt 19. De bedoelde brief was gericht aan het kollege. Hij heeft in het mid den gelaten, dat hij als wethouder van milieuzaken naar dat kongres had kun nen gaan. Maar er waren andere zaken die belangrijker waren en dat heeft hem genoodzaakt daar geen gebruik van te maken. Het lid Priems zegt dat we niet gevraagd hebben of de wethouder daar naar toe wilde Wethouder Roosenboom wist niet dat er raadsleden naar toe konden gaan. Het lid Priems stelt dat de wethouder hen die mogelijkheid heeft ontnomen, om nu pas de stukken ter inzage te leggen. Wethouder Roosenboom antwoordt dat hij niets ter inzage legt. Als hij dat zou kunnen dan kreeg de raad van hem alle gewenste informatie. Als hij daartoe bevoegd is zegt hij voor 100°/o zijn medewerking toe. SLUITING Niets meer aan de orde zijnde en geen der leden meer het woord verlangende sluit de voorzitter om 22.30 uur de vergadering. Aldus/vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Halsteren van: 18 JAN. 1979 de sekretaris, de voorzitter,

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1978 | | pagina 64