2.L\2> -8- 6. BENOEMING VAN EEN LID EN EEN PLAATSVERVANGEND LID IN HET BESTUUR VAN DE REGIONALE BRANDWEER Er worden 15 stemmen uitgebracht, waarvan 7 blanco en 8 op de heren Roosen boom en Verbogt. De voorzitter konkludeert dat de heren Roosenboom en Verbogt benoemd zijn tot resp. lid en plaatsvervangend lid in het bestuur van de regionale brand weer. 7. VOORSTEL TOT HET NEMEN VAN VOORBEREIDINGSBESLUITEN a. de voorzitter zegt dat hij daarover enkele stukken heeft, waarvan de raad kennis zou moeten nemen. Maar hij vindt het erg moeilijk om dat hier allemaal voor te lezen. Hij heeft enerzijds een deurwaardersexploitwaar bij de gemeente wordt gedagvaard en anderzijds een 3-tal brieven van een advocatenkantoor, waarin o.m. wordt gesteld dat gezien het spoedeisend ge val in deze, verzocht wordt om de raad een uitspraak te laten doen. Hij vraagt wat we hiermee gaan doenter visie leggen of in de raad van 23 november a.s. behandelen als er een termijn van 30 dagen staat. Het lid van Eekelen vraagt of de voorzitter alle 3 de punten tegelijk aan de orde stelt of elk apart. De voorzitter antwoordt dat het allereerst gaat om het geval van Leengoed. Daar zijn dus 3 brieven over binnengekomen. Het lid Priems heeft begrip voor het spoedeisende karakter van deze brief Hij verzoekt de voorzitter een korte formulering te geven van hetgeen in de brief staat. Het lid Walthuis vraagt of het mogelijk is, indien daartoe aanleiding be staat, dat een tussentijdse raadsvergadering wordt belegd. De voorzitter antwoordt dat het belang eigenlijk hierin zit: woensdag is het kort geding. Doet de raad niets, dan zal dat de doorslag geven. Het lid van Eekelen vindt wel dat er iets gedaan moet worden, zelfs met spoed. Hij vindt het een vorm van onbehoorlijk bestuur. Er zijn besluiten genomen achter de kollege-tafelen dan maakt het niet uit wie daar zit, maar het gaat over zaken dat aan mensen bouwvergunning verleend is. Een wettelijk verkregen bouwvergunning en nu ineens, wanneer er een andere wethouder komt, komt datzelfde gemeentebestuur met de verplichting dat de bouw moet worden stilgelegd. N.B. hoofdzakelijk door de wethouder, die de laatste 12 jaar nog niets anders gedaan heeft dan tegen dat artikel te zondigen. Als daar de gemeente, op dwangsom van 10.000,per dag, de zaak verliest, vindt hij het een manier van onbehoorlijk bestuur. Hij wenst er dan ook stemming over, voordat de voorzitter de hamer laat vallen. Het lid de Goffau-van Kaam zou iets willen vragen, ze is nog maar een groentje in het team, maar ze wil proberen zo goed mogelijk haar best te doen om zo een goed raadslid te worden. Zij heeft gekonstateerddat er een begin is gemaakt met de bouw van de heer van Leengoed. Mag zij dan ook konstateren dat het vo rige kollege een legale bouwvergunning heeft afgegeven. Nu ligt voor ons een voorstel tot het nemen van een voorbereidingsbesluitMag zij dan vragen hoe het mogelijk is, als het vorige kollege een legale bouwvergunning heeft af gegeven aan de heer van Leengoed en daar ligt nu voor ons een voorstel tot het nemen van een voorbereidingsbesluit met de bedoeling om een verkaring van geen bezwaar aan te vragen ex artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening junc- 2MW -9- to artikel 50, lid 8 van de Woningwet, omdat er buitenom de voorschriften van het bestemmingsplan wordt gebouwd, dan vraagt zij zich af hoe het in hemelsnaam mogelijk is, want deze 2 dingen zijn in strijd met elkaar De voorzitter antwoordt dat de bouwvergunning legaal verstrekt is. Voor de heer van Leengoed het bewijs dat hij daar mag bouwen. Het neemt niet weg dat er toch wel feilen aan deze vergunning kleven en die zijn er ook. Daarover is in deze raad uitvoerig gedebateerd en toen heeft de royale meerderheid gezegd: akkoord, er kunnen wel feilen aanzitten, maar wij vin den in het belang van de bevolking en de volksgezondheid, dat die artsen praktijk daar zo snel mogelijk komt. Het lid Priems heeft wel begrip voor de opvatting van mevrouw de Goffau, omdat het moeilijk is voor een nieuw raadslid om hier een standpunt in te nemen, temeer daar de stukken niet ter inzage lagen. Welke wel ter inzage lagen waren naar zijn mening volstrekt onvoldoende. Bij het voorstel was alleen maar een bouwtekening bijgevoegd, volgens hem had een kopie van de bouwvergunning en kopiën van de gevoerde korrespondentie er bijgevoegd moeten worden. Hij wil het kollege met klem verzoeken om in het vervolg toch nauwkeuriger te werk te gaan wanneer de stukken ter inzage gelegd worden De voorzitter zegt dat toe. Het lid de Goffau-van Kaam vindt dat zij een hele grote morele verplich ting heeft ten opzichte van het vorige kollege van burgemeester en wethou ders, want zij meent in feite dat de bouwvergunning die is afgegeven, in strijd is met het bestemmingsplan. Het had ook zo gekund, dat de bouwver gunning was verleend met toepassing van artikel 19 juncto artikel 50. Zij vraagt waarom dat niet is gebeurd. De voorzitter antwoordt dat dat een kwestie van beleid is. Zij hebben in het verleden vaker iemand toestemming verleend om op 2 of 3 kavels een groter huis te bouwen zonder toepassing van de betreffende artikelen. Hij kan er bijzeggen dat op dezelfde dag dat de bouw van van Leengoed werd stilgelegd, dit kollege een bouwvergunning heeft afgegeven ook zonder toe passing van artikel 19, dat in precies dezelfde opzichten in strijd is met de wet. Dan vraag je je af hoe het mogelijk is dat in dezelfde verga dering een bouw wordt stilgelegd en voor het andere bouwplan met precies dezelfde gebreken het geaccepteerd wordt. Dat is voor hem ook een raadsel. Het lid Walthuis wijst de voorzitter erop, dat een groot gedeelte van de raad niet op de hoogte is van het afgeven van die bouwvergunning. Hij vindt het ook niet op zijn plaats, dat de voorzitter dit hier vermeld. De vraag van mevrouw de Goffau betrof het vorig kollege. De voorzitter antwoordt dat wanneer mevrouw de Goffau dat wenst, dan moet zij maar een interpellatie houden. Hij zit hier naar eer en geweten de raad zoveel mogelijk informatie te verschaffen. Mevrouw de Goffau vraagt hoe dat kan. Hij heeft gezegd dat het in meerdere gevallen al gebeurd is en het gebeurt zelfs nu nog. Naar volledigheid moet dat er wel bijgezegd worden Daarna vindt er een woordenwisseling plaats tussen de voorzitter en wet houder Roosenboom. Het lid Mens dacht dat hier aan de orde is het bouwplan van de heer van Leengoed. Of de bouwvergunning terecht of onterecht is afgegeven doet op dit moment niets terzake. Deze man heeft een legale bouwvergunning. Hij vindt dat de partikulier niet de dupe mag worden van een kollegewisseling. Daarom verzoekt hij het kollege tot intrekking van de bouwstop en tevens dit voorstel terug te nemen.

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1978 | | pagina 59